BEP-erevoorzitter Caprino Alendy: ‘Borbori en loslosi telt niet’ – Parbode Sneak Peek
Van een afstand volgt Caprino Alendy (66), voormalig voorzitter van de Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP), de ontwikkelingen in ons land. Volgens Alendy is het aan de jonge generatie om uit de fouten van de ouderen te leren en het beter aan te pakken.
Door Aidy Agodeba
Alendy is in het dorp Nikii in het district Marowijne geboren. Als kleine jongen verhuisde hij met zijn ouders naar Nickerie, omdat er toen weinig werkgelegenheid was in het achterland. Vader Alendy kwam in aanmerking voor een baan in de houtsector in Nieuw-Nickerie, maar na enkele maanden gaf hij die op voor een betrekking bij de Stichting Machinale Landbouw in het dorpje Wageningen. Alendy heeft leuke herinneringen aan zijn periode in het rijstdistrict, waar hij de lagere school en mulo doorliep. Voor verdere studie moest hij naar Paramaribo, waar hij voor leerkracht heeft gestudeerd.
Toen hij op zijn 22-ste zijn diploma behaalde, was er in Wageningen geen plaatsingsmogelijkheid. Hij begon daarom op de A.R. Leeuwinschool in Paramaribo. Twee jaar later kon hij wel terug naar Wageningen. In zijn loopbaan als leerkracht heeft hij in verschillende districten lesgegeven, in de vakken aardrijkskunde, Nederlands, natuurkunde en geschiedenis. Later promoveerde hij tot schoolhoofd. Hij blikt tevreden terug op zijn bijdrage in het onderwijs.
“Als schoolhoofd heb ik een heel prettige en vruchtbare tijd gehad. Er was toen geen gebrek aan middelen en op de scholen waar ik werd geplaatst, waren er genoegzaam bevoegde leerkrachten. Alleen in Coronie niet. Maar ik moet zeggen dat de attitude van de leerkrachten aan wie ik leiding heb gegeven, uitstekend was. Ze bereidden zich goed voor en er was ook een goed contact met de leerlingen. Ik heb als schoolhoofd bovendien geen slechte resultaten gekend”, zegt Alendy.
Slagingspercentages stegen
Alleen de uitdaging in Coronie ligt hem nog vers in het geheugen. In 1984 moest hij hier leiding geven aan de muloschool. Het slagingspercentage was er toen al jaren aan de lage kant. Door zijn inzet en de bijdrage van de leerkrachten, met wie hij volgens hem altijd plezierig heeft samengewerkt, steeg het slagingspercentage ieder jaar. Bij zijn vertrek lag het voor zowel mulo als lbo op ruim negentig procent, zegt Alendy. Uiteindelijk werd hij weer overgeplaatst naar Paramaribo, waar hij 26 jaar, tot aan zijn pensionering, leiding gaf aan Mulo Latour.
Ook hier wist hij het slagingspercentage te verhogen, van 35 procent naar tussen de zestig en zeventig procent. Hij merkt op dat het percentage voor zijn vertrek weer langzaam daalde. “Mijn ervaring is dat zolang het economisch slecht gaat in het land, de leerprestaties ook achteruitgaan. Begrijpelijk, omdat kinderen de ouders soms moeten helpen om brood op tafel te leggen. Ook hebben de leerkrachten in zulke tijden meerdere banen, waardoor ze minder tijd besteden aan de studenten.” In vergelijking met nu was het onderwijs in het verleden beter georganiseerd, vindt hij.
Het hele artikel is te lezen in de septembereditie van Parbode.