Als het kalf verdronken is…
Het was letterlijk en figuurlijk een harde klap, toen eind februari een Nederlandse toerist om het leven kwam door een palmboom die als een luciferhoutje omklapte. De plannen voor de rehabilitatie van de tuin werden plotseling met een rotgang uitgevoerd. Plannen die eerst geen voorrang hadden, zijn nu prioriteit. Het gevoel van het kalf dat eerst moet verdrinken om daarna pas de put te dempen, overheerst in de reacties.
‘Tot nader order verboden toegang’, zeggen de bordjes bij de ingangen van de tuin. De laatste jaren heeft de Palmentuin veel van haar glans verloren. Het was ooit de bedoeling om van de tuin een plek te maken waarin de bezoekers voor even de drukte van de stad kunnen ontvluchten. Uiteindelijk werd de presidentiële tuin voornamelijk bevolkt door junks en zwervers, of ‘straatbewoners’, zoals de hulpinstanties ze liever noemen. Zelden was het er druk, bijvoorbeeld tijdens optredens van culturele groepen of met Srefidensi.
Hoewel iedereen ervan doordrongen was dat de veelal doodzieke koningspalmen moesten worden aangepakt, gebeurde er niets. En dat werd de Nederlander Cornelis Teeuw op 20 februari fataal. Samen met zijn begeleider Jimmy Pangat wandelde hij door de tuin en kreeg een deel van een verrotte palm op zijn hoofd en was op slag dood. Voor de autoriteiten was dit aanleiding om met spoed achter de rehabilitatie van de tuin aan te gaan.
De plannen liggen er al geruime tijd. Motor achter de rehabilitatie is de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), een stichting die zich sinds haar oprichting op 1 augustus 1997 beijvert voor het behoud en beheer van monumenten en historische plekken in ons land. Niet zonder kritiek trouwens: er zijn geluiden dat de stichting te weinig durft om echt iets te kunnen bewerkstelligen.
De stichting krijgt hulp van de Vlaamse overheid. De praktische uitvoering van de opknapbeurt ligt in handen van Luciën Dubois, van het directoraat Cultuur. Dubois betreurt het voorval. “We hebben de goede wil om ons werk goed te doen, maar we beschikten nooit over het geld en de middelen. Nu dit ongeval zich heeft voorgedaan, krijgen we een groter bedrag in de begroting. Andere dingen hebben nu minder prioriteit.”
Aanbesteding
Vorig jaar, in 2008, vond een openbare aanbesteding plaats. Er werd gezocht naar bedrijven die konden meehelpen de rehabilitatie van de tuin tot een goed einde te brengen. Die aanbesteding mislukte: het bedrag was te laag. De heraanbesteding die daarna plaatsvond, is inmiddels ook voortijdig afgekapt. Na het ongeluk is besloten dat via Unesco een nieuwe aanbesteding plaatsvindt, dit keer een waar ook buitenlandse bedrijven aan deel mogen nemen. De resultaten hiervan waren bij het ter perse gaan van dit blad nog niet bekend.
Na het ongeluk is een aantal concrete maatregelen genomen. Dubois: “We hebben met onmiddellijke ingang de tuin gesloten. Daarnaast krijgen we advies van een aantal deskundigen, onder meer van IwanWijngaarde. Hij is in de tuin geweest en markeert welke bomen in elk geval weg moeten. Wijngaarde deed ook mee aan de eerdere aanbesteding en had alles al in kaart gebracht, dus hij weet goed waar hij het over heeft.”
Impuls
De SGES en het Directoraat Cultuur waren al van plan – nog vóórdat het ongeluk plaatsvond – om de Palmentuin op een aantal punten een impuls te geven. De palmen zouden verjongd moeten worden, iets wat zeker in het licht van de tragische gebeurtenis geen onverstandige beslissing is. Daarnaast wordt het afwateringssysteem aangepakt en worden de zwerfstenen en de ruïnes weggehaald. Stephen Fokké, directeur van de SGES, zegt hierover: “De ruïnes verstoren het beeld van de Palmentuin. In plaats van ruïnes komen er nu nieuwe palmen.”
Uiteraard hebben sinds het ongeluk tal van experts een mening over wat er is gebeurd. En vooral over wat er niet is gebeurd. Serano Ramcharan is werkzaam bij de afdeling Educatie van de Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu). “Laat het duidelijk zijn dat Stinasu geen directe link heeft naar de Palmentuin of het beheer daarvan. De autoriteiten moeten controle uitvoeren op de gezondheid van de bomen en die zijn misschien tekort geschoten. Ze hadden de gezondheid van de bomen veel eerder moeten inschatten en allang moeten ingrijpen. Het ongeluk had voorkomen kunnen worden als het risico beter was ingeschat. “Maar aan de andere kant: een ongeluk zit altijd in een klein hoekje en wellicht had het slachtoffer gewoon pech. Je moet dit soort dingen van twee kanten bekijken. Dit ongeluk had wellicht niet hoeven gebeuren als er goed werd gekeken naar de gezondheid, maar het had ook het lot kunnen zijn.”
Frits van Troon is boomkenner en veldbotanicus en was vroeger verbonden aan de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht. Tijdens een korte ‘inspectie’ door de Palmentuin, ziet hij dat een aantal palmen rot zijn van binnen. Hij bekijkt ze nauwkeurig. “Bomen van deze kwaliteit zullen niet veel langer meer leven. Ze zijn zo oud dat ze nu makkelijk dood kunnen gaan.” En dus is er ook een grotere kans dat ze omvallen. “De palmen hadden veel eerder weggehaald moeten worden.” Er staan zeker zes soorten palmen die volgens Van Troon zo laag van kwaliteit zijn, dat die niet meer geplant moeten worden.”
Ten tijde van het ongeluk vond men dat de overheid te laat is begonnen met de vernieuwing van de tuin. Volgens Dubois niet helemaal terecht. “Ik kan me voorstellen dat mensen er zo over denken. Maar aan de andere kant erger ik me er soms aan: de mensen weten helemaal niet wat er nou precies speelt. Vergelijk het eens met White Beach. Daar gebeuren soms ook ongelukken met de piranha’s en toch is daar regelmatig inspectie. Natuurlijk vind ik het vervelend wat er is gebeurd, maar we hebben toch zeker ons best gedaan.”