Baanbrekend jaguar-onderzoek in Guyana
Het regent pijpenstelen. Donkere modder spat op en laat een dikke, bruinrode laag bauxietsmurrie achter op onze witte Toyota Landcruiser. Waar de blubber het diepst is, verliest de terreinwagen grip en begint de achterkant vervaarlijk heen en weer te slingeren. We zijn in het diepe binnenland van Guyana.
Evi Paemelaere (33) verhuisde hier vijf jaar geleden naartoe, met een bijzondere missie. Ze ging er werken voor de internationale organisatie Panthera, en wel om de jaguar in kaart te brengen. Deze katachtige, de grootste op het westelijk halfrond, kwam ooit voor van het zuiden van de Verenigde Staten tot Argentinië. Decennia van jacht en de levendige handel van hun vacht in de jaren zestig en zeventig, zorgden er echter voor dat hun voortbestaan ernstig onder druk is komen te staan. Ontbossing en illegale goudwinning maakten ook nog eens dat hun natuurlijke biotoop – regenwouden en savannes – de afgelopen honderd jaar meer dan de helft kleiner werd.
“Als er geen actie wordt ondernomen, dan kan de jaguar binnen enkele jaren een bedreigde diersoort zijn. Dat zou grote gevolgen hebben. Wanneer een roofdier wegvalt dat aan de top van de voedselketen staat, dan verandert het hele ecosysteem”, legt Paemelaere uit. “Verdwijnt de jaguar, dan neemt het aantal kleinere katachtigen toe, zoals de ocelot. Die zullen meer kleinere prooien vangen, waardoor de hele structuur van het bos verandert. Het zijn namelijk die prooien die zaden van planten verspreiden. We helpen dus niet alleen de jaguar, maar werken indirect aan het voortbestaan van het volledige regenwoud.”
Lees de reportage, nu in Parbode