Advocaat met agrarische ambities
Irwin Kanhai is zonder twijfel de meest kleurrijke strafpleiter die momenteel in Suriname rondloopt. Zijn ellenlange en vurige betogen tijdens strafzaken roepen tegelijkertijd bewondering en ergernis op. Als advocaat van Desi Bouterse en zes andere verdachten in het decemberproces, is hij al weken niet uit het nieuws weg te slaan. “Maar eigenlijk is landbouw mijn eerste liefde.”
Twaalf ordners telt het strafdossier in het decemberproces. Tijdens het interview grijpt Kanhai (57) met enige regelmaat naar een van de dikke mappen en weet feilloos stukken te vinden om zijn verhalen te onderbouwen. Hij plukt er nu de vruchten van dat hij in de aanloop naar het proces twee weken lang zijn praktijk aan de Kromme Elleboogstraat volgens eigen zeggen volledig heeft verwaarloosd om zich in de zaak van zijn zeven cliënten te verdiepen. Kanhai groeide op in een landbouwgezin in Wanica.
Als enige van de tien kinderen belandde hij uiteindelijk in de advocatuur.
“De meeste van de andere kinderen uit ons gezin zijn leerkracht. Ik ben jarenlang als bosbouwkundige werkzaam geweest bij LVV, maar na verloop van tijd als consultant aan de slag gegaan. Landbouw is nog steeds mijn grote liefde, ik ben iedere week te vinden op Saramacca, waar ik een paar jaar gelden zestien hectare grond heb gekocht. Daar heb ik elf koeien lopen en plant ik van alles, zoals bananen en boulanger. Die ik regelmatig zelf verkoop aan handelaren op de centrale markt.”
En passant volgde Kanhai een rechtenstudie, om begin negentiger jaren als strafpleiter zijn brood te gaan verdienen. “Ik weet echt niet meer waarom ik advocaat ben geworden, waarschijnlijk omdat het best wel een spannend beroep is. Wat ik mij nog wel kan herinneren is dat ik aan de vooravond voor mijn eerste strafzaak thuis voor de spiegel heb staan oefenen. Nee, dat doe ik nu niet meer, ook niet voor het decemberproces. Soms praat ik er met mijn vrouw wel over, maar ik kan het ook heel goed van mij afzetten zodra ik thuis ben.”
Strategie
Dat Kanhai Bouterse zou verdedigen tijdens het decemberproces, lag volgens hemzelf voor de hand. “Ik heb in het verleden al verschillende zaken voor hem gedaan. Zoals ik trouwens ook zaken van Brunswijk heb behandeld. Ik heb geen principiële bezwaren, ik ben advocaat en verdedig iedereen die mij vraagt. Bouterse laat mij vrij met betrekking tot de te voeren strategie, uiteraard overleg ik wel regelmatig met hem. Puur als advocaat, met zijn politieke agenda bemoei ik mij niet. Ik kom ook niet op vergaderingen van de NDP, ik wil daar niets mee te maken hebben. Natuurlijk zijn sommige mensen niet blij dat ik Bouterse verdedig. Maar ik voel mij niet onveilig, ik heb nog niemand horen zeggen dat ik een klootzak ben. Ook denk ik niet dat ik bang hoef te zijn voor zijn aanhang als het proces ongunstig voor hem afloopt.”
Dat Bouterse op de eerste zittingsdag, op 30 november, niet op kwam dagen, was ook voor Kanhai een grote teleurstelling. “Ik had echt verwacht dat hij er zou zijn, heb hem dat de avond ervoor ook geadviseerd. Maar ja, cliënten luisteren soms niet naar hun advocaat. Ik hoop echter dat hij er in de toekomst wel bij zal zijn, dat zal voor een heel andere sfeer en stemming zorgen.”
Pro deo
Wie denkt dat Kanhai schatrijk wordt nu hij zeven verdachten tijdens het proces moet verdedigen, vergist zich volgens hem. “Ik doe dit helemaal pro deo. Aan de ene kant omdat er PALU-vrienden van mij bij betrokken zijn, maar bovenal omdat ik het een hele interessante zaak vind. Natuurlijk is het, puur strafrechterlijk gezien, een gewone moordzaak. Maar de maatschappelijke impact van deze zaak is enorm.”
Kanhai zegt zelf te geloven dat Bouterse op het moment van de decembermoorden niet aanwezig was in Fort Zeelandia. “Ik heb het hem gevraagd en hij heeft mij gezegd dat hij er niet was. Later vond ik daarvoor ondersteuning in verschillende verklaringen van anderen in het strafdossier. Ik ga als advocaat ook niet zeggen dat het een politiek proces is. Ik heb voldoende vertrouwen in de rechtsstaat Suriname.”
Ook gelooft de advocaat in de onschuld van zijn Palu-vrienden, zoals Errol Alibux. “Ik weet dat omdat ik destijds, op het moment van de moorden, samen met hen was. Dat heb ik ook verklaard toen ik opgeroepen en verhoord ben. Ik voel mij vanaf de oprichting al aangetrokken tot de Palu, ben ook lange tijd actief geweest binnen het centraal kader.”
Op de eerste procesdag zorgde Kanhai voor het nodige vuurwerk door de auditeur-militair het vuur aan de schenen te leggen. Met name de gezaaide twijfel over de bevoegdheden van de Krijgsraad ten aanzien van Bouterse en andere verdachten, zorgde voor de nodige opschudding. Bij het ter perse gaan van dit nummer was nog niet bekend welke gevolgen de opgeworpen bezwaren van Kanhai mogelijk zouden hebben voor het verloop van het proces.
Rotzooi
“De zaak is niet te zwaar voor de rechterlijke macht in Suriname. Men had zich gewoon beter in de materie moeten verdiepen. Als men bij het Openbaar Ministerie en de Krijgsraad evenveel passie had gehad als de advocaat van Bouterse, dan was dit niet gebeurd. Het verbaast mij ook dat geen journalist naar de auditeur-militair ‘gestapt met de vraag ‘wat voor een rotzooi heb je er van gemaakt?’
“Wat ik er van zou vinden als het proces uiteindelijk wordt gestaakt? Ik zou het, niet als advocaat maar als Surinamer, heel erg vinden dat wij als natie dan nooit te weten krijgen wat zich destijds precies heeft afgespeeld. Aan de andere kant, als het proces niet doorgaat zou dat een zegen zijn. Want om mijn cliënten te verdedigen zal ik zaken naar buiten moeten brengen die de sfeer in de samenleving geen goed zullen doen. Het wordt dan pijnlijk, er gaat rotzooi boven komen drijven. Bijvoorbeeld over de rol van Fred Derby. Ik heb er persoonlijk geen behoefte aan om hem kapot te maken, laat die man zijn zoals hij is gegaan. Maar als het niet anders kan, dan moet het maar.”