Biologische kweekjes in plastic cupsen
Selenas Planten is de vijfde in een reeks bezoeken aankwekerijen van diverse pluimage. Want de woeste, ongerepte natuur van deSurinaamse jungle is overweldigend, maar het geeft ook veel voldoening om denatuur naar je eigen hand te zetten. Waar kun je dan terecht en wat is er zoalaan groen te krijgen?
Het eerstegedeelte van de Weg naar de Molen – naast Vabi – vormt met al zijn kuilen enhobbels een flinke hindernis, maar dan ben je er al bijna. Na een stukje nieuwasfalt, ligt links in de bocht kwekerij Selenas. Het is het domein van WillemBink. Nederlandse vader, Javaanse moeder. Planten kweken was zijn hobby, én eenmanier om de zorgen te vergeten toen zijn vorige bedrijf failliet ging. Diehobby liep nogal uit de hand; nu, zes jaar later, is hij Surinames grootste alshet gaat om groenteplantjes. De wederverkopers weten hem ook te vinden voorsierplanten, en hij staat aan de vooravond van het openen van een tuincentrumin Meerzorg. Bink: “Ik ben met Selenas, vernoemd naar mijn dochter, begonnenmet sierplanten. Maar ik zag door het verschuiven van de seizoenen bepaaldetekorten ontstaan bij de landbouwers. Als je traditioneel uitzaait op de grond,en er komt te veel regen, dan rotten die plantjes weg. Ze moeten vervangenworden, en in die behoefte voorzie ik.” Onder het schaduwgaas staan duizenden cupsenmet boulanger, tomaat, soepgroente, paprika, kropsla, pepersoorten, kool,sjalotten, tayerblad, alles van exportkwaliteit. En in de kassen staan nogzestigduizend stekjes op voorraad.
Bacteriën
Bink hecht grote waarde aan voedselveiligheid en het mottovan Selenas is gelijk een advies aan de lezers van Parbode: ‘weet wat je eet;plant zelf!’. Hij werkt voor tachtig procent met verantwoorde middelen, maartotaal biologisch, dat lukt niet. Hij licht toe: “Vooral in de regentijd, mette veel water, heb je een uitbarsting van bacteriën. Dan moet je zwaarderemiddelen toepassen. En als je maar één middel gebruikt, worden insectenresistent, je moet combineren. Ook door de manier van planten in Surinameworden ziektes snel overgebracht, op een hectare staan wel vijf of zesgewassen. Wat eerder uitgeoogst wordt, daar komen de bacteriën en schimmels. Wegebruiken alleen contactmiddelen, die trekken niet in de planten, en hantereneen veilige termijn: het oogsten gebeurt pas over zes weken.”
Bink ergert zich eraan dat landbouwers vaak de schuldkrijgen van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. “De overheid moetervoor zorgen dat overwegend veilige middelen worden geïmporteerd, maar dat kanniet met vriendjespolitiek. Of de chemische bestrijdingsmiddelen moeten duurderworden, klaar! Een landbouwer zoekt gewoon het goedkoopste. LVV is nu bezig meteen project over voedselveiligheid, als exporterend land moéten we aan de eisenvoldoen.
“Ook bij nationale bedrijven is het een hot item. Rooprambijvoorbeeld, is haccp-gecertificeerd (ISO-normering voedselindustrie, SW), zijmoeten zeker weten dat de gekochte producten veilig zijn en van gelijkwaardige,hoge kwaliteit. Wij leveren de peperplantjes, het planten doen zij zelf. Ikwerk altijd in zo groot mogelijke aantallen, dat drukt mijn kostprijs zodat deverkoopprijs ook lager is. Met groenteplantjes zijn wij eigenlijk de grootste,alleen wij kunnen van een bepaalde peper drieduizend stuks leveren.”
