A tori fu Mac Arthur dyari – Parbode Sneak Peek
Zwartenhovenbrugstraat nummer 225 huisvest heden ten dage het bestuurscentrum van district Sipaliwini. Maar weinigen kennen de rijke geschiedenis van dit terrein dat vanwege de oorspronkelijke eigenaar, Renwick Mac Arthur, in de volksmond bekend stond als Mac Arthur dyari. Op ‘Makaati’ stonden Bruynzeelwoningen waarin granmans voor lange tijd konden logeren. Nu is er op die plek slechts een bosschage. Wat is er precies gebeurd met Makaati Dyari?
Tekst Usha Main
Het is een grote uitdaging om informatie te vinden over ‘Makaati’. Speuren in het Nationaal Archief levert niets op, evenzo een zoektocht op internet. Maar via een kennis komen we in contact met Larry Mac Arthur (80), zoon van Renwick Mac Arthur. Larry zegt dat hij vanaf zijn vijfde levensjaar ging inwonen bij zijn vader en diens echtgenote, Gertrude Lorance Hedges-Abrahams. “Ik heb tot mijn twintigste bij hen gewoond. Mevrouw Gertrude had geen kinderen. Zij was onderwijzeres op de Wilhelminaschool op de plaats waar nu de Surinaamse Volkscredietbank is gevestigd.”
Larry onthult dat Gertrude een afstammeling was van de familie Spong en dat de dyari eerst de Spongs toebehoorde en daarom Spoeng doro werd genoemd. Zijn vader kocht de aandelen van de broers van Gertrude, waardoor het terrein in zijn bezit kwam. Vroeger was Spoeng doro het eerste treinstation na Vaillantsplein, en daarna kwam halte Beekhuizen.
Volgens Larry veranderde de naam, omdat zijn vader door zijn werkzaamheden in de balatasector een heel goede band had met de mensen van het binnenland. De namen ‘Mac Arthur dyari’ en ‘Makaati dyari’ zijn vanaf die tijd gebleven.
Renwick Mac Arthur was een Guyanese handelaar die op zijn twaalfde met zijn vader naar ons land was geëmigreerd. Larry over zijn vader Renwick: “Hij heeft onderwijs genoten in Suriname en leerde hier Nederlands. Op zijn zeventiende is hij naar Amerika vertrokken, waar hij landbouw heeft gestudeerd in Tuskegee (een stad in Alabama). Hij keerde na zijn studie terug naar Suriname, waar hij directeur werd op een plantage in Saramacca. Daarna handelde hij in cederhout dat hij naar Cuba exporteerde, en paalhout naar Panama voor de sluizen van het Panamakanaal. Toen de vraag naar cederhout afnam, is hij overgestapt op het handelen in balata, waarnaar er grote vraag was. Balata wordt verkregen uit het sap van de bolletrieboom. Alle kabels van telefoon en elektra werden gemaakt van balata. Door het handelen in balata had hij veel bleeders uit het binnenland maar ook uit het buitenland, met name Sint Lucia. Hij had toen meer dan achthonderd bleeders onder zijn beheer. Hierdoor had hij veel contact met de binnenlandbewoners. Hij was de enige handelaar die een ltd (limited company, red.) had, omdat hij Engels georiënteerd was. Hij leverde baboenhout aan Bruynzeel waarvan triplex werd gemaakt en liet dat hout ook vanuit Guyana voor Bruynzeel importeren.”
Larry zegt dat zijn vader een verstokte roker was en een charmeur, ijdel en altijd chique gekleed, maar helemaal niet dronk. “Als hij zijn sigaar rookte, kon je hem alles vragen, want hij was dan echt in een goede stemming. Toen de balata- en houthandel niet meer zo goed ging, is hij in 1955 naar Amerika vertrokken. In dat jaar heeft de bank het pand van Mac Arthur verkocht aan de overheid, omdat hij nog schulden had bij de bank”, weet Larry. Renwick overleed op 84-jarige leeftijd in Venezuela en mevrouw Gertrude op 94-jarige leeftijd in Suriname.
Logeergebouwen granmans
Kapitein Midada Akodo (81) van Pakilatabbetje in het Paramaccaans gebied herinnert zich dat ‘Makaati’ lange tijd onbewoond was.
Lees het hele artikel in het septembernummer van Parbode