Alcoa de grote winnaar van het Surinaamse debat – Parbode Sneak Peek
Tussen de wijzende vingers en beschuldigende uitspraken van onze politici is het zoeken naar de feiten in de Alcoa-kwestie. Begin augustus deed de Nationale Partij Suriname (NPS) een poging tot opheldering. Aan het woord waren oud-president Ronald Venetiaan en partijvoorzitter Gregory Rusland.
De Alcoa-kwestie is geen gemakkelijk vraagstuk. De aanhoudende discussie in de Nationale Assemblée maakt haar nog moeilijker. Tijdens een openbare vergadering in juli schoof vicepresident Ashwin Adhin de teloorgang van de bauxietindustrie in de schoenen van de voormalige regering-Venetiaan. Volgens Adhin heeft die in 2008 geweigerd concessies te verlenen aan mijnbouwbedrijf BHP Billiton om te mijnen in het Bakhuisgebied. Volgens Adhin is dit de reden dat de multinational uit Suriname zou zijn vertrokken, en het kantelpunt waarop de Surinaamse bauxietindustrie ineenstortte. Venetiaan gaf de vicepresident begin augustus van een gedetailleerd antwoord tijdens een lezing in NPS-partijcentrum Grun Dyari.
Bakhuysgebied
Zoals de Brokopondo-overeenkomst van 1958 voorschrijft, heeft de Amerikaanse aluminiumproducent Alcoa concessierechten om zowel in West- als Oost-Suriname bauxiet te mijnen. Bauxiet vormt een belangrijk mineraal van aluminium en Suriname is rijk aan deze grondstof. De Amerikaanse multinational ging er destijds vanuit dat ze in het oosten genoeg reserves hadden om tot 2020 aan bauxietontginning te doen. In eerste instantie keek Alcoa niet om naar het bauxietpotentieel van West-Suriname.
In tegenstelling tot Alcoa, had mijnbouwbedrijf BHP Billiton wel interesse, maar geen concessierechten in West-Suriname. In 2007-2008 hield regering-Venetiaan daarom intensieve onderhandelingen met BHP Billiton over de mijnbouwmogelijkheden in het Bakhuisgebied.
Billiton weggejaagd?
De regering-Venetiaan dacht groot. Niet alleen wilde zij de continuïteit van de aluinaardefabriek in Paranam garanderen, maar ook de Surinaamse bauxietindustrie naar een volgend niveau tillen. Daarbij moesten de belangen van onder andere Surinaamse bedrijven en hun dienstverlening gegarandeerd worden. Dat klinkt als vanzelfsprekend, maar in onderhandelingen met internationale multinationals is dit vaak een grote uitdaging. BHP Billiton had namelijk weinig tot geen belang in een grote lokale bedrijvigheid en was gebrand op zoveel mogelijk eigen (financieel) belang.
Oud-president Runaldo Venetiaan verklaart dat niet Suriname, maar BHP Billiton wegliep van de onderhandelingstafel. “BHP Billiton kon zich niet vinden in de voorwaarden die wij stelden om het Surinaamse belang te behartigen”, zei Venetiaan daarover tijdens de lezing.
Nu klinkt het verwijt uit paarse kringen dat regering-Venetiaan het mijnbouwbedrijf BHP Billiton heeft weggejaagd. Maar Venetiaan spoort de Nationale Assemblée aan om waakzaam te blijven, opdat onze bauxietreserves niet door multinationals ‘gegijzeld worden’. “We mogen onze erts in geen geval verkopen aan een maatschappij die deze niet in ons land tot ontwikkeling wil brengen”, waarschuwde de oud-president.
Bewezen reserves
Alcoa keurde onlangs een studie in het Bakhuysgebied goed om de haalbaarheid te onderzoeken van een bauxietoperatie in het westen. Dit beschouwt Venetiaan als ‘het zoveelste zoethoudertje’. Hij verklaarde dat die studie al is gemaakt en dat de exacte locaties van bewezen bauxietvoorraden al bekend zijn. “Ik heb als president die kaart bestudeerd, om ervoor te zorgen dat de gebiedsverdeling voor elke belanghebbende maatschappij even gunstig was. Ik wou niet dat één maatschappij bij een andere zou moeten smeken om zijn erts naar de spoorbaan te brengen”, zei Venetiaan daarover. Niet ver van de destijds aangelegde spoorbaan was een bewezen reserve van ongeveer 53 miljoen metrieke ton erts vastgesteld.
BHP Billiton stopte de onderhandelingen. Suralco, de Surinaamse vertegenwoordiger van Alcoa, gaf de plannen echter niet op. Uiteindelijk is ervoor gezorgd dat BHP Billiton onderdeel werd van Suralco. “BHP Billiton sloot een overeenkomst met Alcoa, dat toen wel interesse toonde voor bauxietontginning in West-Suriname”, vertelde Venetiaan. Dankzij de concessierechten van Alcoa in West-Suriname, werden de plannen op deze manier in leven gehouden.
Oost-Suriname
Echter, de focus van Alcoa/Suralco lag in de eerste plaats op het Nassaugebergte in het oosten, met een volgens Alcoa/Suralco bewezen potentieel van zo’n 45 miljoen ton bauxiet. Met dit grote aantal ging Alcoa ervan uit dat er voldoende bauxiet lag voor tien jaar, van 2010 tot 2020. Tijdens deze periode zou Alcoa/Suralco de mogelijkheden in West-Suriname onderzoeken.
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode