Essay: ‘Rubya-Roy’ zet zich voort – Parbode Sneak Peek
Rohini, amper vijf, stond zich draaiend in haar gebloemde, klokkende jurkje te bewonderen voor de spiegel. Oorbelletjes, gekleurd halssnoertje, blingbling armbandjes. En de never ontbrekende haaraccessoires. “Je lijkt wel een kerstboom, wat minder bijou vind ik stijlvoller”, zei ik zoals altijd weer tegen haar.
Tekst Svastika Ramcharan
Ja, ik gooide roet in haar joviale modebeleving. Dat was duidelijk aan haar gezichtje te zien. “Maar voor wie zoveel mode dan”, probeerde ik het goed te maken. Net te laat besefte ik dat ik een stigmatiserende clichéuitspraak deed. De woorden waren er al uit. Mode maken voor iemand. Nee, dat doe je niet, je doet het voor jezelf, om er gewoon voor jezelf goed uit te zien. Ik wilde corrigeren, maar zag haar verlegen naar haar spiegelbeeld kijken. Had ik in de roos geschoten? Zag ik sporen van verliefdheid bij zo’n ukkie? Hier zou ik het fijne van moeten weten. Maar wel tactisch aanpakken. Geen nood, daar zijn mama’s subliem in.
“Meiske, is het Ramautar?” “Nee”, schrok ze, “hij heeft rotte tanden!” Ik schrok heviger dan zij. Kapsones erbij, wat kan die arme jongen helpen? Ik trachtte het voor hem op te nemen: “Maar die zijn melktandjes poppie, geloof me, hij zal een helder gezond gebit hebben later.” “Nee”, zei ze vastberaden; volgens mij wil ze geen risico’s nemen.
Lees verder in het novembernummer van Parbode
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Kijk op www.parbode.com/abonneren