Advocate Ivy Baldew
Advocate K. Baldew
‘Bij zoveel onrecht is het onmogelijk te functioneren’
Meester K. – ‘Ivy’ – Baldew, advocate van beroep, gooit na
een lange internationale en nationale carrière het bijltje
erbij neer. “In Suriname is er weinig eerlijke rechtspraak
en een van de oorzaken is de kleinschaligheid hier; hoeveel
van ons hebben niet ergens een lijntje lopen?”
“Op het ogenblik wordt het recht openlijk vertrapt. En professionele rechtspraak is ver te zoeken, maar je zal het moeten doen met de rechters die er zitten; hetzelfde geldt voor de procureur- generaal. Wraken van gewone rechters is ook bijna onmogelijk, net zo onmogelijk als ze aan te klagen, dat laatste heb ik aan den lijve ondervonden.” En zo kan Baldew wel even doorgaan over wat er allemaal schort aan de Surinaamse rechtspraak. Na een jarenlange internationale en nationale carrière legt ze het bijltje erbij neer. Ze heeft het lef gehad tegen een rechter te procederen, maar heeft hiervoor een hoge prijs moeten betalen. “Val nooit een kudde aan waarvan je deel uitmaakt, want ze verscheuren je”, verwoordt ze. Niet dat ze verbitterd is of verslagen, integendeel. Maar ze heeft er eenvoudig geen geloof of vertrouwen meer in. “Een onafhankelijke rechtspraak, het is ver te zoeken in Suriname. Hierin heeft president Bouterse geen ongelijk. Het is echter niet iets van deze tijd. Laten we eerlijk wezen, rechters worden politiek benoemd, maar als mensen daar nu pas over vallen, is dat wel te laat; het had aangevochten moeten worden toen ze benoemd werden.”
Onbeschaamd verrijken
De aanleiding voor dit interview is het onrecht ten aanzien van grondenrechten en ontruimingen. Baldew kan uit eigen praktijk “een onzalig aantal” voorbeelden geven. Ze wil er twee uitlichten die in haar ogen illustratief zijn voor hoe “politiek gelieerde figuren zich onbeschaamd verrijken met grote stukken grond”, daarbij gesteund door dubieuze rechterlijke vonnissen. Zoals die case van een zekere Monique Harvey, een zaak uit de jaren tachtig, de militaire tijd. Toentertijd lag er aan de Anton Dragtenweg een wandelpark, het heette ‘De Boulevard’. Mooi opgezet met bankjes en paden. Er stonden ook wat pinahutten en één daarvan werd geëxploiteerd door ‘Mammie van de Boulevard’, de moeder van Monique, die heerlijk kon koken. Ook Bouterse was nogal eens te vinden bij haar kraam voor een roti of een gebakken vis. Ze kon het volgens haar dochter zo mooi zeggen: “Bouta at uit mijn hand”. De ouders van Monique hadden dat stuk grond later met succes aangevraagd bij domeinen. Toen ze eenmaal de beschikking in handen hadden, is de pinahut omgebouwd tot een stenen winkeltje – het park bestond al niet meer – en alles ging goed. Tot op een dag een vrouw de winkel binnen kwam stappen en zei aanspraak te maken op de grond. Er zouden drie processen volgen. Volgens Monique kon haar moeder uiteindelijk de spanningen niet meer aan en is ze aan een hartaanval overleden: ze was vijfenzestig jaar. Er was na haar overlijden echter nog geen definitieve uitspraak over de grond. Baldew: “Monique vertelde me dat haar oudere zus zich er toen mee is gaan bemoeien. Die heeft de grond stiekem op haar eigen naam laten overschrijven. Ze had een of andere dikke meneer op het Domeinkantoor geld onder de tafel toegeschoven en hij had in ruil daarvoor vervalste papieren voor haar opgemaakt.” De vader van Monique had er lucht van gekregen. Nog diezelfde ochtend ging Monique met hem naar de politie, die de zuster die middag had gesommeerd onmiddellijk te stoppen met haar valse praktijken. Maar in plaats daarvan gooide ze het al die avond op een akkoordje met Faroek Alibux, de neef van Errol Allibux, de toenmalige verantwoordelijke minister. Baldew: “Ik was er niet bij, maar volgens Monique heeft ze toen geregeld dat als zij een flinke som geld kreeg, die neef de beschikking zou krijgen over de grond. De volgende dag al werd het huis van haar ouders plat gebulldozerd!”
