Bewaakster van de koto, Christine van Russel-Henar, schrijft Prodo fu Koto – Parbode Sneak Peek
Een koto bestaat uit een angisa, yaki en rok. De rok moet uit verschillende lagen bestaan en gesteven zijn. Dat zijn de criteria om een kledingstuk koto te noemen. Uren van fotomateriaal en prenten bestuderen, gesprekken voeren en archieven onderzoeken, hebben geresulteerd in het boek Prodo Fu Koto: de trots van Afro-Surinaamse klederdracht. Eind vorig jaar bracht Christine van Russel-Henar, curator bij Het Koto Museum, het boek uit.
Tekst Kevin Headley
Op 15 februari 2024 presenteerde Van Russel-Henar het boek in een bomvolle Nationaal Archief Suriname. Ze vond het belangrijk om onderzoek te doen naar de ontwikkeling van het kledingstuk, omdat zij ervan overtuigd wilde zijn dat hetgeen zij vertelt in het Koto Museum ook werkelijk waar is. Verder vond ze het belangrijk om mythen, zoals dat jaloerse vrouwen van de plantage-eigenaren de totslaafgemaakte vrouwen opdroegen om de koto te dragen, te ontzenuwen. Men kan nu alle informatie over het belangrijke kledingstuk van de Afro-Surinamers in het boek vinden.
De koto
“Het woord koto voor de complete klederdracht is eindelijk begin 1900 ontstaan”, vertelt Van Russel-Henar. “Want na instelling van een wet kwam de yaki en werd het een poos koto-yaki genoemd en na een tijd werd het koto. Dus de klederdracht is de koto en met de koto wordt alles bedoeld: angisa, de hoofddoek, yaki, het jasje, het bovenstuk en de rok, omdat alle drie samengaan.
Volgens Van Russel-Henar had de koto vóór de afschaffing van de slavernij een andere naam.
Lees verder in het juninummer van Parbode, nu in de winkel
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Kijk op www.parbode.com/abonneren