Arnold Veeman
Groningse boer zoekt roots
Het tegenstrijdige beeld van een donkere man die zingt met een oer-Hollandsboerenaccent, maakt Arnold Veeman een wonderlijke rariteit. De veelzijdigcomponist en muzikant is geboren en getogen in het Nederlandse noorden.Hij was nooit geïnteresseerd in zijn Surinaamse roots, maar een filmpje vanPatricia van Daal bracht het balletje aan het rollen. “Het was het eerste wat ikvan mijn vaders kant gezien heb.”
Tal van nieuwsgierige aagjesbogen zich langdurig over zijnkinderwagen om maar een glimpvan de kleine Arnold Veeman op tevangen. Die bruine huid en ook datzachte, gekrulde haar. Zoiets had despierwitte Groningse gemeenschap vande jaren zeventig nooit eerder gezien.Zomin als zijn onwetende dorpsgenotentoentertijd wisten hoe Veemanaan zijn bijzondere kleurtje kwam,zo weinig wist ook hijzelf van zijneigen afkomst af. Zijn vader komt uitSuriname, maar voor de rest is hij hetspoor naar de wortels van zijn bestaanbijster. Die interesseerden hem zijnhele leven ook niet. Onlangs kwamdaar verandering in en ging hij samenmet zijn pleegbroer en documentairemakerPiet Hein van der Hoek inSuriname op zoek naar de ontbrekendestukjes.Het begon met een filmpje op YouTubewaarin zangeres Patricia van Daalhet liedje ‘Bromtji Fu Mi Dreng’ zingt.De vriendin van Veeman stuitte erop,omdat ‘Van Daal’ tevens de achternaamvan Veemans vader is. Ze brakin tranen uit, waarna ze Veeman riepom ernaar te kijken. Toen hij het zag,dacht hij: zo ziet familie er dus uit. Hijherkende zichzelf er gelijk in. “Ze bewooghetzelfde als hoe ik mij beweeg.Ik zag meteen de gelijkenis tussen eenvan mijn kinderen en haar. Dat wasvoor mij heel raar om te zien. Het washet eerste wat ik van mijn vaders kantgezien heb.”Zijn vader speelde geen enkele rolin Veemans leven. Gevoed door denegatieve verhalen over het mogelijkecriminele verleden van zijn vader heefthij nooit de behoefte gehad om naarhem op zoek te gaan. “Ik dacht allesover mijn vader te weten, plus ik wildemet zo’n crimineel niks te maken hebben.”
Acceptatie
Zijn Nederlandse moeder kreeg hemop haar zestiende. Een relatie met eenzwarte man accepteerden haar oudersniet; een zwart kind van een zwarteman was dus al helemaal uit den boze.Zo belandde Veeman de eerste driejaar van zijn leven als pleegkind inhet gezin van Piet Hein van der Hoek.“Achteraf bleek dat ik heel veel behoeftehad aan de geborgenheid binneneen groot gezin. Daar heb ik als kindheel erg naar gezocht.” Veeman vonddie geborgenheid niet bij zijn eigenfamilie, maar bij die van Van der Hoek.“Mijn vaders familie kende ik niet endie van mijn moeders kant accepteerdemij pas veel later. Het gaat zo ver endiep terug in mijn herinneringen datik niet precies meer weet wanneer datomslagpunt kwam.”Niet alleen zijn eigen familie, maar ookzijn schoolgenoten in Friesland, waarhij een deel van zijn jeugd woonde,hadden moeite met de acceptatie vanVeeman. “Ik was mij er eerst niet zovan bewust dat ik anders was dan derest, totdat ik in de vijfde klas zat.Daar noemden ze me ‘brunchen’. Datbetekent bruintje in het Fries.” Ook‘drol’ in combinatie met het luidruchtigophalen van de neus en de ‘Hm, ikruik poep’ krijgt hij in zijn kinderjarengeregeld naar zijn hoofd geslingerd.Het dorp waar hij toen woonde, bleekeen broeinest van nationaalsocialistischeopvattingen te zijn. Veemanheeft het door zijn Surinaamse uiterlijkdaarom flink moeten ontgelden. “Zewaren behoorlijk racistisch, maar ikheb er toch altijd goed mee om kunnengaan. Een groep jongens pakte altijdmijn tas af en gooide de inhoud van detrap af. Daarna probeerden ze mij erook vanaf te duwen, wat ze meestaldan weer niet lukte. Ineens besefteik dat ik gewoon wat slimmer moestzijn. Ik heb de grootste jongen dusvan de trap laten struikelen waarna ikbovenop hem ben gesprongen en riep:‘Nu is het afgelopen!’ Daarna is hij met hangende pootjes zijn excuses komenaanbieden.”Waar zijn Surinaamse uiterlijk hem inhet verleden in moeilijke confrontatiesbracht, lijkt het nu juist in zijn voordeelte werken. Hij is een beroepsmuzikantdie in het ‘Grunnings’ (Gronings)zingt. Het tegenstrijdige beeld van eendonkere man die in een oer-Hollandsboers accent zingt, levert hem veelreacties op. Een streekgenoot preeshem met de woorden: ‘Groninger poëzieuit de mond van een negroïde manmet kroeshaar. Het is zo echt Groningsdat je heel even alle mensen van dewereld voor die man wilt verruilen.’Hij mag dan een wonderlijke rariteitin de muziekwereld van de streektalenzijn, maar het is de kwaliteit van zijnmuziek die hem zo gewild maakt. Inmiddelsis Veeman een beroemdheid inde provincie Groningen. Sinds diversevrienden zich openlijk afvroegen hoede muziek van Veeman in het Groningszou klinken, doet hij niet anders danzingen in die taal. En met succes, want met gemak trekt hij hele zalen vol.
