Anton en André
Wat zou Anton de Kom zelf hebben gevonden van alle tumult rond de onthulling van het standbeeld ter zijner ere, eind april in Zuidoost? Zou de dwarsligger in hem hebben genoten van de luidruchtige inspanningen van een kleine groep actievoerders om het feestje van de bestuurders en andere hoogwaardigheidsbekleders te verstieren? Of zou hij zich juist hebben gestoord aan de weinig verheffende ruzie tussen zijn landgenoten over zijn nalatenschap als beroemde zoon van Suriname?
Waarschijnlijk toch het laatste. De opwinding over hetontwerp van kunstenares Jikke van Loon laaide hoog op, maar met hun argumenten maakten de tegenstanders aanzienlijkminder indruk.Zij hekelden het beeld van de lijdende slaaf als racistisch en onwaardig, omvervolgens van de onthulling een racistisch en onwaardig spektakel te maken.Wat voor de Afro-Surinaamse gemeenschap een belangrijke dag had kunnen enmoeten worden, werd niets minder dan een afgang.
Het protest wekte bovendien de indruk van willekeur, waarhet stadsdeel Zuidoost, bewust van de gevoelige materie, buitengewoonzorgvuldig te werk was gegaan. Van Loon kwam als winnaar uit de bus nadat eenbreed samengestelde jury de ontwerpen van vier kunstenaars uitgebreid onder deloep had genomen. De keuze van de jury bleek ook nog eens dezelfde als van hetpubliek, dat via het internet zijn mening over de beelden kenbaar had kunnenmaken.
Een van de bezwaren van het actiecomité was dat Jikke vanLoon als Nederlands kunstenaar te weinig voeling zou hebben met de erfenis vanAnton de Kom. Men leek daarmee te willen zeggen dat een waardig standbeeldalleen door een kunstenaar van Surinaamse origine had kunnen worden afgeleverd.Maar is het in historisch perspectief juist niet passend en schitterend dat hetmonument voor De Kom (“Ik ben een vrije geest, geboren uit vrije voorouders,verankerd in de almacht”) door zwoegende witte handen is vervaardigd?
De tegenstanders lijken hun onvrede te koesteren als eendierbaar bezit. Zij eisen terecht respect voor de betekenis van een groot Surinamer,maar als dat respect vervolgens royaal wordt betoond met een nieuw Anton deKomplein en een markant monument in het hart van de Bijlmer, is het weer nietgoed. Of zou deze permanente onvrede, in politiek en maatschappelijk opzicht,voor de activisten misschien meer waard zijn dan tevredenheid over het bereiktedoel? In dat geval maken zij misbruik van de nagedachtenis aan De Kom, wat inde volksmond ook wel lijkenpikkerij wordt genoemd.
Een half jaar geleden werd in Amsterdam het standbeeld vande overleden volkszanger André Hazes onthuld. Het beeld, uit kostenoverwegingenin Taiwan gemaakt, was niet buitengewoon goed gelukt, daarover was iedereen hetwel eens. Maar de fans van André waren gelukkig met het eerbetoon aan hun helden kwamen massaal op de been om de onthulling bij te wonen. De fans van Antonkunnen daar nog een hoop van leren.