Parbode Xtra: Armoede in Suriname door slechte scholing
Ons land staat op ongeveer de helft van de menselijke ontwikkelingsindex, de HDI (Human Development Index). De ranglijst wordt door de Verenigde Naties gebruikt om de vooruitgang van een land te meten. In 2021 stonden wij op de 100e plaats van 191 gepubliceerde landen, meldt Country Economy. Volgens het lijstje horen wij bovendien bij de landen met de laagste minimuminkomens.
De website waarschuwt zakelijke bezoekers dat Suriname op de 162e plaats staat van de Doing Business-ranglijst. Deze lijst laat zien waar wij staan met betrekking tot zakelijke regelgeving voor lokale bedrijven.
Guyana, ooit de arme man van het Caribisch Gebied, ligt momenteel straatlengtes voor op ons land. Dankzij de recent verworven olie-inkomsten was hun bruto binnenlands product (dus de marktwaarde van alle goederen en diensten die er in één jaar worden geproduceerd) vorig jaar bijna vier en een half maal hoger dan het onze. Aan onderwijs gaf Georgetown al in 2018 bijna tweemaal meer uit dan wij in 2021 en er ging eveneens in 2021 bijna twee en een half maal meer naar de gezondheidszorg.
Op één punt blijft de stand op een gelijkspel: in 2022 scoorden de twee buren even hoog op de corruptie-index.
Midden juli onthulden de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) en de Wereldbank dat bijna één op elke zes Surinamers in armoede leeft. Ongeveer 1,1 procent van de Surinamers leeft in extreme armoede en moet rondkomen van minder dan 2,15 Amerikaanse dollar per dag.
De armoede wordt onder meer veroorzaakt door tekortkomingen op het gebied van vaardigheden en opleiding, schrijft de Wereldbank. Hierdoor zijn er te weinig gekwalificeerde arbeidskrachten.
Wat ook meespeelt is dat er onvoldoende sociale bijstand is voor vooral arme huishoudens met kinderen.
Gezinnen met kinderen leven veel vaker in armoede: ongeveer 22 procent, tegenover maar 8 procent van de gezinnen zonder kinderen. Deze ongelijkheid kan leiden tot beperkte toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en andere essentiële kansen, waardoor de toekomstige ontwikkeling van kinderen wordt belemmerd, schreven de banken in het rapport 2022 Suriname Poverty and Equity Assessment.
Uit het onderzoek blijkt ook dat ons land niet profiteert van de hogere onderwijsprestaties van vrouwen: die komen veel moeilijker aan werk. En dat terwijl vrouwen op school substantieel beter presteren dan mannen.
Ongeveer 15 procent van de vrouwen rondt het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs af, tegenover slechts zo’n 6 procent van de manlijke studenten. Op de arbeidsmarkt is echter niet terug te zien dat vrouwen het in de klas zoveel beter doen.