Bestrijding kan ook zonder pesticiden
Bijen zijn bij de meeste mensen niet geliefd. Vooral de ‘geafrikaniseerde bij’ – in de volksmond ook ‘Killer Bee’ genoemd – jaagt velen schrik aan. De Bijendienst van het Korps Brandweer Suriname verdelgt de bijen met duizenden per dag, maar dit gaat imkers aan het hart. Zij zien bijen als nuttige beestjes, die niet zomaar met pesticide en vuur gedood moeten worden.
Zelfs de deurmat van imker Fabian Esajas (33) vertoont het patroon van een honingraat. Zijn huis is omringd met alles wat met de imkerij te maken heeft: een centrifuge om de honing uit de raten te halen, potjes om het zoete product in te bewaren, verschillende blaasbalgberokers om rook te produceren, honingzeven, lokkasten, imkerpakken, laarzen, handschoenen en een aftapvat gevuld met verse honing. In een ordner bewaart hij artikelen die over bijen zijn verschenen, aan de muur hangt een poster: ‘Spaar de bijen, spuit niet in open bloemen’. Wanneer Esajas over de kleine insecten praat, is het met liefde en passie. Alleen als het niet anders kan, zal hij de dieren doodmaken.
Vlucht- en aanvliegroutes
Bij de brandweer gaat het anders. In de maand februari alleen al ruimde de Bijendienst 182 nesten. In twee ploegen werken de brandweermannen dagelijks van ’s morgens zeven tot ’s avonds tien uur om bijen en wespen te bestrijden. Per dag komen in hoogtijperiodes tientallen meldingen binnen. Daar kan de brandweer – die maar één bijenwagen heeft – nauwelijks tegenop.
Wanneer de brandweer naar een melding gaat, wordt er eerst geobserveerd. “Je moet weten met welke dieren je te maken hebt, daarnaast moet je ontdekken waar ze zitten en welke vlucht- en aanvliegroutes er zijn”, legt hoofd Bijendienst Ludwig Narain uit. “Ook aan de warmte kan je voelen waar een nest in de wand zit”, vult collega Guno Goelzar aan. “En je kunt vaak op je gehoor af gaan.”
Nesten in huizen worden op twee manieren verdelgd. Soms maakt de brandweer een gaatje in de muur of vloer, waar vervolgens insecticide in wordt gespoten. “De bijen sterven allemaal, na tien tot vijftien minuten hoor je niets meer. Dan kan het nest worden opengemaakt en opgeruimd. Dit is echter de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het pand”, aldus Narain.
Nadeel
Het nadeel van deze aanpak is dat de honing niet meer kan worden gebruikt, omdat het in aanraking is geweest met de giftige chemicaliën. Daarom volgt de brandweer ook wel eens een andere procedure, vertelt Goelzar. “Deze methode lukt alleen als het donker is. We gebruiken dan rook om de bijen naar een hoek te drijven. Vervolgens kunnen we de honing uit het nest snijden, pas daarna bespuiten we het bijenvolk met kerosine.”
Welke manier de brandweer ook hanteert, het gros van de bijen overleeft het niet. “En terecht”, vindt Narain. “De bijen zitten overal, als we ze niet dood maken, is het bijenprobleem onbeheersbaar. Imkers doen hun werk, zij willen honing. Maar wij zijn belast met de bestrijding van de bijen. Wij moeten de gemeenschap beschermen en van de dieren verlossen als men daar last van heeft.”
Maar bijenhouder Esajas (33) vindt niet dat de bestrijding de dood van de bijen hoeft te betekenen. Hij leerde het vak van zijn oom, die ook verschillende bijenvolken had. Na een incident eind 2009 met een stel bijen in de achtertuin – waarbij zijn honden en de kat van de buren omkwamen – besloot hij de bijen alleen nog maar buiten de stad te houden. Nu heeft hij bijenkasten in Coronie en Saramacca. Wanneer mensen hem bellen over overlast van bijen, hoeft hij de dieren dan ook niet te doden. “Ik vang de bijtjes en breng hen naar de imkerij. Dan leveren ze ook nog honing op.”
Volgens Esajas is het vangen en verplaatsen van de bijen veel beter dan het verdelgen van de nesten. “Vaak gaat de koningin niet dood bij de methodes die de brandweer hanteert. Wanneer de koningin een nieuw volk sticht, is dit vaak veel agressiever dan het vorige. Als je de bijen uitroeit, moet je in ieder geval zorgen dat de koningin dood is.”
