Apoera slaapt… met één oog open
Hoewel Apoera oogt als een vredig en rustig dorp, woedt ondertussen een hevige machtsstrijd.
Onderdrukking en angst overheersen terwijl er politieke spelletjes worden gespeeld. De verbanning van de Inheemsen uit het Kabalebogebied en het Bakhuysgebergte roept veel vragen op.
“Heb je 250 srd te leen?” Voormalig kapitein Jeffrey Armaketo kijkt bedrukt naar zijn slinkende portemonnee. Het geld dat hij had gekregen van de NDP om met zijn dorpelingen naar de Mega Eenheids Manifestatie op het Onafhankelijkheidsplein te komen, is al bijna op. Hongerig en moe zitten twintig Inheemsen in de bus te wachten op een warme hap. “We zijn gisteren pas om tien uur in de avond aangekomen en hebben de manifestatie maar voor twee uur kunnen meemaken”, vertelt één van hen. Ondanks het korte nachtje in Paramaribo en de terugreis van weer zestien uur toch de moeite waard, vinden ze. “We hebben alles gefinancierd gekregen, de overnachting en het eten. We komen graag.” Nadat het laatste geld bij elkaar is geschraapt en er genoeg eten is gehaald, stapt de schare in Nickerie over op een grote boot, geschonken door de NDP, om de ellenlange terugvaart te maken. Muisstil bevestigen de vrouwen en kinderen hangmatten aan het plafond, mannen kijken boven op het dek over de Corantijnrivier uit. Een zwanger meisje van rond de achttien jaar ligt in een rubberen band, terwijl een jongen van dezelfde leeftijd over haar buik wrijft. Er lijkt liefde en rust van de groep af te stralen, praten doen ze nauwelijks. En als je ze hoort, is het een zacht gefluister dat over het kabbelende water voort wordt gedragen.
Sereen
De sfeer in Apoera zelf lijkt net zo sereen. Een slapend dorp met amper zestienhonderd inwoners; niet de bloeiende industriestad die het in de jaren zeventig had moeten worden. Tweehonderd miljoen gulden ontwikkelingsgeld uit Nederland werd er geïnvesteerd om van het Inheemse dorp, een walhalla van bauxiet, een groeikern met ongekende mogelijkheden te maken. Maar de breed aangelegde straten van wat de ‘tweede stad’ van Suriname had moeten zijn, worden nu vooral bewandeld en beslapen door de vele honden. De gebouwen waar vroeger nog bedrijvigheid heerste, zijn overwoekerd. Hijskranen worden nu alleen nog beklommen door de vele klimplanten.
Maar de schijn van een slaperig dorpje verdampt direct als de inwoners gaan praten. Ze zijn bang, vrezen voor wat er gaat gebeuren met Apoera en de verbonden dorpen Section en Washabo, waar in totaal zo’n drieduizend mensen wonen.
Schaduwen
Vanuit het politiebureau klinken een angstvallige schreeuw en een aantal geweerschoten. De agenten kijken naar een film. De commandant staat in de keuken vis te snijden, de verveling is van zijn gezicht af te lezen. “Ik kook hier veel, het is echt saai hier.” Om de twee maanden worden drie agenten van het politiekorps uit het district Nickerie gedetacheerd in Apoera. Meer dan brommerrijders controleren en dronkenlappen aanspreken is er niet voor ze te doen, want over de echt grote zaken hebben ze weinig te zeggen.
Verderop sluit David Edwards, druk pratend met een Guyanees accent, een dominosteentje aan. De schappen van de supermarkt zijn vrijwel leeg, binnenkort moet hij met de boot naar Nickerie om een nieuwe voorraad aan te leggen. Tenminste, als de mensen hun rekeningen op tijd betalen, want 99 procent van zijn klanten koopt de producten op krediet. Al jaren woont hij in het gebied, maar vrienden zegt hij niet te hebben. “These days, who could be trusted? Even your own shadow can deceive you.” Alsof de schaduwen hem in de gaten houden, schieten zijn ogen heen en weer. Praten durft hij niet, bang voor represailles die hij maar al te goed kent. “Politics is a dirty game. It’s about lying and killing. Drugs, money and death.”
Zonder pardon
Vooral in deze tijd lijken oude herinneringen van de inwoners te herleven. Na veertien jaar van relatieve stabiliteit werd in juli vorig jaar Jeffrey Armaketo naar voren geschoven als nieuwe kapitein van niet alleen Apoera, maar ook Section en Washabo. Daarvoor waren er afzonderlijke kapiteins voor ieder dorp, maar deze Carlo Lewis, Ricardo Macintosch en Nado Aroepa werden zonder pardon aan de kant geschoven. “De Inheemsen moeten zich meer gaan ontwikkelen. Verwestering, met tegelijkertijd het behoud van de Inheemse traditie. West-Suriname is één gebied en heeft daarom ook één kapitein nodig”, vertelt Armaketo op felle toon. “De oude dorpshoofden zijn niet capabel genoeg om die balans te vinden, daarom ben ik gekozen als kapitein voor de drie dorpen. Dat is democratisch gegaan.”
