Bakkeljauw
Oorsprong
Bakkeljauw kennen we allemaal, van klipvis of stokvis hebben de meeste mensen waarschijnlijk nog nooit gehoord. Toch is het allemaal hetzelfde. Bakkeljauw is niets anders dan gedroogde en gezouten kabeljauw en werd vroeger (en op sommige plaatsen nu nog steeds) te drogen gelegd op klippen of gehangen aan stokken. Het verhaal gaat dat de Indianen in het oosten van Canada die kunst als eerste beheersten en dat de Vikingen het op een van hun reizen rond het jaar 1000 hebben afgekeken. De verse vis wordt opengesneden, de ingewanden verwijderd, om de vis vervolgens met een lading zout te drogen te leggen. Daardoor blijft het lange tijd houdbaar. Tegenwoordig is er ook bakkeljauw op de markt die is gemaakt van koolvis of schelvis, maar de echte liefhebbers geven toch de voorkeur aan de originele kabeljauw-versie.
Benodigdheden
1 pond bakkeljauw (filet)
1 ui
4 teentjes knoflook
2 grote rode pepers
2 eetlepels tomatenpasta
1 theelepel suiker
1 theelepel adjinomoto
6 theelepels olie
Bereidingswijze
De bakkeljauw minstens een half uur weken in water, daarna het vel verwijderen, uitpluizen, afspoelen en uitwringen. Ui, knoflook en peper fijn snijden. Verhit wat olie in een wok of pan en bak hierin de stukjes bakkeljauwdroog. Voeg vervolgens de ui, knoflook en peper toe. Als de ui goudgeel is gebakken, voeg dan de tomatenpasta, suiker en adjinomoto toe en schep het geheel goed om. Laat het gedurende vijf minuten op een zacht vuurtje pruttelen. Met rijst of gebakken cassave serveren