Agrobeurs
“Van fruitbomen, bijvoorbeeld advocaat, kunnen wij ook degrootste aantallen leveren. We vermeerderen niet a la dol, maar sec de rassendie geschikt zijn voor export. Van sierplanten gaan de crotons het meeste wegen naar de kerkpalmen is ook veel vraag. We verkopen sierplanten zowel aankleine opkopers, zoals mensen van de zondagsmarkt, als aan grote kwekerijen. InMeerzorg richten we ons wel op particulieren. Met tuinplanten, kamerplanten,groenteplanten, bloemen, gras, vrucht- en andere bomen.” En met zijn nieuwsteproject: plantjes in een pot voor in de keuken. “Tijdens de Agrobeurs trok deuitstalling veel bekijks. Soepgroente, peper, paprika, kropsla. En ook kruiden:basilicum, dille, koriander, mint, tijm. Voor kruiden is geen heel grote markt,Surinamers moeten er aan wennen, maar wat nog open ligt, vind ik voldoende.”
Ook wat het aanleggen van tuinen betreft ziet hij kansen.“Er komen tienduizend kavels op Commewijne: militair project Voorburg, Sinabo.De behoefte aan plantmateriaal gaat groot zijn. Maar een mooie tuin aanleggenkost veel geld, 1.000 US dollar is het minimum. Niet iedereen kan dat betalen.Daarom werken we veel in combinaties, met drie, vier buren tegelijk. Ze doeneen stuk zelf, je begeleidt, geeft advies en plant. Zo worden de kostenverdeeld en wordt het betaalbaar.” Bink adviseert zijn klanten altijd zo goedmogelijk. “Daarom vind ik kwekers van orchideeën en anthuriums altijd eenbeetje vreemd. Aan zo veel soorten zit iets verslavends: je moet en zal ook diehebben. En ze zijn vaak terughoudend met informatie hoe een plant goed totbloei komt. Bij sierplanten en tuinaanleg geven wij onze klanten altijdgarantie. Haalt een plant het om de een of andere reden niet, dan krijgt deklant een andere.”
Schaduwgaas
“De klanten van vandaag willen dat jij naar hen toekomt. Jemoet dat wel uitkienen qua benzinekosten, maar het heeft ook zijn voordelen. Jeziet nog eens wat! Zo reed ik laatst naar Weg naar Zee. Dat is een mooilandbouwgebied aan het worden, dat heb ik nooit geweten. Allemaalparticulieren, de overheid maakt alleen maar verkeerde keuzes. De EU heeft geldbeschikbaar gesteld en wat doen ze: glazen kassen bestellen voor Saramacca…terwijl we juist met schaduwgaas werken, anders verbranden je gewassen.Misschien gaan ze zich eens realiseren dat we wel kunnen produceren voor export.De grote overschotten aan groenten moeten ze toch wakker schudden. Reguleren,die exporteisen!”
De exportproblemen van de familie Raveles (zie Parbode nr.13) zijn voor Bink heel herkenbaar. “Voor groenteplanten zijn exporteurs mijngrootste afnemers, ze bedienen de markt in Curaçao en Aruba. De vruchten gaanook naar Nederland. Zelf ondervind ik geen problemen, maar van collega’s weetik dat Nederland berucht is. Veel beschadigd, veel afkeur. Je vraagt je af: watis er gebeurd? Er zijn geen foto´s als bewijsmateriaal en men zegt dan dat departij vernietigd is. Als klein bedrijf word je echt in een hoek gedreven. Maarwe zijn wel degelijk een partij om rekening mee te houden. Onze groente is watsmaak betreft de beste, dat hoor je overal. Boulanger wordt in talrijke landengeteeld, die van ons is onovertroffen. In Israël wordt veel kouseband verbouwd;toch heeft een delegatie onlangs belangstelling getoond voor ónze kouseband. Envergis je niet: al zie je meestal kleine paprika’s van B-kwaliteit, onze premiumpaprika’s kunnen zich zonder twijfel meten met de Nederlandse.”
Favoriet van Willem Bink, Selenas Weg naar de Molen 31 (Industriepark) en (per 1 juni) Oost-Westverbinding, km 1½, Tel. 08-775 492 “Landbouwgewassen: de korte groeitijd, 8 tot 12 weken, en dan het resultaat, de vrucht. Dat geeft zo´n kick. De Madame Jeanette is mijn favoriet, die zit altijd vol pepers.” |