Woest en drassig
Baldew heeft zelf een vergelijkbare ervaring. Ook van haar familie is grond afgepakt door dezelfde Faroek Alibux. Ongeveer 55 jaar geleden hadden de Baldews een groot stuk land in Commewijne, langs de Surinamerivier, in erfpacht voor het opzetten van een houtzagerij: Ansoe NV, inmiddels het oudste bedrijf in het district. Voor de arbeiders waren op het terrein tien dienstwoningen opgezet met stroom en water. Echter, pas na meer dan veertig jaar werd het bedrijf geconfronteerd met een landmeter. De dienstwoningen bleken zo’n twintig meter buiten het toegewezen terrein opgezet. “Toen de familie het bedrijf opstartte, was het een woest en drassig terrein, er woonde bijna niemand”, vertelt Baldew. “Je kan je voorstellen dat mijn vader niet precies op een meter meer of minder heeft gekeken. Meer dan veertig jaar toonde niemand anders ook maar één keer belangstelling voor deze grond. Pas na de plannen voor de bouw van de Wijdenboschbrug, kwam die landmeter opdraven. De familie heeft direct die grond schriftelijk aangevraagd. Wat gebeurt er enkele maanden later? Tot grote ontsteltenis krijgen we een rechtszaak aan ons broek.” De titel op de grond bleek afgegeven te zijn aan de eerder genoemde neef van toenmalige minister in hoedanigheid van voorzitter van een vage stichting. “Het is publiek geheim dat deze Faroek Alibux meerdere stichtingen heeft opgericht”, vertelt Baldew. “Er gaan geruchten dat het er een stuk of vijftien zijn, om daarmee zoveel mogelijk, liefst reeds in cultuur gebrachte grond in handen te krijgen. Ook in ons geval is de truc gebruikt van inpikken en meteen platgooien.”
Salomonsoordeel
Geëist werd dat alle dienstwoningen zo snel mogelijk werden verwijderd omdat ze er ‘illegaal’ stonden. Later bleek dat Faroek Alibux die titel een dag voor de verkiezingen van 25 mei 2000 heeft gekregen van zijn oom de minister. “De verkiezingsuitslag zou een wisseling van de wacht geven en op de valreep was dit stuk grond nog snel even geregeld”, aldus Baldew. De rechter kwam met een salomonsoordeel: de stichting van Alibux had daadwerkelijk de titel op de grond gekregen, maar de woningen waren er ‘niet illegaal’ geplaatst. De rechter gaf daarom geen toestemming voor ontruiming. In de Wet Landhervorming – nota bene ingevoerd tijdens de militaire periode – staat dat rechten op domeingrond in beginsel toekomen aan hen die hem ‘bebouwen, bewonen en bewerken’. Maar ook dat men door verjaring het recht op eigendom krijgt, indien men veertig jaar lang ‘voortdurend, onafgebroken en ongestoord openbaar de grond heeft bezeten’. Op grond van deze wet had de titel op dat specifieke stukje terrein zonder meer eveneens aan het houtbedrijf toegekend moeten worden. “Maar dat is, tegen de wet in, nooit gebeurd!”, stelt Baldew. Vijf jaar later, in 2005, stapt de stichting van Alibux wederom naar de rechter om nogmaals te proberen de dienstwoningen te verwijderen. Baldew pakt de processtukken erbij. Dit keer beschuldigt de stichting niet het bedrijf, maar de arbeiders ervan de bouwsels illegaal op haar grond te hebben opgezet. Dus ‘zonder toestemming van de stichting’, terwijl die toen nog niet eens bestond. Rechter Veldema negeert het vonnis van het eerste proces en oordeelt dat Ansoe NV zonder titel op de grond de arbeiders in de huizen heeft laten wonen. Dus: ontruiming. “Dit is puur onrecht!”, roept Baldew. Het was een tragedie die uitgebreid in het nieuws kwam. Wie zich die dag nog goed kan herinneren, is arbeider Ramkrishna Beer. Kort voor de ontruiming kreeg zijn gezin een papier