Bellen met haken en ogen
Jaren heeft de Surinaamse beller er op gewacht: het doorbreken van de monopoliepositie van het maar aanrommelende staatsbedrijf Telesur. En eindelijk eens gebruik te kunnen maken van aanbieders die de klant wel serieus nemen. Met de komst van Digicel en Uniqa leek die droom in vervulling te gaan. Maar de bittere werkelijkheid is dat we ons als beller nog altijd moeten behelpen en we er uiteindelijk nog weinig beter van zijn geworden. Met vooral dank aan Telesur. Weliswaar vliegen in de overdadige reclamecampagnes de spotgoedkope mobieltjes en aanbiedingen ons om de oren, veel goedkoper zijn we niet uit. Oké, voor bellen van Digicel naar Digicel, van Uniqa naar Uniqa en van Telesur naar Telesur valt het nog wel mee, maar van de ene provider naar de andere is een flink stuk duurder. Als je al verbinding kunt krijgen, want vooral Telesur doet zijn uiterste best om vooral Digicel zoveel mogelijk te dwarsbomen. Tenminste, dat zeggen ze bij Digicel. Telesur daarentegen beweert dat ze hun uiterste best doen en dat ze bij Digicel technische steken laten vallen. De consument koopt daar natuurlijk niks voor. Die wil maar één ding: bellen, sms-en en al die andere handige dingetjes doen die het mobiele netwerk tegenwoordig biedt. Dat eerste lukt met horten en stoten, het sms-en is een hobbel die Telesur maar niet wil wegnemen. En dus kun je alleen maar hopen dat als je iemand een berichtje wilt sturen, de ontvanger zo slim is geweest om zich bij dezelfde provider aan te sluiten. Telesur verdient in ieder geval niet de hoofdprijs voor fairplay. Het (voorlopig) absolute dieptepunt werd buiten het veld bereikt, toen op de eerste dag van de Avondvierdaagse ‘aanhangers’ van Telesur de wandelende ‘vijanden’ van Digicel met stenen bekogelden. Twee mensen liepen daarbij verwondingen op. Ook is gebleken dat Telesur binnen de muren van het eigen bedrijf een ware haatsfeer onder medewerkers richting Digicel aan het kweken is. Tja, als je al je energie in oorlogje voeren stopt, moet de consument uiteindelijk het gelag betalen. Dat men zich bij het staatsbedrijf zorgen maakt over de toekomst, is overigens terecht. In alle landen in de regio waar een nieuwe speler op de telecommunicatiemarkt (in de meeste gevallen Digicel) is gekomen, hebben de bestaande bedrijven de gevolgen aan den lijve ondervonden. Op Trinidad boekte het staatsbedrijf TSTT in het boekjaar 2006-2007, na de komst van Digicel, voor het eerst in haar geschiedenis verlies. Werd een jaar eerder nog een aanzienlijke winst geboekt van ruim veertig miljoen US dollar, 2006-2007 werd afgesloten met een verlies van ruim 38 miljoen US dollar. Met het telecommunicatiebedrijf op Barbados gaat het dankzij de concurrentie van Digicel niet veel beter. Ook op Curaçao had de komst van Digicel verstrekkende gevolgen voor het staatsbedrijf UTS, dat voor een deel eigenaar is van Uniqa in Suriname. Treiteren De frustraties bij de Telesur-bazen hebben tot de opmerkelijke stap geleid dat Digicel en Uniqa hun reclameboodschappen niet meer via TV2 en ATV mogen overbrengen aan de kijker. De televisiestations zijn immers eigendom van Telesur. Dat, juist in deze tijden van dreigende financiële nood, de advertenties veel geld in het laatje kunnen brengen, beseft men schijnbaar niet. Bovendien zegt het veel over de onafhankelijkheid van de staatsmedia in ons land. Alles wordt uit de kast gehaald om de concurrentie als slecht af te schilderen. Roy Adema, lid van de Raad van Commissarissen van Telesur, bekritiseerde Digicel omdat het Surinamers zou hebben opgeroepen Telesur de rug toe te keren. En dat is volgens hem schandalig. Want, zo stelde hij, als een Surinaams bedrijf in Ierland zou vertellen dat ze het Surinaamse product moeten kopen in plaats van het Ierse, dan zouden de Ieren ook diep beledigd zijn. Een vreemde opvatting van Adema, die kennelijk nooit van ondernemerschap en concurrentie heeft gehoord, waarbij degene die het beste product verkoopt, de grootste kans op succes heeft. Fatsoen Telesur heeft sowieso geen enkele boodschap aan de rest van de wereld. Niet alleen dwarsbomen ze de concurrentie op een wijze die te kinderachtig is voor woorden, ook op andere manieren toont het bedrijf weinig fatsoen. Op 9 maart, de dag dat door onderhoudswerkzaamheden de stroomvoorziening in ons land aan een zijden draadje hing en de meeste televisiestations besloten om niet uit te zenden om op die manier de druk op het elektriciteitsnet te verminderen, deden ATV en TV2 alsof er niets aan de hand was en gingen stoïcijns door met uitzenden. Het ene staatsbedrijf dat een dringend advies van een ander staatsbedrijf koppig in de wind slaat en daarmee dus een slecht signaal afgeeft aan de rest van de samenleving. Ondanks alle overdadige reclameboodschappen en voordeelacties, slaagt Telesur er echter niet in om het beste product af te leveren. Wat dat betreft is er weinig veranderd in vergelijking met de periode dat het bedrijf een monopoliepositie had. Abonnees met vaste aansluitingen worden bij problemen nog altijd door de storingsdienst van het kastje naar de muur gestuurd (‘U moet niet zo ongeduldig zijn’, zo klinkt het na de tiende wanhopige klacht) en zijn soms dagenlang verstoken van telefoon en internet. Mobiel bellen is van tijd tot tijd schier onmogelijk. Maar ook concurrenten Digicel en Uniqa laten steken vallen en komen hun beloften niet altijd na. De bewering van Digicel dat je in de hele kuststrook en een deel van het binnenland bereik hebt, is een leugentje om bestwil. Probeer in bewoond gebied tussen Hamburg en Groningen te bellen, en je onderneemt een tevergeefse actie. Of rij in Coronie over de oostwestverbinding, en je zult merken dat je slechts sporadisch een verbinding tot stand kunt brengen. Ook het bereik van Uniqa houdt menig malen te wensen over. Wie de slag om de beller gaat winnen, is nog onduidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat Telesur dankzij alle boycotacties het laatste beetje krediet bij de consument aan het verspelen is. Dat tij zal alleen maar kunnen worden gekeerd als het bedrijf zich zal gaan opstellen als een volwassen onderneming, die een eerlijke concurrentiestrijd niet schuwt. Maar bovenal zullen de drie providers gezamenlijk moeten streven naar een compleet netwerk, zodat de consument niet, zoals nu, wordt afgescheept met een half product.