Bisschop Steve Meye ziet zichzelf slechts als futuboi van God
Steve Meye is een bekend figuur binnen zijn christelijke Nieuwe Generatie Gemeente Gods Bazuin, maar zeker ook daarbuiten. Zijn naam wordt in één adem genoemd met felle media-uitspraken, gebedsgenezingen, politiek en Desi Bouterse.
Stephanus (Steve) Remy Meye (45) trad in 1997 als pastoor in dienst van de Here. Toen Meye werd geroepen door de Heer, zei hij zijn oude werkgever Telesur vaarwel en begon aan zijn roeping, het verspreiden van het Woord van God. Nu is hij senior pastor van de Nieuwe Generatie Gemeente Gods Bazuin, een volle evangelische gemeente binnen het christelijk geloof. Naast zijn werk als senior pastor, is hij bisschop over Gods Bazuin Ministries. Zijn ministry bestaat uit zestig gemeenten verspreid over heel Suriname. “Dat is wat bisschop-zijn betekent, voorganger over voorgangers. Ook wel opziener genoemd, van het Griekse woord…, ach, daar ga ik je niet mee vervelen.”
Heeft u een boodschap voor de inwoners van Suriname?
“Ik heb altijd een boodschap. Mijn boodschap is om zich te bekeren tot Jezus Christus. En weet je waarom dat zo belangrijk is?”
Nee.
“God Almachtig, de Schepper van hemel en aarde heeft ons geschapen met een doel, een plan. Het is niet zo dat God op een dag dacht ‘kom laat ik wat schepsels creëren en deze op een planeet zetten’. Nee, het doel van God waarom Hij de mens heeft geschapen, is om met ons een relatie te hebben. Overal waar ik kom, breng ik het Evangelie, het goede nieuws.”
Denkt u dat er in Suriname sprake is van ontkerkelijking?
“Dat mensen niet meer naar de kerk gaan? Nee, je ziet juist het tegenovergestelde. Hoe slechter het gaat in een land, hoe meer mensen zich tot God richten.”
Is het zo slecht gegaan de afgelopen tijd?
“Voor een groot gedeelte van de Surinaamse bevolking is het de afgelopen tijd slechter gegaan. Er is bijzonder veel armoede. Als je in een ivoren toren zit, dan merk je het niet. Maar als je je onder het volk begeeft, zoals wij voorgangers, dan ervaar je wel de nood in het land. En God wil niet dat we armoedig leven; Hij wil juist dat we gezegend en voorspoedig zijn. Het Woord van God leert ons hoe wij de wijsheid van God kunnen gebruiken om maatschappelijk vooruit te komen. Hij kan je goddelijke ideeën geven om bijvoorbeeld een business op te starten.”
Dan moet u wel een hoop rijke en welvarende mensen in uw gemeente hebben.
“Laat me het zo zeggen. We inspireren en onderwijzen mensen vanuit het Woord van God, maar niet iedereen brengt de principes van het Woord van God in de praktijk. Dat is wel nodig, als je succes wilt hebben. Hierdoor heb je dus niet de miljonairs in je gemeente, zoals dat eigenlijk zou moeten.”
Waar haalt u uw inspiratie vandaan?
Mijn inspiratie komt voort uit mijn relatie met God. Deze relatie gaat al jaren terug, want ik ben geboren in het Evangelie. Op een gegeven moment moest ik zelf een bewuste keuze maken om God te dienen. Dit heb ik gedaan toen ik veertien jaar was. Wanneer ik bid en Zijn aangezicht zoek, dan spreekt Gods Geest tot mij. Je moet het voorstellen als een ingeving. De Heilige Geest spreekt via je hart, en dan krijg je een weten. Ik zeg het vaak in de dienst bij ons. Weet, dat je weet, dat je weet. Natuurlijk heb ik wel eens ontmoedigingsdagen. Wanneer ik door de sociale omstandigheden van mensen ontmoedigd raak, dan kan ik me niet meer loskoppelen van mijn werk. Ik raak soms zo betrokken bij de noden van mensen, dat ik ’s nachts niet kan slapen. Zodra ik naar de Heer ga, dan geeft Hij me altijd weer kracht om door te gaan. Hij laat me nooit in de steek.”
Niet een rondje hardlopen om te ontspannen?
“Nou, ik doe wel aan sport. Ik speel zaalvoetbal, iedere donderdag met leden uit de gemeente.”
U bent bekend om uw gebedsgenezingen. Hoe werkt dit?
Het Woord van God zegt, door de 39 striemslagen van Jezus is onze genezing geworden. De Bijbel zegt dat Hij deze slagen heeft ontvangen voor onze genezing. Je moet geloven. Wat is geloof? Geloof is zekerheid. Dus geloven dat je, als je ziek bent in je lijf, zal genezen als er voor je wordt gebeden. De fout die veel mensen maken, is dat de persoon die bidt, ik in dit geval, de zieke geneest. Maar ik ben niet diegene die mensen geneest. God geneest en Hij gebruikt mij als een instrument, ik ben een kanaal voor Hem. Ik ben slechts een futuboi, een boodschappenjongen.” Meye lacht.
