Adelaïde Eleonora (Noor) Telgt-Monkou
Coronie – Paramaribo
22/08/1923 – 20/12/2015
Noor, zoals ze genoemd werd, was sinds 2006 weduwe van Waldi Telgt. Harold, één van haar zonen, legt uit hoe ze in Nederland belandde. “In de vijftiger jaren is Noor, achter Waldi aan, naar Nederland gereisd. Hij zou verder studeren en na zijn studie terugkomen naar Suriname. Zij zaten beiden in het onderwijs, en zij stond vanaf haar achttiende voor de klas.” Noor en Waldi vestigden zich in Rotterdam en waren gelijk betrokken bij de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Het was een periode waarin betrekkelijk weinig Surinamers in Nederland woonden. Daar werden Willem, Reina, Harold en Martina in hun gezin geboren. Martina is echter heel vroeg overleden. Ze vingen vaker landgenoten op, in het bijzonder verpleegsters, die een nieuw bestaan in Nederland wilden opbouwen. ‘De mensen moesten wegwijs gemaakt worden en in de nieuwe samenleving niet vereenzamen’, vond Noor. Het onderwijzen deed ze in allerlei vormen, haar leven lang, herinnert Harold zich. “Als zij niet voor de klas stond, dan vond kennisoverdracht plaats in de vorm van het opzetten van en richting geven aan sociale projecten, dan wel in het geven van cursussen.” Ze gaf bijvoorbeeld haar krachten bij fondswerving voor personen met een lichamelijke beperking in Suriname, via stichting Kraka Tiki. Haar inzet bij stichting Ondro Bon, waarbij ook kunstzinnig bezig zijn, zoals het maken en borduren van anyisa’s en koto’s een speciale plek had, is in het voordeel van velen geweest. Een andere bezigheid die ongetwijfeld moet worden vermeld, was haar Suriname les aan artsen en vrijwilligers van Artsen zonder Grenzen die uitgezonden werden naar ons land. Hiervoor had zij een speciaal werkboekje ontworpen. In het kerkblad van de Evangelische Broedergemeente in Nederland wordt ook melding gemaakt van de inzet van Noor en Waldi. Beiden stonden aan de wieg van de Evangelische Broedergemeente in Rotterdam. De ontmoetingen met potentiële leden en belangstellenden, begonnen in hun huis. Later waren ze medemotoren bij de aankoop van een eigen kerkgebouw aan de Avenue Concordia in Rotterdam. Echte pioniers als zij waren, richtten zij in 1988 het gemengd koor Excelsis op. Volgens de kinderen bleef Suriname trekken. “Eind jaren zestig, ondernam zij met Waldi, meerdere pogingen om terug te komen naar Suriname. Helaas kon ze niet direct aansluiting vinden, vooral ook omdat zij de zorg had voor haar kinderen. Het lukte wel om vanaf 1990 in Suriname te overwinteren, en in 1996 hier een eigen woning te bouwen. Waldi’s overlijden had veel impact op haar verdere leven.” Noor was een sterke persoonlijkheid, zeer ondernemend en goed in staat zich aan te passen aan een veranderende wereld. Zij beschouwde haar reizen door Afrika en Israël als enkele van haar hoogtepunten. Op latere leeftijd was zij vanwege medische klachten niet meer in staat naar Nederland af te reizen om vooral haar kleinkinderen te zien. Zij is thuis vredig ingeslapen.