Boekrecensie: Denken over de Trans-Atlantische Slavernij en Racisme
In haar boek Denken over de Trans-Atlantische Slavernij en Racisme – De drie gezichten van Nederland (2022), schrijft de Surinaams-Nederlandse historicus en zelfstandige onderzoeker Patricia D. Gomes in negen hoofdstukken dat racisme nog altijd voorkomt in de Nederlandse samenleving. Ze laat zien dat Nederland drie gezichten heeft met betrekking tot racisme.
Dit racisme met wortels uit de koloniale periode, komt aangepast aan de veranderende omstandigheden voor. Met andere woorden, het kolonialisme en de slavernij werken nog door. In dit boek tracht Gomes een fragment van de Trans-Atlantische slavernijgeschiedenis in relatie tot het racisme tegen ‘zwarte mensen van Afrikaanse afkomst’ en de anti-racismestrijd in Nederland te belichten. Voorts tracht ze het werk van onder andere schrijvers die beweren dat het meeviel met het aantal slachtoffers, aan de kaak te stellen. Zo worden perspectieven van de slachtoffers vaak genegeerd en gediskwalificeerd. Gomes voert tevens een betoog tegen de denkwijze van witte erfgenamen dat zij geen schuld dragen met betrekking tot het slavernijverleden en dat zij zich nergens voor hoeven te schamen en niets goed hoeven te maken. Zij schenkt aandacht aan gekleurde schrijvers die een rol spelen in het in stand houden van het racisme. Opvallend is dat haar boek een aanvulling moet zijn op eerder gepubliceerde werken van vrouwen van Afrikaanse afkomst: Philomena Essed, Gloria Wekkers en Anousha Nzume.
Gomes verduidelijkt hoe het racisme een continu proces doorloopt door in te gaan op het racisme in soorten en maten, racistische conditionering, onbewust racisme, institutioneel racisme. Zij onderzoekt racisme in de wetenschap. Daarnaast licht ze de concepten whiteness en blackness inzake het racisme toe. Ze laat niet alleen het verband zien tussen whiteness en eurocentrisme, maar ook het verschil.
Gomes belicht drie onderwerpen die belangstelling inboezemen. In het eerste hoofdstuk illustreert zij namelijk de dieperliggende oorzaken van een vertraagde start van het racisme-narratief in Nederland en in de voormalige Nederlandse koloniën. Ze bediscussieert en analyseert de positie van de ‘Hollanders’ onder de Surinamers die onder andere door de ontwikkelingsplannen en de militaire staatsgreep (Bouterse-effect) in de twintigste eeuw een ommekeer brachten in het Nederlandse imago, want er was ontzag voor de Hollanders onder de Surinamers. Verder bespreekt Gomes de mindset van de Nederlandse overheid in relatie tot racistisch ‘cultureel archief’, waarin de blanken al eeuwen een superieure denkwijze en gedragingen hebben die gestoeld zijn op de slavernij, kolonialisme en imperialisme. Het weerspiegelt in onder andere de politieke, economische en maatschappelijke organisatiestructuur. Eveneens worden negatieve identiteitskenmerken van Nederland verdoezeld door wetenschappers en media die invloed uitoefenen op het overheidsbeleid. Zo heeft de Nederlandse overheid greep op organisaties van gekleurde mensen die dienden als overheidskanalen om groepen te informeren wat van ze werd verwacht. In dit kader laat Gomes zien hoe de Nederlandse overheid zich ontwikkelde vanaf het niet hebben van een migrantenbeleid. Ze ging over tot minderhedenbeleid, allochtonenbeleid, multicultureel beleid naar het diversiteitsbeleid nu, waarin het integratiemotief centraal staat. Gomes concludeert onder andere dat het racisme nog niet is vernietigd, vanwege de verstrengeling ervan met het internationale kapitalisme en geracialiseerde geopolitieke structuren.
Het boek is een indrukwekkend, geanalyseerd en confronterend betoog met een duidelijk wetenschappelijk karakter. Het onderzoek vertrekt vanuit een theorie en er worden meerdere keren wetenschappers of wetenschappelijke theorieën aangehaald. Als het voorgaande in zijn totaliteit wordt beschouwd, is de vraag of het boek beoogt leesbaar te zijn voor personen zonder een degelijke wetenschappelijke bagage. Immers, het racisme is een onderwerp dat echt de totale samenleving aangaat. Persoonlijk heb ik moeite gehad met de veelgebruikte term ‘moederland’, omdat het begrip een eurocentrisch vertrekpunt heeft. Bij voorkeur zou verwezen worden met ‘de voormalige kolonisator’. Duidelijk is wel dat Gomes het boek heeft geschreven vanuit de eigen ervaringen en beschouwingen op haar huidige standplaats: Nederland. Niettemin kunnen mensen in Suriname de kritische beschouwingen meenemen en nadenken over racisme in Suriname dat eveneens koloniale wortels heeft. Daar ik zelf ervaar dat het gebruik van het woord ‘zwart’ nog een emotionele lading heeft, prefereer ik ‘gekleurde mensen’.
4 STERREN
Kavita Kalyan-Jiawan
Denken over de Trans-Atlantische Slavernij en Racisme – De drie gezichten van Nederland, Patricia D. Gomes, 2022, Uitgeverij Verloren, ISBN 9789464550108
Gepubliceerd in het aprilnummer van Parbode, nu in de winkel
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Kijk op www.parbode.com/abonneren