Memre: Hermien Louise Codrington-Kemble (1936-2023)
‘Ze wist het beste uit anderen naar boven te halen en kreeg je zover om het beste te geven van wat je had’, zo beschrijft zuster Graanoogst, Hermien Codrington-Kemble tijdens de uitvaartdienst. Hermien was een leider die mensen wist te motiveren. Vooral in het Diakonessenhuis kunnen ze ervan meepraten. Van 1974-1997 was ze de eerste Surinaamse verpleegkundig directeur.
Tekst Carl Breeveld
Haar roots liggen in Nickerie, waar ze in 1949 deel uitmaakte van de eerste groep leerlingen van de nieuwe openbare muloschool. Studeren aan de verpleegkundige opleiding van het ’s Lands Hospitaal volgde daarna. Tien jaar diende ze als verpleegkundige in dit ziekenhuis. Ze trouwde in 1957 met Frits Codrington. John, Stephen, Iwan en Dennis zijn de vier zonen die in hun gezin werden geboren.
Uit verhalen wordt duidelijk hoe betrokken ze was en hoe adequaat ze inspeelde op uitdagingen. Als docent verpleegkunde heeft ze wel honderden studenten mogen toerusten. Voor haar stond de patiënt altijd op de eerste plaats. Dat zorgde weleens voor discussies met collega’s. Hermien nam bij klachten het vrijwel altijd op voor de zieke mens. ‘Iedere patiënt moet met een tevreden gevoel het ziekenhuis verlaten’, was haar standpunt.
De verdere ontwikkeling van de gezondheidszorg kreeg bij haar de volle aandacht. Als bestuurslid van de Centrale Opleiding voor Verpleegkundigen en beoefenaren van Aanverwante Beroepen wist ze haar stempel te drukken. Als initiatiefnemer van de eerste kinderopvang verbonden aan een ziekenhuis, zorgde ze ervoor dat medewerkers een veilige plek hadden voor hun kinderen. Het kinderverblijf van het Diakonessenhuis is overigens naar haar vernoemd. In 1994 richtte ze het Johan Bodegravenkoor op, vernoemd naar de Nederlandse radiopresentator die in 1958 met een inzamelingsactie bijdroeg aan de bouw van het Diakonessenhuis.
‘Al tijdens mijn sollicitatiegesprek vielen haar doortastende blikken en vragen mij op. Ik voelde me heel ongemakkelijk’, denkt zuster Graanoogst terug. ‘Gelet op de netjes geklede, goed voorbereide sollicitanten had ik niet de indruk dat ik door het sollicitatiegesprek zou komen. Ze zag in mij echter potentie die ik zelf nog niet had ontdekt’. Graanoogst kijkt terug op een goede samenwerking waarbij voornamelijk liefde voor de zieke mens en voor het Diakonessenhuis hen hebben verbonden.
Hermien was in het Diakonessenhuis een ware autoriteit en wist haar weg overal in het ziekenhuis te vinden. ‘Gekleed in wit uniform, bruine panty’s, schone witte schoenen en kapje op, zag je haar lopen met opgeheven hoofd, rechte rug en borst naar voren’, zo geven meerdere bronnen aan. ‘Ze dwong respect af!’. Tot in details moesten verpleegkundigen correct gekleed zijn, was haar standpunt. Smetteloos wit moest het uniform zijn en daarbij keurig gekamd haar. Naast haar liefde, loyaliteit, verantwoordelijkheid, durf en daadkracht was ze eigenwijs, accepteerde moeilijk een afwijzing en gaf op belangrijke momenten haar mening op niet mis te verstane wijze. In 2010 werd ze benoemd tot Commandeur in de Ereorde van de Palm.
Dit artikel is gepubliceerd in het oktobernummer van Parbode, nu in de winkel (in Suriname) en ook online verkrijgbaar (www.parbode.com/abonneren/)