Bambi de oefenbaby
Voor kinderen kan de Surinamer streng zijn, maar bij het zien van zijn vogeltje smelt hij. Weerloze liefde voor die ondeugende monki-monki, die rebbelende papegaai, die trouwe hond of kat.
Kortom: een rubriek over mensen en hun dierbaarste huisgenoot.
Kijk schat, dan kan je vast oefenen’. Met deze woorden en een flesje babymelk kwam de vriend van Iris Buijs op een dag terug van zijn werk. “Ik wist nog maar net dat ik zwanger was en dacht: o, nee! Hij heeft bij iemand een baby geregeld.” Maar een paar minuten later kwam hij binnen met een doos met daarin een heel klein en fragiel hertje, een beestje van amper twee weken oud.
Een paar uur eerder zat het dier nog vast aan een riem ergens in het binnenland en werd door een stel kinderen over het gras heen gesleurd. Waarschijnlijk was ze nog maar net geboren. Haar moeder was geschoten en bij het opensnijden hebben ze het babyhertje eruit gehaald. Een kennis van Buijs en haar vriend vond dit zo zielig, dat hij haar voor een paar srd heeft gekocht. “En iedereen die een beest heeft en niet weet wat hij ermee aanmoet, komt op de een of andere manier altijd naar mijn vriend toe.”
Net als bij een echte baby krijgt het diertje natuurlijk ook een naam: Bambi. “Sja, want een hert heet toch gewoon Bambi?, zei mijn vriend. Eigenlijk ben ik het met deze naam helemaal niet eens”, vertelt Buijs. “Ik vind het net zo’n naam van een pornoster. Ik schaam me ook echt wel een beetje als mensen aan me vragen hoe ze heet.” Het is ochtend en dus tijd voor Bambi voor haar flesje met babyvoeding. Buijs pakt haar voorzichtig op uit haar hok dat bedekt is met kranten en zachte kussens. Haar ‘oefenbaby’ begint druk in haar nek te likken. “Ze heeft dorst, nu is ze echt op zoek naar een borst.” Inderdaad, op het moment dat de fles in de buurt is begint Bambi gulzig te drinken. Binnen een minuut is het ook op. “Ik wist eerst echt niks over herten. Ja, alleen van die tekenfilm. We hadden in eerste instantie gehoord dat ze om de twee uur de fles moest. Dus moest ik ’s nachts steeds mijn wekker zetten. Mijn vriend zat dan meestal lekker in het binnenland. Achteraf was het eigenlijk helemaal niet nodig om haar zo vaak eten te geven. Nu krijgt ze vier keer per dag en af en toe graast ze ook al in de tuin. Heel groot wordt ze trouwens niet. Ongeveer zo groot als een volwassen hond.”
Na haar flesje mag Bambi nog even rondlopen door het huis. Maar op het moment dat ze haar kleedje verlaat en met haar fragiele pootjes de plavuizen raakt, is de gelijkenis met haar evenbeeld uit de disneyfilm compleet. Met veel moeite probeert ze haar lange en dunne pootjes bij elkaar te houden. Het lijken wel breekbare luciferhoutjes. Een aandoenlijk, maar stiekem ook wel lachwekkend tafereel. Bambi glijdt door de kamer, totdat ze helemaal in split ligt en geen kant meer op kan.
Ondanks dat deze vertoning iets anders doet vermoeden, gaat het lopen op een normale ondergrond haar prima af. “Eerst stond ze echt nog heel wankel op haar pootjes. Dan was het bonk, bonk en knalde ze overal tegenop. Maar pas sprong ze zomaar van de grond over de bank heen.”
Bambi heeft in Buijs haar nieuwe moeder gevonden. “Ze loopt echt constant achter me aan, overal waar ik heen ga. Ze slaapt ook wel eens in de logeerkamer en als ik dan langsloop om naar de wc te gaan is het meeh, meeh. We hebben haar ritme afgestemd op het onze. ’s Ochtends als we wakker worden krijgt ze de fles en ’s avonds als wij gaan slapen, gaat zij ook. Althans, wij hebben haar nog nooit echt zien slapen. Als je aan komt lopen, schrikt ze meestal op. Maar straks hebben we er bijna geen omkijken meer naar. Over een tijdje mag ze namelijk echt de tuin in en moet ze steeds meer gaan grazen. Ik denk nog twee maanden ongeveer. De ren is er al, maar moet nog afgesloten worden zodat de honden haar niet altijd kunnen zien. Maar nu springt ze soms al uit haar hok zo de tuin in en huppelt dan vrolijk door het gras.
”Maar ik weet ook niet precies wat echt goed is voor zo’n beest, misschien is het wel beter als ze later bij andere herten leeft. Maar als ze wat groter is, gaat het misschien ook wel goed met onze hond. Pas zaten ze ook gewoon naast elkaar. We kijken wel hoe het in de toekomst gaat.”
ASTRID KROON