Ambities op de baan (registered)
Nieuw bestuur atletiekbond wil verleden begraven
Er gaat een frisse wind waaien in de Surinaamse atletiek. Het nieuwe bestuur van de Surinaamse Atletiekbond (SAB) heeft grootse plannen om talentvolle sporters alle kansen te geven om zich te ontwikkelen. De tijd van vuilsmijterij binnen de organisatie is volgens de kersverse voorzitter Oswald Elmont voorbij.
De SAB is de afgelopen jaren vaker negatief dan positief in het nieuws geweest. Atleten, verenigingen en besturen vielen met enige regelmaat over elkaar heen. Elmont: “Dat is de reden dat de focus van dit bestuur gericht is op het zo snel mogelijk werken aan een nieuw tijdperk voor de atletiekbond. We moeten weer een sportief imago krijgen, de sfeer van vijandigheid en verbale schermutselingen ligt achter ons. Nu alle stofwolken zijn gaan liggen blijkt gelukkig dat het grootste deel van de lokale atletiekwereld bereid is samen te werken om de sport op een hoger niveau te brengen. Natuurlijk zullen er altijd individuen zijn die zich niet neerleggen bij hun verlies, maar de meeste mensen hebben genoeg van alle spanningen en willen toe naar een sfeer van coöperatie.”
In de buitenwereld bestaat de indruk dat het al tijden niet botert tussen Letitia Vriesde, die ook kandidaat was voor het voorzitterschap, en het bestuur van de bond. Elmont zucht even: “Het schijnt dat er bij mensen behoefte bestaat om die indruk de wereld in te helpen. Maar voor alle duidelijkheid: er is absoluut geen onenigheid tussen Vriesde en dit bestuur. Niemand moet een andere impressie van de verhoudingen tussen ons geven. Wij weten wat Vriesde heeft gepresteerd, welke boost zij heeft gegeven aan de atletieksport met haar prestaties en dat zij altijd van enorme waarde zal zijn voor de sport.”
Kennis
“Vergeet niet dat zij na haar actieve carrière terug is gekomen naar Suriname om haar bijdrage te leveren aan de atletieksport. En laten we het keihard stellen: we zouden gek, dom en achterlijk zijn om geen gebruik te maken van de enorme ervaring, kennis, contacten en netwerken waar zij de beschikking over heeft.” Overigens heeft Vriesde zelf tegenover Parbode bevestigd dat er geen sprake is van onenigheid tussen haar en het pas gekozen bestuur.
Wat Elmont betreft wordt het verleden begraven. “Het is niet onze bedoeling om lang bij de onsmakelijke gebeurtenissen stil te blijven staan, maar het is goed om het één en ander recht te zetten en duidelijk te maken wat er precies heeft gespeeld. We beseffen dat mensen van de vuilsmijterij smullen, maar wij willen echt daarboven staan en gewoon keihard werken om de atletieksport vooruit te helpen.” Aan ambities heeft het nieuwe bestuur in ieder geval geen gebrek. Elmont, die eerder voorzitter was van atletiekvereniging Gazelle, zegt dat de bond vooral een taakgerichte organisatie moet worden. Een eerste stap is het invullen van de functies door de juiste mensen. “Daarbij moet gekeken worden naar de sterke kanten van iemand. Voorlopig zijn er relevante taken geïdentificeerd; dit is belangrijk omdat mensen alvast kunnen beginnen te functioneren. Binnenkort worden binnen het bestuur discussies gevoerd over hoe de definitieve functies en/of taken zullen worden ingevuld.” Elmont geeft aan dat, hoewel zaken in het verleden niet altijd even soepel verliepen, het nieuwe bestuur zeker zal oogsten dankzij de inspanningen van voorgaande besturen. “Zo eerlijk moeten we wel zijn; vooral voor wat betreft de contacten met buitenlandse organisaties, in het kader van het op een hoger niveau brengen van trainers en coaches, zullen wij de vruchten plukken. Het gaat er nu om dat de juiste richting aan het geheel wordt gegeven. Er zal ook worden voortgeborduurd op voorstellen die door het vorige bestuur zijn voorbereid, deze moeten alleen enigszins aan veranderde omstandigheden worden aangepast. Dit bestuur wil duidelijk maken dat het vorige bestuur absoluut prestaties heeft geleverd en dat deze zullen worden gecontinueerd, maar de inzichten van dit bestuur zullen worden geïncorporeerd.”
