Alcoa vertrekt: Onderhandelen met de rug tegen de muur – Parbode Sneak Peek
Of het aan de sluwheid van het Amerikaanse zakenbeleid of de laksheid van de toenmalige Surinaamse overheid ligt, zullen we waarschijnlijk nooit weten. Maar omdat in de Brokopondo Overeenkomst uit 1958 enkele doorslaggevende details ontbreken, kan de multinational geen wanprestatie verweten worden. Of juist wel?
De beslissing van multinational Alcoa om zich vroegtijdig terug te trekken uit de bauxietindustrie wordt door velen beschouwd als contractbreuk, omdat Alcoa zich niet zou hebben gehouden aan haar verplichtingen in de Brokopondo Overeenkomst (BO). Volgens de voltallige ‘presidentiële onderhandelingscommissie Alcoa’ is er echter geen sprake van een zogenaamde wanprestatie.
In een zorgvuldig uiteengezette inleiding gaf voorzitter Dilip Sardjoe tijdens een openbare bijeenkomst begin oktober een kijk in de onderhandelingen tussen de commissie en Alcoa.
Wat blijkt? Een juridische wanprestatie is onmogelijk hard te maken, maar van een presidentiële onderhandelingscommissie mag gerust meer verwacht worden.
‘Ga onderhandelen’
Op basis van de ontwikkelingen van het Memorandum of Understanding (MoU) tussen de Staat Suriname en Alcoa, op 7 oktober 2014 vastgelegd, kreeg de onderhandelingscommissie in mei 2015 de opdracht van president Desiré Bouterse om met Alcoa te onderhandelen. Tijdens de bijeenkomst maakte Sardjoe duidelijk dat arbitrage nooit een optie is geweest. Arbitrage is een methode van burgerlijk procesrecht waarbij een onpartijdige persoon of instantie een bindende uitspraak geeft.
“De opdracht van Bouterse was duidelijk. Het was onze taak om een overeenkomst met Alcoa te bereiken en dat hebben wij gedaan”, aldus de voorzitter. Het is nu aan De Nationale Assemblée (DNA) om de conceptovereenkomsten te bespreken en al dan niet goed te keuren.
Uitgaande van het MoU van 2014, heeft de presidentiële onderhandelingscommissie verdere overeenkomsten opgesteld met Alcoa. Sardjoe weerlegde de opmerking vanuit de zaal, die stelde dat het MoU in het verleden al was afgewezen. Volgens de voorzitter heeft de regering het MoU niet verworpen nadat DNA het document in 2015 unaniem had afgekeurd. Het parlement had toen de regering de opdracht gegeven opnieuw te gaan onderhandelen met de multinational.
De uitspraak van de voorzitter dat “de regering het MoU nooit heeft verworpen, ook niet toen het parlement ze had afgewezen”, maakt nogmaals duidelijk hoezeer de regering lak heeft aan onze volksvertegenwoordigers.
Onzekere investering
Focus van de recente onderhandelingen lagen volgens Sardjoe op de overname van het Afobaka Waterkrachtwerk en het concretiseren van de milieuverplichtingen van Suralco. Dat er niet gestreden werd voor een heropstart van de raffinaderij in Paranam, mag niemand verbazen.
Alcoa besliste in mei 2014 niet verder te investeren in de bauxietontginning van Suriname. Dit heeft ongetwijfeld invloed gehad op het oordeel van de onderhandelingscommissie om de raffinaderij te slopen. “We weten dat de overheid niet in staat is om de raffinaderij terug operationeel te maken, noch heeft ze de lange adem om de productie nadien tientallen jaren in stand te houden. Zo’n onzekere investering is het laatste wat we willen”, zei Marc Waaldijk, lid van het onderhandelingsteam.
‘Beantwoording vragen Alcoa’
Uit antwoorden van de regering op vragen van DNA in juli 2018, kon Parbode opmaken dat de beslissing om de raffinaderij in Paranam te ontmantelen, nooit in twijfel is getrokken. In een openbaar gestelde brief, gericht aan parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons en ondertekend door president Bouterse, bevestigt de regering het volgende:
‘Dat de Paranam Raffinaderij ontmanteld zou moeten worden, stond reeds vast(…) in 2015 (…). Er kon (…) geen ander besluit worden genomen dan te starten met de eerste fase van ontmanteling van de raffinaderij (…)’
‘De Onderhandelings Commissie is op de hoogte gebracht dat Suralco een internationale aanbestedingsprocedure zou houden voor de ontmanteling van de raffinaderij en heeft inzage gehad in het aanbesteding- en gunningsproces. (…)’
Deze brief, met als titel Beantwoording vragen Alcoa, werd ondertekend door president Bouterse.
Wanprestatie
Het valt niet te ontkennen dat Suriname in een benadeelde positie kwam toen Alcoa in 2014 kenbaar maakte niet verder te willen investeren. Dat is ruim vier jaar later nog steeds het geval, gaf Sardjoe toe: “Het is veel moeilijker onderhandelen als de tegenpartij al aan de deur staat.”
In zowel de Intentieverklaring als de BO werd Suralco verplicht installaties op te zetten. Maar volgens advocaat Edward Naarendorp, consultant van de presidentiële onderhandelingscommissie, staat nergens in de BO geschreven dat de raffinaderij niet gesloten mag worden wanneer de aluinaardeproductie niet meer winstgevend is.
Volgens Naarendorp was alleen over de Afobakadam duidelijk afgesproken dat deze 75 jaar het eigendom van Suralco blijft. De onderhandelingscommissie was daarom ook vastbesloten: Alcoa/Suralco kan onmogelijk de regels hebben gebroken, wanneer die niet zijn opgemaakt. “Door het ontbreken van de juiste details kan de overeenkomst op sommige punten met een vrije interpretatie geanalyseerd worden”, aldus Sardjoe.
Lees het hele artikel in het decembernummer van Parbode