Aanwakkeren van bewustwording
De klus is geklaard, het indrukwek-kende resultaat ligt er: architectuur-historici Olga van der Klooster en Michel Bakker hebben een huzarenstuk verricht met de productie van het boek ‘Architectuur en bouwkunst in Suriname’. Met het werk hopen ze een stukje bewustwording ten aanzien van het behoud van unieke monumenten aan te wakkeren.
Ze voelden zich als kinderen in een snoepwinkel toen ze het verloren gewaande archief van de Dienst Openbare Werken en Verkeer ontdekten en mochten bestuderen. Een wereld vol verrassingen ging voor ze open en het leidde er mede toe dat de totstandkoming van ‘Architectuur en bouwkunst in Suriname’ jaren meer in beslag nam. En met bijna vierhonderd ook twee keer zo dik werd als was gepland.
“Bij ons duurt het altijd wat langer”, zegt Van der Klooster lachend. Beide auteurs zijn al jaren als mededirecteur verbonden aan het Nederlandse Plantage Zorg en Hoop, het Bureau voor het Gebouwde Erfgoed. En beiden hadden al veel tropenervaring op het gebied van historische architectuur. Van der Klooster vooral op Aruba, Bakker eveneens op Aruba en in Indonesië. “In 2002 zeiden we tegen elkaar dat het wel leuk zou zijn om een project in Suriname op de rails te zetten. Het toeval wilde dat KIT Publishers op datzelfde moment een soortgelijk idee had”, legt Van der Klooster de ontstaansgeschiedenis van het boek uit. Dat ze, met de hulp van tal van deskundigen in Suriname, bergen interessante informatie boven water zouden halen, hadden ze wel verwacht. Maar de ontdekking van uniek archiefmateriaal van de Dienst Openbare Werken en Verkeer, was een aangename verrassing.
“Dat was voor ons een enorme sprong voorwaarts”, zegt Bakker. “We hebben daar wekenlang iedere dag doorgebracht. “Er was echt ongelooflijk veel materiaal voor handen. Ambtenaren waren vroeger zeer nauwgezet en legden ieder detail vast. Wel was de kwaliteit van veel papieren zo slecht dat ik dacht ‘daar moet na mij nooit meer iemand aanzitten anders valt het uit elkaar’. Het is dus van groot belang dat dit archief snel wordt gedigitaliseerd.”
Houtbouwtraditie
De schrijvers constateerden dat niet alleen de Nederlandse invloed van belang is geweest op de architectuur in Suriname. “In de zeventiende eeuw bestond in Nederland een houtbouwtraditie, dus het was logisch dat die hier ook werd toegepast. Eerst met uit Europa geïmporteerd hout, later met lokale soorten. Maar daarnaast bestonden er redelijk intensieve handelscontacten met het zuiden van de Verenigde Staten. Invloeden vanuit dat gebied zie je in het straatbeeld ook nog altijd terug”, aldus Bakker.
Over de invloed van de huidige generatie architecten is Bakker niet helemaal te spreken. Als voorbeeld noemt hij de Congreshal op het Onafhankelijkheidsplein. “Het staat er alweer een jaartje of tien, in die tijd was het niet ongebruikelijk dat architecten, ook in Nederland, experimenteerden met afwijkende ontwerpen. Maar eerlijk gezegd zou ik iets anders op die plaats hebben gezet. Het heeft ook te maken met het ontbreken van een beeldkwaliteitsplan.
“Datzelfde geldt voor de plannen langs de Waterkant. Er wordt gesproken over acht bouwlagen, dat is wel erg hoog. Je zult altijd rekening moeten houden met de omgeving.”
“Daar moet men mee oppassen”, vult Van der Klooster aan. “De binnenstad van Paramaribo staat op de Werelderfgoedlijst en Suriname zou die status kunnen verliezen als bij de Unesco de indruk bestaat dat niet goed met de monumenten of de omgeving wordt omgegaan. Dan loop je het risico te worden gewipt. De status van Werelderfgoed zou meer toeristen kunnen trekken, maar dan moet je ze wel iets te bieden hebben.”
Achteruitgang
Aan het onderhoud van de Surinaamse monumenten schort nog het een en ander, zo concluderen Van der Klooster en Bakker. “Als je naar het Paramaribo van vroeger kijkt, dan zie je jezelf door een negentiende-eeuwse stad lopen, waarbij je de geur van verse sinaasappelen opsnuift. Tegenwoordig is de achteruitgang goed te zien”, aldus Van der Klooster.
Bakker: “Het heeft te maken met een stuk bewustwording, Surinamers moeten gaan inzien dat het echt in hun eigen belang is dat monumenten worden onderhouden. Natuurlijk is een actieve rol van de overheid daarbij belangrijk, maar wat op dit moment ook meespeelt is het ontbreken van het restauratieambacht. Dat is een vak apart en daar zal een plan voor opgesteld moeten worden.”
“Weet je, met een pot verf kom je al ver, dan ziet het er direct een stuk beter uit en het heeft ook invloed op het leefklimaat”, zegt Van der Klooster. Zij kan het weten, want ze is tevens gespecialiseerd in kleur- en esthetische materiaaltoepassing in de historische architectuur. En ze helpt direct een misvatting de wereld uit: “Zo wit als Paramaribo nu is, is de stad in het verleden niet geweest. Vroeger werd in de witte verf wat oker gedaan of er waren accenten in groen. Of het hout was gewoon gevernist. Ik hoop daar in de toekomst verder onderzoek naar te kunnen doen.”
In de loop van dit jaar verschijnen van de hand van het duo nog compacte wandelgidsen van Paramaribo in het Nederlands en het Engels, waarbij de lezer wordt meegevoerd langs de meest interessante monumenten van de stad.