Bori Tori: Guduman patu – Parbode Sneak Peek
De hele familie Pinas was met de kinderen, nichten en neven, tantes en ooms in de paasvakantie op een plekje buiten de stad dat door iedereen die de plaats kende, werd geheimgehouden. Er was oerwoud en schoon donker kreekwater dat grote anyumara’s huisvestte. De familie had alleen wat kruiden en groenten meegenomen, want dat ze zich tegoed zouden doen aan de anyumara’s van de plaats, stond vast.
Door Christa Sluisdom
Anton was de kok van de familie. Terwijl hij voorbereidingen deed voor de pot, kwam er een flinke discussie op gang tussen Anton, broers en neven over de grootte van de vissen die ze ooit eens gevangen hadden. John zei dat hij eens een vis van twee meter had gevangen, maar daar hij geen foto’s daarvan had, lachten Anton, Sigfried, oom Sinclair en de neefjes hem gewoon uit.
Ook de zussen, nichten en tante Lien babbelden erop los, totdat die ene goede vriend van de familie ter sprake kwam. “Ik ben Doru pas nog gaan zien”, zei Marcia. “Hij is behoorlijk ziek. Hij lijdt aan zijn nieren en met zijn lever is er ook iets.” “En Doru is ook al diabeet, wat verschrikkelijk”, vulde Merre aan. “Ik heb deze man kerngezond gekend en wat ik nu hoor, vreselijk!”, zei Anton. “Verschrikkelijk dat Doru zo moet lijden”, uitte Sigfried zijn gevoelens.
Anton deed wel mee aan het gesprek, maar zijn handen bleven bezig. De anyumara die de neven hadden gevangen was al ingelegd en ging de pan in. ‘Mi na anyumara: na switi fu mi e poti mi na guduman patu’, zeggen onze bigisma, oftewel jouw gevoel voor eigenwaarde bepaalt mede waar je terechtkomt. Het water liep de familie al in de mond en ze begonnen te klagen dat ze buikpijn kregen van de honger. “Niemand hier is hongerig”, zei Anton. “Jullie zijn gewoon gierig. Oom Sinclair, hoeveel stukken bojo hebt u vandaag al gegeten?”
Lees verder in het julinummer van Parbode
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Kijk op www.parbode.com/abonneren