Achter de donkere gordijnen van Court Charity
Er doen de meest wilde verhalen de ronde over de zogeheten broederschapsverenigingen, beter bekend als Loges of Courts. Het zouden vreemde clubjes zijn waar zich geheimzinnige zaken afspelen. In werkelijkheid is er weinig geheimzinnigs aan, zo blijkt tijdens een bezoek aan Court Charity No. 7416.
“Ik heb gehoord dat ze met de doden praten en alles dat ze doen of weten moeten ze weer geheim houden. Niemand mag erover weten, zelfs hun eigen familie niet. Court of Loge. Ze hebben allemaal hun duistere geheimen”, vertelt een man die anoniem wenst te blijven. Hoewel hij weigert verder in te gaan op zijn beweringen, verklaart hij iets dapperder dan nodig dat hij niet zwijgt uit angst. “Die mensen hebben hun dingen en ik bemoei me er niet mee. Zolang ze maar niet op me in praten.”
“Onzin of beter gezegd onwetendheid”, zegt Fred van Russel. Hij is al bijna 55 jaar lid van de broederschapsvereniging Court Charity No. 7416. “Die mensen zoeken altijd iets om interessanter te lijken dan ze zijn. Wie meer wil weten over de Court, moet het maar even op het internet zoeken. Alles staat daar geschreven”, zegt Van Russel, behoorlijk gepikeerd over ‘de ernstige beschuldigingen’.
Geruchten
Net als de Loge, ook wel vrijmetselarij genoemd, behoort de Foresterie (Court) tot de riem van internationale broederschapverenigingen, die geteisterd worden door geruchten over zwarte magie, maffiakleurende relaties of sektevorming. Van Russel (79) stelt als ere-chiefranger van Court Charity daar niets gemerkt van te hebben. “Natuurlijk weet ik wat voor verhalen ze daarbuiten vertellen. Ik weet ook hoe er in sommige kerken in Suriname verkondigd wordt dat we bezig zijn met afgoderij. Waar de mensen die verhalen vandaan halen, is voor mij nog steeds een raadsel.”
Van Russel stelt altijd bereid te zijn om de verhalen recht te zetten. Terwijl aan de overkant een jongeman zwoegt het onkruid uit een inrit te verwijderen, nestelt Van Russel zich in een gemakkelijke stoel op zijn terrasje. Als een getrouwde man van slechts 24 jaar oud kwam hij terecht in Court Charity. “Ik wist toen helemaal niets over de Court. Ik woonde toen nog bij mijn schoonouders. Mijn schoonvader was lid van Court Charity en hij had me gevraagd om ook tot de broederschap toe te treden. In die tijd deed je gewoon wat je gevraagd werd en ik stemde dus toe. Na al die jaren heb ik daar geen spijt van gehad. Als ik erin gestapt was, terwijl het me niet beviel, was het misschien veel anders met mij gegaan”.
Met een gloed van trots beschrijft Van Russel hoe hij jaren geleden in een net pak op plechtige wijze werd ingewijd als lid van de court. “Het was zo plechtig als de heilige communie bij rooms-katholieken. Een inwijding met al zijn gebruikelijke rituelen. Er is niets geheim aan onze rituelen. Zoals ik zei, kan je die gewoon op het internet vinden. Ondanks wat daarbuiten wordt verteld, zal je bij ons ook geen geheime diensten vinden. Het werd misschien vroeger wel geheim gehouden, maar die tijden zijn er al lang niet meer.”
Verboden
Court Charity No. 7416 maakt deel uit van de Ancient Order of Foresters, in 1834 ontstaan in Engeland. Anders dan de vrijmetselarij, ontleent de Foresterie haar symboliek niet aan passers maar aan een pijl en boog. Van Russel: “Als je aan de Foresterie denkt, moet je denken aan het verhaal van Robin Hood en zijn pijl en boog. Robin Hood was van adel, maar richtte zich toch op het bijstaan van de armen. Net als Robin Hood, werd de Foresterie gedwongen zich te trekken naar de bossen. Omdat het toen door de Engelse machthebbers verboden werd, moesten de leden stiekem vergaderingen houden in het bos. Nu hebben we ons eigen gebouw en vergaderen twee keer in de maand: een lesvergadering en een werkvergadering.”
Van Russel haalt enkele naslagwerken van de broederschap tevoorschijn. Over zijn tafel verspreidt hij gepubliceerde boeken en foto’s van talloze ontmoetingen van de Ancient Order of Foresters. Terwijl hij de mannen aanwijst, die in nette pakken gekleed staan in plaats van in duistere mantels, legt hij uit dat de foresterie helemaal niets te maken heeft met spiritisme. Toch kan hij in zekere mate wel begrijpen waarom de buitenwereld dat zou denken. “Soms zijn het de leden zelf die rond gaan om deze verhalen te verspreiden. Gewoon om zichzelf interessanter voor te doen dan ze werkelijk zijn.
