Rappa: Bladgroenten dagublad, bitawiri en klarun – Parbode Sneak Peek
In Strafhok, het meesterwerk van Bea Vianen, komt op blz. 202 de volgende passage voor: ‘Er is ook klaroen bij, geloof ik. Of bietawierie. Het kan ook dagoeblat zijn…’ Van Donselaar haalt dit citaat aan in zijn SN-woordenboek op blz. 115 bij het woord ‘dagoeblat’. In ‘Het Groene Boekje’ (HGB), de officiële woordenlijst Nederlandse taal, editie 2015, staan deze woorden gespeld als klarun, bitawiri (letterlijk bitterblad) en dagublad (‘hondenblad). Van Donselaars verklaring van dit laatste woord: ‘als bladgroente gegeten wild kruid met slappe stengels en lichtpaarse bloemen (ipomoea reptans)’. Renate de Bies voegt daar in haar WSBN aan toe: ’…dat in en langs trenzen groeit, een holle stengel heeft met langwerpige, driehoekige bladeren.’ Misschien is het de bladvorm die doet denken aan gespitste hondenoren, die de naamgeving heeft geïnspireerd.
Na de uitvaartdienst van een Srananman, filmde een van de aanwezigen een manspersoon, misschien een marktverkoper of restauranthouder, die aan de overkant in de trens bij de autoweg die langs de begraafplaats liep, rustig dagublad stond te oogsten en in zijn wagen zette. Degene die dit tafereel met z’n mobieltje filmde en deed rondgaan op de social media, zei (vertaald): ‘Kijk hoe omu snesi z’n dagublad daar plukt, en straks eten jullie dat in zijn restaurant, verwerkt in een lekkere chopsoi. En kijk, de begraafplaats is aan deze kant van de trens.’
Ik vroeg aan een terzake deskundige hierover. Die zei: “Die omu plukt die dagublad in de goot, vlak bij de waterlijn, het is nu regentijd, het water stroomt door. Die groente is nu op z’n best. Hij moet natuurlijk alleen de jonge spruiten gebruiken, dan krijg je een stootdosis vitaminen en mineralen naar binnen, zeer gezond.”
“Maar daar bij die goot en dat lijkenwater vanuit de begraafplaats, dan?” bracht ik daar tegenin.
“Ach, kom nou, zolang de stelen en bladeren gezond groen zijn en geen vlekken hebben, is er niets aan de hand. De wortels filteren alles. En dat lijkenvocht is al lang door de bacteriën in de grond afgebroken, voordat het in de trens terechtkomt, en vergeet de desinfecterende werking van het felle zonlicht niet. Of wil je liever die bespoten groenten waar je maag- en darmkanker van kan krijgen? Geef mij dan maar liever die onbespoten dagublad van omu, vers uit de trens. Natuurlijk moet je die goed schoonmaken, wassen, in heet water dompelen of in gloeiend hete olie in een grote ijzeren wok zo ‘tjoei-tjoei’ een minuutje schroeien.”
Ook de Hindostanen kennen dagublad: ‘karamwá’, zei m’n náni altijd. En als ik treuzelde met m’n groenten, zei ze streng: “Eet je bháji op, dat is gezond.” En daarmee maakten de ouderen geen grappen. Heel wat verwende hedendaagse jongeren eten nauwelijks blad- en vruchtgroenten; ‘is bitter’ of ‘is patjapatja’ hoor je ze zeggen. Is het onderzocht of velen door al dat junkfood zonder bladgroenten al op jonge leeftijd aan allerlei ziekten lijden? Even terzijde: de Trinidadianen noemen al hun bladgroenten ‘bháji’.
Het hele artikel is te lezen in het oktobernummer van Parbode.