Zoektocht
Hoewel hij nooit echt de behoefte hadom naar zijn vader op zoek te gaan,was hij wel heel benieuwd naar dewortels van zijn muzikaliteit. Naast dathij zanger en componist is, bespeelt hijook een scala aan instrumenten zoalscontrabas, gitaar en drums. Toen hijPatricia van Daal op het scherm vanzijn computer zag, wist hij het meteen.Naast de uiterlijke gelijkenissenherkende hij ook zijn muzikale talentin haar. “Ze doet hetzelfde met datliedje wat ik ook met mijn Groningsetaal doe. We proberen beiden mensenvia gevoelige liedjes te raken. Dat vielme met dat liedje ‘Bromtji Fu Mi Dreng’heel erg op. Ook al versta je het niet.Je voelt het.”Uiteindelijk lukt het Veeman en Vander Hoek om contact met Van Daalte leggen. De Suripop-zangeres vroegzich openlijk af waarom het duo nogniet bij haar vader is geweest. ‘Diewoont immers ook in het NederlandseGroningen’, liet ze weten. Veemanstond perplex. Zijn familie woonde aljaren praktisch bij hem om de hoek.“En niet één iemand, maar een heleenclave van een mannetje of zestig.”Hoewel hij met open armen werd verwelkomd,had hij het er wel een beetjemoeilijk mee. “Ik heb door de jarenheen een opstelling gecreëerd dat ikeigenlijk niet zoveel van familie wil. Ikwil namelijk graag binding, maar diekomt nooit echt tot stand. Straks stapik er vol in, gaat het mis en sta ik weeralleen op straat”, is hoe Veeman zijngedachten verwoordt.Zijn reis naar Suriname heeft veelveranderd. “Ik heb nu echt heel veelmensen gezien en zelfs mijn tanteontmoet, de zus van mijn vader. Datwas bijzonder en bizar tegelijk. Aanhet einde van het gesprek komt ze meteen foto aanzetten van mijn moedermet mij in haar armen.” Zijn tantevond deze foto in het huis van Veemansvader, nadat deze was overledenaan kanker. Dus hij wist het wel, is heteerste wat Veeman dacht. “Ik was aldie tijd in de veronderstelling dat mijnvader niet van mijn bestaan wist. Dusdaar ben ik nog een beetje over aanhet…” Hij maakt zijn zin niet af, maarvervolgt schouderophalend: “What thefuck!”Veeman hoorde tijdens deze zoektochtverschillende versies van het verhaal over zijn vader. Eerst dacht hij dat zijn vader eencrimineel was en door politiegeweld om het levenwas gekomen. Later bleek dat niet te kloppen. Ookdacht hij dat zijn vader niet wist dat hij een zoonhad, en vervolgens weer wel. “Ik dacht: wie moet iknou nog geloven? Dat is een heftige ervaring.” Hetverwerkingsproces is al in volle gang. “Ik heb doorde jaren heen een rotsvast systeem opgebouwd. Ikzeg altijd maar: alles wat je tegenkomt, kun je enmag je dragen. Dit dus ook. Blijkbaar kan ik dit allemaalaan. Het klinkt een beetje zen, maar ik denkdat dit de manier is om ermee om te gaan.”Net als veel Surinaamse Nederlanders die sindslange tijd hun moederland bezoeken had Veeman,hoewel nooit eerder in Suriname geweest, het gevoelvan thuiskomen toen hij op Zanderij aankwam.“Ik snapte er geen reet van. De instelling van demensen was zo relaxed. In Nederland ben je, zekerals kleurling in Groningen, een vreemde eend in debijt. Hier is dat niet zo is. Ik voel me wel een beetjeSurinaams. Dat voelde ik heel duidelijk.”
Muzikale roots
Vergezeld door een filmploeg, bezochten Veeman enVan der Hoek Coronie, de woonplaats van zijn familie.Naast familiaire banden trof hij daar ook diversemuzikale gelijkenissen aan. Zo was zijn overgrootvaderorganist en zag hij foto’s van een familielid vantwee generaties terug met een contrabas, wat hijzelf ook speelt. “Dat was wel een beetje een verrassing.Maar aan de andere kant weet ik dat donkeremensen, het klinkt misschien heel Nederlands, veelmuzikaler zijn dan die stijve Nederlanders.”Ook de geluiden van Suriname vielen hem op. “Aldie krekels, het kabbelende water en de wapperendebladeren. Terwijl ik rustig zit, bedenk ik mij welkenieuwe geluiden mij iets zouden kunnen geven.”Veeman is bedreven in het omzetten van herinneringenaan geluiden naar mooie muzikale composities.Zo haalde hij eerder veel inspiratie uit de boerderijvan familie Van der Hoek. En zo was er ook die eneveer die de deur van het toilet automatisch dichttrok.Veeman maakte er een apart muzikaal akkoord van.“De blaadjes waren voor mij de strijkers die tremolospeelden. Zo heb ik dat altijd gebruikt in muziek.”Veeman sluit niet uit dat hij in de toekomst ook vande geluiden van Suriname muziek maakt. Toen Vander Hoek hem vroeg of Suriname hem nu in zijngreep heeft, zegt hij al zwetend: “Het valt letterlijkals een warme jas over mij heen.”De documentaire Mijn broer Arnold gaat deze maandin een Nederlandse bioscoop in première.