Alhoewel er wel verkiezingen zijn gehouden, waren deze volgens de inwoners niet legitiem. Ook geruchten over Bouterse die zijn ‘grote vriend’ Armaketo aan de macht hielp, doen de ronde. “Dit was de eerste keer dat de overheid zich op deze manier mengde in onze dorpen. We hebben het recht op zelfbeschikking, we verkiezen al jaren op onze eigen manier de kapiteins”, vertelt oud-kapitein Aroepa van het dorp Section, terwijl hij wat schichtig om zich heen kijkt. “We voelen ons op deze manier niet meer gerespecteerd. Er waren wel verkiezingen, maar daar zijn we niet eens goed over geïnformeerd. De overheid heeft een vinger in de pap. Ik zou niet weten wat het belang daarvan is”, zucht hij.
“De politie is er wel, maar die functioneert gewoon niet”, vertelt voormalig kapitein Lewis, terwijl hij een lepeltje ronddraait in zijn kopje koffie. “Op hetzelfde moment dat Armaketo kapitein werd, is zijn moeder districtscommissaris geworden van de drie dorpen. Zij heeft de touwtjes in handen. Zo mogen er bijvoorbeeld geen huiszoekingen gedaan worden zonder haar toestemming.” Het zijn juist de broers van Armaketo die de herrieschoppers van Apoera zijn. “Ze vechten continu. Laatst heeft één van hen nog een man uit Washabo in elkaar geslagen na een avondje drinken. Hij is aangehouden en naar Nickerie gebracht om een paar dagen vast te zitten, maar hij was snel weer op vrije voeten.”
Bang
Langs de rode bauxietweg richting Section zit een vrouw op de veranda van haar bruin geverfde huis. Ze kijkt voor zich uit, het maanlicht reflecteert op haar bril. “Wat er is gebeurd, maakt me bang. Mensen zijn op verschillende manieren bedreigd of omgekocht door Armaketo om op hem te stemmen.” Met haar hand verfrommelt ze een papieren zakdoekje. “Winkeleigenaren en de mensen die hier in het dorp werken, werd gezegd dat zij hun baan kwijt zouden raken, anderen kregen honderd srd in ruil voor een stem. De trio’s mochten opeens ook meestemmen, terwijl ze hier niet eens wonen. Hen werd elektriciteit en water toegezegd.” Haar ogen worden waterig als ze erover praat. “Als mensen het niet accepteerden, begon Armaketo met dreigen. Dat hij wel even zijn beste vriend Bouterse zou bellen en dat hij door hem ondersteund wordt.” Een traan rolt over haar wang.
“Ben je niet bang dat ze jullie nu gaan pakken, door al deze vragen?” Haar gezicht straalt bezorgdheid uit. “Dit is nog nooit eerder gebeurd, de Inheemsen zijn bang voor de president. De Decembermoorden – we zijn bang dat er weer zoiets gaat gebeuren. Tijdens de Binnenlandse Oorlog kwamen er in 1987 meer dan honderd militairen, tijdens de laatste verkiezingen werden er ook militairen gestuurd. We durven niet te veel te zeggen. Iedereen is doodsbang. Ik ben er kapot, echt ziek, van.” De angst is niet ongegrond. Zo werd één van de winkeliers in de jaren tachtig twee keer ontvoerd door nog steeds onbekende mannen. Zijn handen en voeten werden vastgebonden, waarna hij dagen in een rivier heeft gelegen. Half onderwater, nog net naar lucht happend. Sindsdien zwijgt hij als het woord politiek in de lucht hangt.
Julius Lingaard, één van de oudste dorpsbewoners, kan zich de Binnenlandse Oorlog nog goed herinneren. “Zeker vijf mensen zijn in die tijd vermoord, omdat ze het niet eens waren met het beleid. Ik weet niet precies waarom, het heeft waarschijnlijk ook te maken gehad met drugshandel, maar ik bemoeide me er niet mee.”