van een deurwaarder. “Je kon een flinke verhuispremie van die man krijgen als je onmiddellijk vertrok. Vier van de tien gezinnen hebben dat gedaan, maar ik kon nergens heen; ik had drie kinderen en een kleine baby.” Drie dagen later kwam een bulldozer het terrein opgereden. De twee voorste huizen, die al leeg waren, werden meteen platgewalst. Het derde huis was van een zieke man die in het ziekenhuis lag, maar het werd toch met huisraad en al omvergereden. “Toen duwde de bulldozer tegen mijn huis en de wanden kwamen helemaal scheef te staan”, vertelt Beer, die met zijn gezin uit protest binnen was gebleven. “Ik zie nog zo hoe de strijkplank door de kamer vloog. We hadden geen keus, we moesten eruit, we kregen een uur om te ontruimen. Toen zijn ook de andere huizen platgegooid, we konden alleen maar machteloos toekijken.” Het is inmiddels twaalf jaar na dato. Er zijn diverse processen gevoerd. De gewezen vonnissen waren onderling tegenstrijdig. Zo concludeert bijvoorbeeld rechter Kuldipsing dat de houtzagerij zich ‘willens en wetens’ schuldig heeft gemaakt aan ‘onwettige occupatie’. “In het eerste vonnis is toch al geoordeeld dat de huizen daar niet onwettig stonden!”, werpt Baldew tegen. Daarbij betrof de aanvraag van Faroek Alibux een stuk grond dat achter de houtzagerij lag en toen reeds was weggespoeld door de rivier. Mogelijk heeft hij een oude kaart gebruikt. Bovendien moet volgens de wet de aanvraag schriftelijk gebeuren. Baldew: “Deze aanvraag is nota bene nooit overlegd! Welke instantie blijft over waar je met zoveel onrecht naar toe kan? Iedereen weet dat het hoger beroep jaren duurt en daar zitten uiteindelijk vaak ook rechters die komen uit dezelfde groep van rechters die eerder uitspraken hebben gedaan. In Suriname is er weinig eerlijke rechtspraak en een van de oorzaken is de kleinschaligheid hier; hoeveel van ons hebben niet ergens een lijntje lopen?”
Weinig protest
Deze twee cases staan niet op zich zelf, meent Baldew. “Ik heb deze onprofessionele rechtspraak vele malen meegemaakt. Vanuit het volk komt er helaas maar weinig protest. Wie geen morele of ethische belemmeringen heeft, doet mee met de graaicultuur van de regeringen.” Als jonge vrouw wilde Baldew een bijdrage leveren aan haar land. Daarom besloot ze rechten te gaan studeren voor een ‘rechtvaardigere samenleving.’ “Het ging goed, totdat ik de euvele moed had tegen een rechter te procederen. Het ging om een erfenis van een paar miljoen euro en die rechter had eigenhandig een brief samengesteld die diende als bewijsmateriaal tegen mijn cliënten. Hierdoor verloor ik de zaak.” Sindsdien zouden op het kantongerecht zogenaamd steeds haar stukken kwijtraken, vertelt ze, werden zaken in plaats van weken, maandenlang vertraagd en verloor Baldew tientallen rechtszaken. “Bij zoveel onrecht is het onmogelijk nog beroepsmatig te functioneren”, zegt ze. “Nu ik heb besloten mijn praktijk af te bouwen heb ik mijn krachten weer hervonden. Ik ben gelukkig niet verbitterd geraakt, ik geloof er heilig in dat de kosmos met hen die niet naar eer en geweten recht spreken, zal afrekenen. Gods molen draait langzaam maar zeker.” Baldew haalt de Chinese kunstenaar Ai Wei Wei aan, die heeft het onlangs nog zo mooi verwoord: ‘Degenen die aan de macht zijn, hebben het recht om alles te doen, hun macht kent geen grenzen’. Baldew: “Als je hier de juiste mensen kent en aan de juiste touwtjes trekt, heb je grote kans dat je wint. Dat heeft niets, maar dan ook niets te maken met rechtvaardigheid; corruptie en vriendjespolitiek doen de rest.”