“De reden waarom mensen ook denken dat we afgodisch bezig zijn, is onwetendheid. Ze horen soms geluiden uit de tempel en verzinnen dan meteen hun eigen verhalen. Het is eens voorgekomen dat wij bij het inwijden van een nieuw lid in onze tempel aan de Burenstraat bezig waren met een ritueel. We slaan dan op de grond met kettingen om donderslagen na te bootsen, maar op straat werd toen gedacht dat we met iets anders bezig waren. De mensen hebben juist niet door dat de dingen die we doen niet met afgoderij te maken hebben, maar een bepaalde betekenis voor ons hebben. We maken vaak gebruik van symbolen. Symbolen om onze leden overal in de wereld te herkennen en te begroeten.”
Vergrijsd
De vrees bij Van Russel en de overige leden bestaat dat het sociaal werk waarvoor de vereniging zich inzet, niet door jonge opvolgers voortgezet kan worden. Court Charity telt momenteel tweehonderd leden, maar het overgrote deel van het ledenbestand is vergrijsd. “Het probleem bij ons is dat je niet zomaar in de krant een advertentie kan plaatsen om nieuwe leden te werven. We zijn niet zo’n vereniging. Ik heb zelf drie zonen en ik heb ze er allemaal in gezet. Ze doen het ook niet slecht. Het gebeurt niet zo vaak dat men jongeren aanspoort om zich aan te sluiten. De jongeren van nu hebben geen belangstelling voor het verenigingsleven. Dat zie je niet alleen bij onze orde, maar ook bij andere organisaties. Kijk maar naar de zangkoren.”
Een gebrek aan belangstelling is niet de enige reden dat de nieuwe ledenaanwas uitblijft. Om toegelaten te worden tot de vereniging, moet de geïnteresseerde een niet al te makkelijke screeningsperiode ondergaan. Als een persoon eenmaal wordt voorgesteld door leden van de court, wordt het verleden van de persoon onderzocht, bijvoorbeeld door gesprekken met familie en vrienden of door het vragen van inlichtingen bij de politie. De screening van een nieuw aankomend lid kan soms wel twee jaren duren. Een zaak van geduld, noemt Van Russel dit. “We hebben een geschiedenis van voorbeeldfiguren binnen de vereniging en we willen natuurlijk niet iemand met een slecht verleden binnenhalen.
“Maar we maken geen onderscheid van stand in de foresterie. Je mag een handarbeider zijn of een ingenieur. Het maakt ons niet uit. Wat wij willen is dat je ‘clean’ bent. Je moet je gezin goed kunnen onderhouden, een voorbeeldig mens zijn. Daarom die screening. Als de toetreding van een persoon na dit proces wordt goedgekeurd, wordt de kandidaat ingewijd en wordt hij bekendgemaakt met de geheimen van de foresterie. De jonge Ranger volgt daarna nog zeven lessen, die achttien maanden in beslag nemen. Pas dan is hij een volwaardige Ranger om ook bestuursfuncties te kunnen bekleden”.
Verheffing
Als de court zich dan niet bezig houdt met bezweringen of andersoortige rituelen, is de belangrijke vraag hier: wat doen ze dan werkelijk achter die gesloten deuren? Volgens het statuut van de broederschap werkt de foresterie in de eerste plaats aan de verheffing van de mens. Dit gebeurt door middel van lectuur en onderricht, gebaseerd op het geloof in een almachtig Opperwezen. Wie dat Opperwezen precies is, wordt echter niet vermeld.
Daarnaast bieden de foresters waar mogelijk financiële of materiële voorzieningen aan degenen die het nodig hebben. Van Russel: “We houden ons vaak bezig met sociale projecten, maar het lijkt alsof de mensen hun ogen daarvoor sluiten. We doen veel goed werk, zoals ouderloze kinderen of bejaarden bijstaan. We zijn ongeveer net als de vereniging van de Lions, maar onze sociale projecten krijgen toch minder aandacht.”
Desondanks lijkt het er niet op dat er meer belangstelling getoond zal worden voor deze projecten, want de broederschap houdt er niet van om te koop te lopen met hun activiteiten. “We doen veel aan sociaal werk, maar we hebben zo’n lijfspreuk: wat je uitgeeft, hoef je niet te vertellen. Wat je rechterhand geeft, hoeft je linkerhand niet te weten.”