Talenten
De doelstellingen zijn in ieder geval duidelijk. “Als eerste moet de aanwezige potentie eindelijk uit talenten worden gehaald en nieuwe talenten moeten opstaan”, legt Elmont uit. “Wat dat laatste betreft richten we ons vooral op de groep van acht- tot tienjarigen. Vervolgens moet worden gewerkt aan professionalisering. Wat overigens niet wil zeggen dat atleten betaald moeten worden, het gaat men name om de begeleiding. Belangrijk bij professionalisering is het scheiden van het bestuur en de uitvoerende organisatie. De ideale situatie is de aanstelling van een directeur, die zich met zijn personeel met de uitvoering bezighoudt. In de praktijk betekent dit dat we een compleet nieuwe organisatie gaan inrichten, het is dus behoorlijk ingrijpend. Ook belangrijk: wie betaal je en hoe kom je aan vrijwilligers die de verschillende uitvoeringscommissies kunnen bemensen? Het interesseren van oud-atleten is een optie. Daarnaast stellen wij ons op het standpunt dat binnen de professionalisering een atletiekstadion absoluut een vereiste is. We streven er naar om binnen vier jaar een baan aan te leggen.”
Districten
Tot slot richt het bestuur zich op ontwikkeling in de breedte, waarbij de ontwikkeling van de sport in de districten een belangrijk uitgangspunt is. Om dat te bereiken is een commissaris aangesteld in de persoon van Michael Blaaker. Volgens hem is dit geen nieuw idee, de statuten beschrijven immers een sectie districten. Blaaker: “De districten zullen in elk geval moeten worden bezocht om het één en ander te identificeren. Bijvoorbeeld: zijn er mensen die affiniteit hebben met de sport, wat is de behoefte, maar vooral wat is de potentie? Is er animo, en indien niet, hoe kan dat dan worden aangewakkerd?”
Via de schoolsportdagen en de daarbij betrokken vakleerkrachten wil het bestuur de sport promoten onder de schooljeugd.
Blaaker gaat ervan uit dat met medewerking van andere bonden, met name in het voetbal, alvast minimale faciliteiten kunnen worden aangelegd, bijvoorbeeld banen voor de korte sprintnummers. “Belangrijk streven is om te komen tot atletiekbonden in de districten en het daar op gang brengen van daadwerkelijke beoefening van de atletieksport.” De uitvoering van al die plannen kost natuurlijk veel geld. Hoe wil het bestuur al deze nobele doelstellingen verwezenlijken? Elmont: “Behalve de reguliere fondsen van de Internationale Amateur Atletiekfederatie (IAAF) waar we gebruik van maken, is deze organisatie altijd bereid om eenmalig fondsen beschikbaar te stellen voor een groot project. Het is dus best mogelijk dat de IAAF geld geeft voor het opzetten van het gewenste atletiekstadion. Belangrijk hierbij is een gedegen plan, waarin vooral de verduurzaming naar voren komt. Lokaal zijn er ook potentiële sportfondsen van bedrijven.”
Participatie
Betrokkenheid vanuit de samenleving is van groot belang om alle doelstellingen te halen, benadrukt Blaaker. “Onze ervaring is dat de participatie nu haast nihil is, wedstrijden worden slecht bezocht. Die participatie is echter belangrijk voor de prestaties, het stimuleert de sporters. En goede prestaties, met name internationaal, maken bij de samenleving emoties los en hebben een enorme impact, zelfs op de economie. Dus dat is een extra reden om de atletieksport te professionaliseren.”
Het nieuwe bestuur van de SAB:
Oswald Elmont, voorzitter |