Teleurgesteld
Lingaard was van 1995 tot 1997 kapitein van de drie dorpen en is tevens de opa van Jeffrey Armaketo. “Ik ben aangetrouwd, maar iedereen hier beschouwt elkaar als familie.” Bijna een jaar lang was Armaketo kapitein van de drie dorpen, totdat hij afgelopen april door Bouterse op het matje werd geroepen. “De president kwam naar hier en tijdens een bijeenkomst somde hij alle handelingen op die Armaketo fout heeft gedaan, waarna hij buiten functie werd gesteld. Ja, ik ben echt teleurgesteld in Jeffrey. Hij heeft mensen misleid.” Twijfelend kijkt hij voor zich uit. Wat deze handelingen dan precies inhielden, wil Lingaard niet zeggen. “Dat lijkt me niet verstandig. Ik wil me er verder niet mee bemoeien, we worden in de gaten gehouden. Maar het zou heel goed kunnen dat hij zelf ook misleid is.”
Volgens Lingaard stelde Armaketo zelf voor om een referendum te houden. Ten tijde van het schrijven van dit artikel staat dit gepland op 1 juni. Deze dag zal besloten worden of er één of drie kapiteins gaan komen. Lingaard gelooft dat zijn kleinzoon van zijn fouten geleerd heeft en alsnog een goede kapitein zal zijn. Voormalig kapitein van Section, Nado Aroepa, betwijfelt deze lezing. “Julius ging de mist in omdat hij vaak dronken was, ook Jeffrey houdt van een drankje. Hij is vaak onder invloed en wordt dan vreselijk agressief. Zo heeft hij laatst in een dronken bui allerlei flessen Parbobier tegen de muur kapot gesmeten.” Aroepa zucht. “Jeffrey is gewoon zo onvoorspelbaar, we moeten voorzichtig zijn met die dreigementen dat hij iemand zal sturen”
Vliegtuigjes
“Al vanaf mijn geboorte ken ik Bouterse, we zijn vrienden”, vertelt Armaketo. “Bouterse komt vaak naar Apoera, hij heeft een goede band met de Inheemse bevolking. Hij komt hier om tot rust te komen, vakantie te vieren. Die dagen trekken we samen veel op, gaan we samen een beetje relaxen. We zijn altijd bij elkaar”, zegt hij glunderend.
Maar de interesse in Apoera gaat volgens sommigen verder dan puur hangmatteren. Waarom de NDP zo geïnteresseerd is in het dorp, durft men niet te zeggen. “Bij de verkiezingen had ook de overheid een vinger in de pap, ik wil niet teveel zeggen, maar er speelt iets in het Bakhuysgebergte en het Kabalebogebied.” Volgens een lokale visser was het Bakhuysgebergte twee maanden na aantreden van kapitein Armaketo van de één op de andere dag verboden gebied. “Voorheen had je daar het bedrijf Billiton, maar dat heeft een deal met de overheid gesloten en is vertrokken. Alle spullen zijn achtergelaten, waarna militairen hun intrede in het gebied maakten. Ik mocht er niet meer vissen, alles was afgesloten met een grote omheining. Wat daar gebeurt weet ik niet, we zien er wel eens vliegtuigjes heen en weer gaan. Er schijnen airstrips te zijn, maar ik ga me daar niet in mengen. Het drugswereldje kent geen genade”, aldus de visser.
Ontmoedigd
Op meer dan drie uur rijden van het dorp bevindt zich het Kabalebogebied, waar volgens de Inheemsen illegaal goud wordt gewonnen. Door wie blijft de vraag, maar wel zijn er vele vingers die naar Jeffrey Armaketo wijzen. Een anonieme bron: “Hij gaat daar stiekem naartoe, de jagers en vissers uit het dorp hebben hem daar gezien. Hij zoekt goud, samen met, in ieder geval, een groep Brazilianen. Hij investeert er veel geld in, vooral nu, want hij weet dat hij de nieuwe verkiezingen gaat verliezen.” Een ander vertelt: “Hij is daar zeker bezig goud te zoeken, het kan ook goed zo zijn dat hij met drugs bezig is. Je ziet ’s avonds auto’s wegrijden vanuit het dorp en hij zit in één ervan. Er vinden duistere dingen plaats, zeker weten.”
De geruchten en beschuldigingen over oud-kapitein Armaketo liegen er niet om, maar op herhaaldelijke uitnodigingen voor een weerwoord reageert hij niet. En ook eerdere toezeggingen maakt hij niet meer waar.
De hoop op een betere toekomst leeft, nu er nieuwe verkiezingen aankomen. “Ik hoop dat er weer verschillende kapiteins komen, elk dorp één”, vertelt een inwoner. Of Armaketo zijn zin zal krijgen en weer leider wordt van de drie dorpen, blijft de vraag. Maar de intimidatie op de andere kandidaten heeft goed gewerkt. “Ik ben er kapot van, ontmoedigd. Er werden zoveel beschuldigingen tegen mij geuit, om me weg te hebben. Ik kan dat niet nog een keer aan”, aldus Lewis. Ook Aroepa ziet het niet meer zitten. “Ik ken het klappen van de zweep, voor mij hoeft het niet meer.”