Vanuit de cultuurtuin: Ba Anansi en zijn imago – Parbode Sneak Peek
Al een paar dagen lag Anansi in zijn hangmat. Hij at niet, hij sprak niet. Hij mompelde in zichzelf, ‘i a, i o, i a, i o, …’. Ma Akuba had al eens gevraagd, of Anansi zich niet lekker voelde. Maar nee, dat was het niet. Of hem iets dwars zat misschien. “Ook niet”, snauwde Anansi en draaide zich om. Ma Akuba kookte een lekkere okersoep. Maar zelfs dat hielp niet.
Toen werd het Ma Akuba teveel. Ze stampte met haar voet op de grond. “Wat is er aan de hand? Ik wil het weten! NU!”Ze stampte zo hard en ze sprak zo luid dat Anansi pardoes door de oude hangmat viel en alle kinderen geschrokken kwamen aanrennen. Anansi kwam moeizaam overeind. Hij keek naar Ma Akuba en vervolgens naar zijn kinderen. Wat waren het er veel! Waren die allemaal van hem? Enfin…
Hij schraapte zijn keel: “Lieve vrouw, allerbeste kinderen, ik ben niet tevreden over mijn imago!” Het werd even heel stil in de voorzaal. De kinderen keken elkaar niet begrijpend aan. “Men noemt mij sluw, terwijl ik enorm intelligent ben. Ik zou gierig en gulzig zijn, terwijl ik assertief ben. Men roddelt dat ik harteloos zou zijn, terwijl jullie weten dat ik daadkracht bezit. Die verhaaltjes, daar herken ik mijzelf niet in. Verzinsels, allemaal fake!” Dat laatste woord had Anansi nog onthouden uit de tijd dat hij zich had voorgedaan als Amerikaan.
Anansi ging verder: “Die verzinsels gaan de hele wereld over, en dat moet stoppen, NU!” Anansi keek Ma Akuba en zijn kinderen trouwhartig aan. “Als jullie nou ieder een verhaal schrijven, waarin mijn ware aard naar voren komt, dan, dan….” Anansi maakte zijn zin niet af. “Ma Akuba, ik laat het verder aan jou over. Ik zie de resultaten vanavond om zes uur.” En Anansi keerde terug naar zijn gescheurde hangmat.
Ma Akuba was helemaal beduusd van die verantwoordelijke opdracht. Ze zette alle negentien kinderen aan het werk. Het was een geroezemoes van jewelste! “Zo, mond dicht”, riep Ma Akuba. “Ik ben hier, voor het geval er vragen zijn.” Het werd heel stil aan de grote tafel, een gemakkelijke opdracht was het niet. Rita keek in gedachten naar buiten. Kelvin hield zijn hand voor zijn blaadje, want Angelique wilde afkijken. Dyon grinnikte zachtjes, hij had al een grappig idee. Om zes uur had iedereen zijn verhaaltje klaar. Oh, oh, wat waren ze trots!
Ma Akuba verzamelde alle blaadjes, verbeterde hier en daar een ‘d’ in een ‘t’, zette de puntjes op de i en met een tevreden gevoel gaf ze de verhalen aan Anansi. Haastig keek Anansi de papieren door. Hij zuchtte, zoveel blaadjes… Langer dan twee minuten kon hij zijn aandacht nergens bij houden. Wie wilde die blaadjes lezen? Pa Uil natuurlijk, die hield van verhaaltjes en hij was wijs. Niet zo wijs als Anansi natuurlijk, maar toch. Pa Uil was in de avonduren altijd op zijn best, en prompt om acht uur klopte Anansi aan bij de boom van de uil.
“Pa Uil, kan ik u even spreken?” Pa Uil deed zijn ogen even open, en snel weer dicht. Wie kon dat zijn, zo vroeg op de avond? “Kom maar boven”, kraste hij. Anansi rolde de blaadjes op en klom behendig de boom in.
“Goedenavond, Pa Uil, hoe gaat het met U”, begon Anansi met een diepe buiging. “Mijn hartgrondige dank, dat u mij wilt ontvangen, op zo korte term…”
“Ja, ja”, onderbrak Pa Uil hem. “Ter zake, wat heb je daar in je hand?”
“Allemaal waar gebeurde verhalen, over mij.” Anansi voelde zich plotseling verlegen.
“Geef maar hier”, sprak Pa Uil, en hij begon te lezen. Het was een tijdje heel stil in de boom. Anansi bewoog zich niet. Eindelijk keek Pa Uil op. “Boi, Boi, Boi”, sprak hij nadenkend, wie heeft die verhalen in godsnaam geschreven?”
“Ma Akuba met de kinderen”, zei Anansi bedeesd, “niet goed soms?”
“Boi, Boi, Boi, en wat is de bedoeling, als ik vragen mag?”
“Ik dacht aan een boek, voor mijn imago, begrijpt U?”
Pa Uil knipperde even met zijn ogen, Anansi en een moeilijk woord, dat was nieuw.
“En wie denk je dat zo’n boek gaat kopen in deze crisistijd? De mensen hebben geen geld en geen tijd om te lezen.” Anansi was even uit het veld geslagen, maar niet voor lang. Toen fluisterde hij Pa Uil iets in zijn oor. “Boi, Boi, Boi,” reageerde de uil, “daar vraag je me wat. Ik doe het, omdat jij het bent! Kom over twee dagen terug.”
Diezelfde nacht zocht Pa Uil de beste verhalen uit, plakte hier en daar zinnetjes bij, haalde stukjes weg, en voegde regelmatig zijn stopwoordje toe. De volgende dag had hij al vijf verhalen bewerkt en na twee dagen was hij klaar. Kakafowru maakte de tekeningen en mijnheer Popokai zorgde voor het drukwerk. Nog geen week later waren alle boeken klaar. Hoe nu verder?
Anansi kreeg opnieuw een ingeving. Hij nam een boek en overhandigde het exemplaar na het middageten plechtig aan Ma Akuba. Die begon direct voor te lezen. Maar bij het eerste verhaal barstte Dijon in tranen uit. “Dit is mijn verhaal niet,” snikte hij. En ook Miriam, Anyra en Marny herkenden hun verhaal niet meer.
Het hele artikel is te lezen in het oktobernummer van Parbode.