Barre tijden
Van de week stond ik te wachten op een T-kruising. Ik wilde naar links afslaan, maar moest volgens de verkeersregels voorrang verlenen aan het verkeer op de doorgaande weg. Op die doorgaande weg kwam een auto aanrijden. Hij had zijn richtingaanwijzer aanstaan, die wees naar links. Ik kon dus eenvoudig besluiten om ook links af te slaan. Toch bleef ik wachten tot ik er zeker van was dat de auto vaart minderde en ik daaruit kon afleiden dat hij ook werkelijk zijn plan om naar links te gaan uitvoerde.
Een moment van zelfreflectie. Waarom deed ik dat in hemelsnaam, vroeg ik mij af. Een jaar geleden nog zou ik onmiddellijk hebben aangenomen dat de bestuurder ook werkelijk naar links zou afslaan. Nu niet, niet meer. Maar waarom? Opeens wist ik het weer. Mijn gedrag was te verklaren door ervaringen uit het verleden. Ik zal dit nader toelichten. Daarvoor moeten we terug naar eind jaren tachtig, begin jaren negentig.
Als we terugdenken aan die periode, aan crisis en IMF, dan denken we automatisch aan lege schappen, aan schaarste, aan voedselpakketten. Artikelen waarvan je de helft eigenlijk nooit gebruikte, maar nu in hemelsnaam dan maar wel. We denken ook aan lange rijen en dat als we een dergelijke rij zagen, onmiddellijk uit de auto stapten of van de fiets af sprongen. Zonder ons te bedenken sloten we achteraan in die lange rij. Als er zo veel mensen in de rij stonden, dan zou er zeker iets te koop zijn wat wij konden gebruiken, of anders een naast familielid.
We denken ook aan het restje toiletpapier dat je altijd bij je moest hebben, want geen enkel toilet was voorzien van papier. Ja, alleen bij dat ene luxe hotel in het centrum van de stad was toiletpapier voorradig, maar dat was dan ook het enige toilet waar je niet je eigen toiletpapier hoefde aan te spreken. En die reservoirs met een drukpompje voorzien van zachte zeep of schuim, die we nu als normaal beschouwen, kenden we niet eens. In het beste geval lag er bij het fonteintje een stukje zeep, een kwart stukje, afgesneden van het goedkoopste blokje blauwe zeep. ‘Maar u had het over auto’s. U vroeg zich af waarom u daar wachtte, komt er nog wat van’, zult u zeggen. Geduld, ik werk ernaar toe. Waar we niet direct aan denken, is aan het feit dat de schaarste niet alleen ontstond op het gebied van voedingsmiddelen en toiletartikelen, maar ook op andere gebieden. Ik kan me nog herinneren dat een collega in het bezit was van een auto die niet wilde starten. Dat gebeurde nogal eens in die tijd. Hij deed de klep van het vervoermiddel open om de zaak weer aan de praat te krijgen en wat zag ik? Ik, die toch weinig verstand had van auto’s en nog minder van motors, zeker in die tijd? Ik zag in de ingewanden van de auto een doos, die op zijn plaats werd gehouden door wel acht stevige ‘postbode elastieken’. Pas veel later begreep ik dat die doos een batterij was. Wat wel onmiddellijk tot me doordrong, was dat ik geconfronteerd werd met een creatieve oplossing voor een probleem van schaarste.
De crisis duurde destijds overigens echt wel langer dan de twee jaar die ons nu in het vooruitzicht worden gesteld. Toen ik jaren later dan ook mijn vierdehands Nissan had gekocht, wilde deze Sunny op een gegeven moment ook niet meer starten. Daarvoor had een monteur me, bij gebrek aan onderdelen, een handige noodoplossing aangedragen. Dat ging als volgt. Ik stapte bedaard uit, deed vervolgens parmantig de klep open, sloeg met een daarvoor meegenomen handbezem een paar keer hard op een bepaald onderdeel in de auto, vraagt u me niet naar de naam. Klep weer dicht, terug naar het stuur, opnieuw starten en ja hoor de auto deed het weer. Bewonderende blikken van technische collega’s die meereden was mijn deel.
Ach, lieve mensen, ik ben bang dat we over niet al te lange tijd auto’s al van verre kunnen horen aankomen. Al rammelend en hijgend komen ze aansukkelen over verzakkende wegen met verraderlijke kuilen. We gaan terug naar de tijd dat het portier van de auto alleen van de buitenkant kon worden geopend, dat het raampje niet meer naar beneden kon worden gedraaid, of omgekeerd. We gaan terug naar de tijd dat er banden met profiel werden geleend van een goede buur of verre vriend om door de keuring heen te komen.
En naar die tijd ging ik heel even terug, terwijl ik op die T-kruising stond. Immers, tijdens die crisis knipperden nogal wat richtingaanwijzers voortdurend. De oorzaak moest gezocht worden in een defecte richtingaanwijzer. Ik maakte een eind aan mijn gepeins en sloeg linksaf. De bestuurder van de andere auto deed hetzelfde. Nog wel.
Ik breng u dit alles in herinnering in de hoop en verwachting dat dit beeld gaat leven. En dat u, die in 2020 – of zoveel eerder als mogelijk is – mag stemmen, ook dit beeld meeneemt bij de vaststelling van uw keuze.