Agressiever
Sjaak Khodabaks, hoofd afdeling Bijenteelt van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), is het met Esajas eens. “Wanneer de bijen besproeid worden met kerosine of chemicaliën, kruipen ze rond de koningin. Deze raakt daardoor vaak alleen verzwakt, maar ze sterft niet. De koningin weet te overleven, maar doordat ze lastig gevallen is, wordt ze agressiever. En wanneer de koningin agressief is, worden de andere bijen dat ook.”
Als imker Esajas bijen verwijdert, lokt hij ze met een ‘lokkast’. Hij zet een kast in de buurt van het gevonden bijennest. Dan haalt hij uit het nest de raat met broed (de larven en eitjes van toekomstige bijen) en plaatst dit in de lokkast. De koningin komt vervolgens op het broed in de kast af. Op haar beurt wordt zij weer gevolgd door het gros van het volk. In een kwartiertje vangt de imker en bijenbestrijder zo de bijen, zonder hen dood te maken. Hij neemt hen mee naar zijn imkerij, waar hij ze inzet voor de honingproductie. De honing uit het inmiddels lege nest, geeft Esajas meestal aan de eigenaar van het pand waar het nest zat. Verwijdering van een nest kost bij Esajas ten minste 150 srd. Dat is afhankelijk van de tijd die hij kwijt is aan het verwijderen van het nest, en dat kan – zeker wanneer het nest in een verkasting zit – nog wel eens oplopen. Volgens de brandweer, die de nesten gratis verwijdert, zijn de imkers alleen uit op geld en honing. Esajas voelt zich niet aangesproken door dit verwijt. “Ik heb ook jongens in dienst die ik moet betalen. Soms ben ik er een halve dag mee bezig, de brandweer maakt een gaatje en spuit daarin chemicaliën, maar ik breek het helemaal open. Daarnaast zijn er ook nog de kosten van mijn materiaal.”
Veel materiaal
Ook Khodabaks gelooft niet dat de imkers alleen op geld uit zijn: “Ze hebben veel materiaal nodig, bovendien duurt het een tijd voor het produceren van de honing geld oplevert.” Sommige nesten zal een imker niet verwijderen, weet hij. “Er zijn bijen die geen honing produceren, of die erg moeilijk te vangen zijn. Deze gevallen kunnen overgelaten worden aan de brandweer.”
LVV zegt sinds 1983 bezig te zijn met een structurele aanpak van de honingsector in Suriname. Hte ministerie wil bijenteelt stimuleren, omdat ‘er ruime potentie is voor groei van de bijenteeltsector’. Khodabaks hoopt dat de imkers en de brandweer meer samen gaan werken. “Bijen zijn enorm nuttig, 85 procent van de bloeiende omgeving hebben we aan hun bestuiving te danken. Ze produceren honing, een hoogwaardig voedingsmiddel. Daarbij leveren ze een indicatie van een schone omgeving, want bijen zijn milieugevoelig. Waar veel bijen zitten, is dus een gezond gebied.
“Mensen die last hebben van bijen moeten in ieder geval zelf niets ondernemen. Ze moeten gewoon de vakman bellen, die weet hoe hij met de bijen om kan gaan. Maak afspraken met de imker en pas als blijkt dat hij het nest niet kan verwijderen, moet de brandweer worden gebeld.”
Killer Bee In 1976 deed de ‘geafrikaniseerde bij’ zijn intrede in Suriname. Deze bij is beter bekend als de ‘Braziliaanse bij’ of ‘Killer Bee’. De bioloog Warwich E. Kerr leverde in de jaren vijftig van de vorige eeuw Afrikaanse bijen aan Braziliaanse imkers, omdat deze meer honing produceerden. In 1957 liet een imker per ongeluk enkele door Kerr geleverde bijenkoninginnen ontsnappen. Zij paarden met de Europese darren en verspreidden zich over heel Zuid-Amerika, waarbij ze de zwakkere Europese soorten wegconcurreerden. Afgaand op krantenartikelen sterven in Suriname jaarlijks zo’n twee personen aan steken van de Braziliaanse bij. Bij de Spoedeisende Hulp (SEH) komen geregeld slachtoffers van bijensteken binnen: in 2008 waren het er 156, in 2009 zelfs 199. De geafrikaniseerde bij gaat eerder over tot de aanval dan de Europese bij. Zijn gif is niet sterker, maar omdat geafrikaniseerde bijen vaak met meer tegelijk aanvallen, zal de hoeveelheid gif per aanval groter zijn. Aan een te grote hoeveelheid gif kan iemand overlijden. Bovendien kan de steek van zo’n bij – maar ook die van andere bijen – dodelijk zijn voor mensen met een allergie. Een bij steekt nooit zomaar. Er is altijd een aanleiding; ze worden gestoord of aangevallen. |
De honingbij |