Antiquariaat: Passie foe Hemel – Parbode Sneak Peek
In de Surinaamse bibliotheek vinden we boeken uit alle uithoeken van de wereld. Het merendeel daarvan werd geschreven in het Nederlands. Dat is niet zo vreemd, omdat Suriname meer dan driehonderd jaar onder Nederlands bestuur viel, van 1667 tot 1975.
Tekst Carl Haarnack
U zult verbaasd zijn over de hoeveelheid boeken over Suriname die in het Frans, Duits of in het Engels zijn verschenen. Dan is er nog een aantal boeken in het Zweeds, Italiaans, Spaans of Latijn. Toch is er nóg een belangrijke taal vertegenwoordigd in de Bibliotheca Surinamica, namelijk het Sranantongo. Al vóór de verovering door Abraham Crijnssen in 1667 had zich in het gebied dat we nu Suriname noemen een creooltaal ontwikkeld. Toen Engelse en Joodse planters zich rond 1650 vanuit het overbevolkte Barbados in Suriname vestigden, namen zij hun Afrikaanse slaven mee. De contacttaal waarmee de slaven onderling, en de planters met de slaven communiceerden werd vroeger aangeduid als ‘Neger-Engels’ (‘Negro-English’). Die taal ontwikkelde zich tot de huidige lingua franca van Suriname: het Sranantongo, ofwel, Sranan.
Het Sranan was, en is misschien nog steeds, vooral een spreektaal. De eerste gedrukte bron waarin we deze taal tegenkomen is in 1718 in Beschryvinge van de volk-plantinge Zuriname van J.D. Herlein, mogelijk een Franse Hugenoot, die tussen 1707 en 1715 in Suriname verbleef. De echte boeken die volledig in het Sranan zijn geschreven dateren van de negentiende eeuw. Zij komen vrijwel allemaal voor rekening van de missionarissen die in Suriname begonnen, in eerste instantie vooral van de Herrnhutters (Evangelische Broedergemeente) en later ook door de katholieke kerk.
Dit boekje (8,5 x 13 centimeter) Passie foe Hemel, wan begiboekoe foe den Roomsie Katholyki Soema (1901) is zo’n zeldzaam exemplaar, dat (op een aantal kleine teksten in het Latijn na) volledig in het Sranan is geschreven. Het werk van de missionarissen bestond hoofdzakelijk uit het verspreiden van het geloof. Alles wat een katholiek moest leren en weten stond in de catechismus. In Suriname werd de catechismus verkort en vertaald in het Sranan. Zo verschenen er boekjes zoals Pikien Katechismus foe den Katholiki Pikien foe Sranam (sic!) (Den Bosch: Lutkie en Cranenburg, 1873), aan de hand waarvan de priesters leerlingen zo konden onderrichten dat zij alles uit het hoofd konden opzeggen. De meeste mensen in Suriname konden niet lezen of schrijven.
Lees verder in de juni-editie van Parbode. Nu ook een digitaal abonnement mogelijk