Waarom wordt er juist in groepsverband gebeden?
“Er zijn honderden, soms wel duizenden gelovigen. Wij noemen het ook wel een coorperate anointing, een gezamenlijke zalving van de Heilige Geest die daar aanwezig is. Daardoor kan er een wonder van God geschieden. De genezing kan persoonlijk gebeuren.”
En u leidt de gebedsgenezing?
“Ja, ja. Door mijn relatie met God ben ik afgestemd op de Heilige Geest.”
Niet iedereen kan deze taak vervullen?
“Nee, nee, nee. Niet iedereen heeft een roeping om een prediker een evangelist, of een bisschop te worden. God kiest mensen uit om een bepaalde taak te vervullen in Zijn Koninkrijk. Door mijn relatie met God, hoor ik van de Heilige Geest wat ik moet doen. Ook kan Hij me een openbaring geven. Wanneer iemand in de zaal aan een bepaalde ziekte lijdt en God is bezig die persoon te genezen, dan laat Hij me dat weten.”
Heeft u wonderen in uw gemeente gezien?
“Oh ja, honderd procent.”
Wat doet zo’n wonder met u?
“Waarvoor ik altijd bijzonder waak, is nooit eer te nemen voor wat God doet. Dat is één van mijn levensprincipes. God doet de wonderen, God geneest mensen en dit zul je ook constant uit mijn mond horen.”
Volgt u de politieke ontwikkelingen nauwgezet?
“Ja, zoveel de tijd het mij gunt. Ook als je je niet met de politiek wilt bemoeien, bemoeit de politiek zich wel met jou.” Meye lacht kort. “De bestuurlijke beslissingen hebben uiteindelijk zowel invloed op jou persoonlijk, als op de kerkgemeenschap.”
Vindt u dat kerk en staat gescheiden moeten zijn?
“Nou, tot op een zekere hoogte. Ik pleit voor meer invloed van de kerk, als zijnde de waakhond over de politiek. Ik vind dat geestelijk leiders een adviserende rol moeten krijgen.”
Wat is uw relatie met Desi Bouterse?
“Hij kwam een paar jaar geleden op één van onze conferenties tot bekering. Vanaf toen heb ik hem een beetje begeleid, door met hem en zijn gezin te praten. Vanuit daar is die relatie ontstaan. Maar hij is geen lid van deze gemeente, dus op die manier ben ik niet aan hem gelieerd. Hoewel mensen dat wel denken; ze noemen onze kerk de Boutakerk. Veel mensen kennen hem niet als persoon, zoals veel mensen mij ook niet als persoon kennen.” Meye zucht. “Mensen kennen Bouterse vaak alleen van horen zeggen en wat de media over hem schrijven. En het grootste gedeelte van de media is tegen hem. Vanwege de dingen die in de jaren tachtig zijn gebeurd.”
De Decembermoorden.
“Niet alleen de decembermoorden. In die tijd was er gedeeltelijke censuur op de vrijheid van meningsuiting. De meeste mediabedrijven hebben toen een apathie tegenover Bouterse ontwikkeld. Ze kennen hem niet echt. Ze willen hem zien als een moordenaar, een dictator, een coupleider. Als ze mij met hem zien, associëren ze mij ook met dit soort zaken, terwijl ik hier helemaal niets mee te maken heb. Ik heb Bouterse als persoon geaccepteerd, zoals de Bijbel ook heel duidelijk aan ons voorschrijft: ‘Wie ook tot God komt, kunnen wij niet verwerpen’. Wij zijn geen God om over mensen te oordelen. Ik zal iemand die bij mij voor hulp komt nooit afwijzen. Of deze persoon nou Bouterse, Venetiaan, Fidel Castro of Gaddafi heet. In de Bijbel zegt Jezus ook heel duidelijk: ‘Ik ben gekomen, niet voor de rechtvaardigen, maar ik ben gekomen om het verlorene te zoeken en te redden’. Jezus bevond zich ook altijd tussen tollenaars, moordenaars en dieven. Dus mij zal je ook altijd zien tussen deze mensen. Mensen die door de samenleving worden verstoten en verworpen. Vooral als zij hebben aangegeven, dat ze geestelijke hulp nodig hebben. De hoeveelheid kritiek vanuit de samenleving neem ik op de koop toe.”
Terug naar Bouterse.
“Ja, de zaak ligt nu bij de rechter. Hoe langer het bij de rechter blijft, hoe meer bewijzen er komen dat hij het niet zelf heeft gedaan. Hij was wel verantwoordelijk, maar dat heeft hij jaren geleden al in het openbaar toegegeven. Hij voelt zich verantwoordelijk voor die periode en voor de moorden die zijn gepleegd. Met mij heeft hij nooit over deze zaak gesproken, dus ik kan er verder ook geen zinnig woord over zeggen. Dat wat gebeurd is op 8 december, kan niet worden goed gepraat. Dat doe ik dus ook niet.”
