Aftrap Politiek Café
“Ik ben blij dat er zoveel camera’s getuigen zijn, anders zou ik morgen zeker te horen krijgen dat de minister in een café gesignaleerd is.” Minister Chandrikapersad Santokhi van Justitie en Politie begeeft zich niet vaak onder de bevolking, maar voor het eerste Politieke Café dat Parbode in samenwerking met Politiek Café Nederland in Paramaribo organiseert, maakt hij graag een uitzondering. Het werd een leuk informatief gesprek, waar af en toe wat harde noten over het vreemdelingenbeleid werden gekraakt.
In een druk bezet Tori Oso leidt columnist Rappa het gesprek in. “Het is een eer dat de meest populaire minister, die op de eerste uitverkochte cover van Parbode staat, ons hier komt bezoeken. Maar of hij als gast of slachtoffer wordt ontvangen moet nog blijken.”
Santokhi opent zijn gesprek met een uiteenzetting van het nieuwe vreemdelingenbeleid dat zijn ministerie vanaf januari zal moeten volgen. Want: “De huidige problemen, gekenmerkt door de unieke grenssituatie van Suriname en de verschillende bevolkingsgroepen die het land binnen willen komen, zorgen nu voor een niet-eenduidig beleid.”
De klachten zijn serieus. “Waarom zou een Surinaamse Nederlander moeilijker naar zijn land van herkomst kunnen komen, dan een lid van de Caricom- landen die totaal geen binding heeft met Suriname? En waarom heeft een kind van Chinese ouders, die al heel zijn leven in ons land woont, nog steeds geen Surinaams paspoort?”
In het nieuwe vreemdelingenbeleid zijn daarom categorieën aangebracht. Er komt onder andere een geprivilegieerde groep, waaronder de Surinaamse Nederlanders vallen, en het beleid zal meer inzicht moeten geven op de verschillende risicogroepen.
Het onderwerp leeft bij de gasten. Persoonlijke ervaringen worden met de minister gedeeld. “Ik kwam vanuit Nederland via Brazilië naar Suriname. Zit ik naast een Braziliaan die op zijn formulier invult geen visum te hebben. Zie ik hem glimlachend door de douane lopen, terwijl ik 150 Amerikaanse dollar moet betalen.” Santokhi lacht: “U zult dan ook goed begrijpen waarom we dit nieuwe beleid invoeren.”
Maar er komen ook kritische vragen. “Moeten wij voor de kosten opdraaien?” Santokhi: “Vanuit mijn ministerie zeg ik: hef de kosten voor de geprivilegieerde groep helemaal op, de Caricom-landen betalen toch ook niet? Maar andere ministeries zullen zich waarschijnlijk afvragen waar hun inkomsten dan blijven. We zijn ermee bezig, maar er zijn zoveel schakels.”
De meeste vragen richten zich op het vreemdelingenbeleid, maar als Rappa aangeeft dat alles bespreekbaar is, maakt een gast daar gretig gebruik van. “Wordt er nou eigenlijk nog iets met die hinderlijke illegale parkeerwachters gedaan, die ik dagelijks geld moet geven, omdat ze anders mijn auto slopen?” Ook daar is de minister mee bezig. “De politie controleert, maar helaas trekken de wachters gewoon naar een andere plek. Dit probleem is een gevolg: te weinig parkeerplaatsen. En daar gaan we aan werken.”
En natuurlijk komt de reciprociteit ter sprake; een moeilijk woord voor ‘gelijke monniken, gelijke kappen’, dus: Nederland eist een visum voor bezoekende Surinamers? Dan is een visum voor Nederlandse toeristen óók verplicht. Nederland erkent het Surinaams rijbewijs niet? Dan is het Nederlandse hier ook maar drie maanden geldig. De minister: “Ik zeg wel eens: mensen, dan moeten jullie ook consequent zijn! Nederland accepteert onze Surinaamse dollar niet? Dan accepteren wij de euro óók niet!!!” Homerisch gelach in de zaal.
Het gesprek wordt afgerond met vier laatste vragen. Het publiek zou nog meer tijd van de minister willen. Het eerste politieke café in Paramaribo is een succes en op het terras wordt er, onder het genot van een djogo nog uren over nagepraat.
LANA LEACH
Vanaf januari wordt iedere maand een Parbode Politiek Café georganiseerd. Meer hierover in het eerstvolgende nummer