Maar deze kwestie zal een grote plek innemen in zijn leven. Dan is het toch niet logisch dat hij dat nooit met u heeft besproken?
“Het is een gevoelig onderwerp, mede hoe men Bouterse heeft vervolgd door de jaren heen. Zonder vaak de ware toedracht te weten. Men weet alleen dat er toen mensen gefolterd en gedood zijn. Maar wat ik altijd frappant vond, of eigenlijk nog steeds vind van de media, is dat men zo’n grote ophef heeft gemaakt over die vijftien mensen. Niemand praat over de andere mensen, die in de Binnenlandse oorlog stierven. Niemand praat nog over de gemartelde en vermoorde militairen. Waarom praat niemand meer over die mensen? Omdat het eenvoudige, arme mensen waren. Terwijl die vijftien mensen op 8 december hooggeplaatste, intellectuele mensen waren. Dat is ook onrechtvaardig en God ziet dat. En de Heer keurt het niet goed, want een mensenleven is een mensenleven. Bij God zijn alle mensen gelijk, ze hebben allemaal evenveel waarde. Zoals ik al zei, het is en blijft een gevoelige zaak, waarover ik niet zoveel met hem heb gesproken. Bouterse heeft natuurlijk wel bepaalde dingen beleden, maar dit is natuurlijk heel confidentieel en die informatie zal ik niet prijsgeven.”
Moet er nog veel gebeuren om dit land tot een grotere hoogte te brengen?
“Zeer veel, maar de basis is wel aanwezig. Dit land is gezegend door God. De Hollanders hebben driehonderd jaar terug al gezien, dat dit een rijk land is. Met veel goud, diamant, olie, bauxiet, vruchtbare grond en regenwoud. We hebben dus de grondstoffen in de bodem en niet eens een half miljoen inwoners in dit land.
We zouden allemaal als prinsen en prinsessen moeten leven. Zestig jaar politiek heeft het land alleen maar achteruit gebracht, in plaats van vooruit. Ik denk dat wij met iedereen aan iets goeds moeten werken. En bij de ontwikkeling van dit land moet niemand worden uitgesloten.”
Is geld belangrijk voor u?
“Geld is een versterker, een amplifier. Het versterkt datgene waar je het aan verbindt. Een middel dat wij nodig hebben om het Evangelie te verspreiden en in die zin is geld belangrijk. De geldzucht daarentegen is de wortel van al het kwaad en op die manier moet ik niets van geld hebben.”
Is het niet lastig om dit te scheiden?
“Daarvoor moet je natuurlijk dagelijks waken. Je moet oppassen dat er zucht naar geld ontstaat. Voor ons, in ieder geval, voor mij, is het geestelijke het belangrijkst. Ik zeg het altijd zo mooi hier in de gemeente: ‘Ik heb nog nooit een begrafenisstoet gezien met een verhuiswagen erachter’. Dus wees wijs en verbind je niet aan aardse bezittingen of aan geld.”
Hoe komt u aan het geld voor de gemeente?
“Door de offers en de tienden. Het Woord van God, zegt heel duidelijk: ‘Tien procent van onze inkomsten is van de Here’.” Meye pakt de Bijbel die voor hem ligt, begint met bladeren, stopt en leest voor: ‘Mag een mens God beroven? En toch berooft gij Mij, zegt God. Waarin beroven wij u? In de tienden en de heffing’. Je geeft dit geld aan God, niet aan mensen of aan een organisatie. Wat de mensen of een organisatie er vervolgens mee doen, is hun verantwoordelijkheid naar God toe.”
Maar voor mensen die maar honderd srd verdienen, is tien procent dan niet een te grote opoffering?
“Wij ondersteunen de mensen die het minder breed hebben in onze gemeente. Wij helpen weduwen, wezen en behoeftige mensen. Dit doen we door evenementen te organiseren waarbij we voedsel en kleding uitdelen. Maar ook gedurende het jaar bieden wij mensen hulp. De tienden staan hier overigens wel los van, die moeten aan God betaald worden.”
Bent u gevoelig voor kritiek?
“Nee, helemaal niet. Toen ik pas in de bediening stond, stoorde het me wel. Ik heb door de jaren heen zoveel kritiek gehad, dat ik beoefend ben in het krijgen van kritiek. Toch is respect wel belangrijk. God heeft me geroepen als Zijn dienstknecht. Als je geen respect voor mij toont, dan toon je ook geen respect voor God. In de Bijbel zegt God ook: ‘Raak mijn gezalfden niet aan, doe mijn profeten geen kwaad’. God neemt het zelf op voor Zijn dienstknechten, dat is wat de Bijbel zegt.”