Blooper
Al zes maanden lang adverteert ondernemer Roy H. Pocorni in de Ware Tijd. In de advertenties laat hij weten dat de aannemers van zijn huis hun werk niet goed hebben afgeleverd. Inmiddels zijn zij een rechtszaak begonnen waarin ze Pocorni beschuldigen van smaad en daarvoor een schadevergoeding eisen. Maar Pocorni is niet te stoppen: “Deze mannen zijn geen aannemers maar prutsters die, naar nu blijkt, niet eens een bouwtekening kunnen lezen. Ik ga door tot het einde.” Jarenlang heeft Pocorni in Nederland gewoond. Op zijn achttiende vertrok hij uit Suriname, inmiddels is hij 57. Twee jaar geleden besloot hij een huis te laten bouwen in Suriname, samen met een aantal vakantiewoningen die hij wil verhuren. Pocorni: “Ik heb diverse gesprekken gehad met verschillende aannemers om te praten over de bouw. Op het laatste moment kwamen Wilfred Slamat en Radjkoemar Ramkhelawan in beeld. Ik weet niet precies waarom ik ze vertrouwde, waarschijnlijk om het feit dat ze goed Nederlands spraken, naast hun grote verhalen. Het leek erop dat zij Nederlandse discipline hadden en daarom ben ik met hen in zee gegaan. Het ging om een pilotproject: één huis zouden ze bouwen. En als dat goed gebouwd zou zijn, dan konden ze beginnen aan de tien vakantiewoningen en een sociaal woningproject van vijftig huizen.”
Spandoek
Op het terrein zijn de eerste vier vakantiewoningen gebouwd, door een andere aannemer. Deze kunnen wel gebruikt worden. Aan de voorkant van het terrein staat de ‘bouwval’ die Slamat en Ramkhelawan gebouwd hebben. Op het huis prijkt een spandoek dat vanaf de straat duidelijk te lezen is: ‘Deze woning is gebouwd door stg Suraga Willy (Wilfred) Slamat en Bé Ramkelawan met afvalmateriaal en constructiefouten. Wordt binnenkort gesloopt.’
In november 2007 zou het pand volgens de afspraken opgeleverd worden. Pocorni: “Ik heb tijdens de bouw veel telefonisch contact gehad met de aannemers. Ze geven zich uit voor aannemers maar zijn dat helemaal niet. Ze staan ingeschreven als toezichthouders, maar ook dat zijn ze niet. En maar klagen als ik ze sprak. Ze zeiden dat het huis niet op tijd opgeleverd kon worden door de slechte weersomstandigheden. Achteraf bleek dat helemaal niet te kloppen. Ze waren bezig met het bouwen van een sluis op Belwaarde in het district Commewijne. Zo kwamen ze in tijdsproblemen bij mijn huis.”
In maart 2008 kreeg Pocorni te horen dat zijn huis sleutelklaar was. Bepakt en bezakt vertrok hij naar Suriname. Maar bij aankomst bleek het huis onbewoonbaar. “Het stond scheef, het gebruikte materiaal was het slechtste van het slechtste. Er zijn constructiefouten gemaakt en er is niet gebouwd volgens de tekening. Ik vertrok met het idee dat ik in mijn huis kon, maar ik vond een bouwval die op instorten stond. Als de wind verkeerd staat vliegt het dak er af, want dat is niet verankerd.” Bij aankomst heeft Pocorni een aantal keren geprobeerd om in contact te komen met de aannemers, maar de aannemers waren nergens te vinden. “Die zaten in Nickerie. Uiteindelijk hebben we een afspraak gemaakt en mijn eerste opmerking naar hen toe was: ‘je moet het slopen’. Er zat geen trap in het huis. Later hebben ze wekenlang lopen prutsen en dat nog wel gebouwd. Maar dit was alleen bedoeld om een balk te ondersteunen. De steunbalk hebben ze namelijk halverwege afgezaagd. De trap was een oerlelijk ding en volgens Slamat een meubelstuk, dat gemaakt was door één van de beste trappenmakers in Suriname. Grappenmakers zal hij bedoelen. Want de trap besloeg de helft van de woonkamer.”
Smaad
Stichting Suraga, vertegenwoordigd door Wilfred Slamat en Radjkoemar Ramkhelawan, heeft Pocorni inmiddels aangeklaagd wegens smaad. Ze eisen een bedrag van 100.000 srd en een rectificatie in de Ware Tijd waarin Pocorni moet schrijven dat alles wat hij eerder heeft gezegd een leugen is. Op straffe van twee miljoen srd per dag als dat niet gebeurt. Slamat en Ramkhelawan waren overigens niet bereikbaar voor commentaar.
Pocorni: “Deze mannen zijn geen aannemers, het werk dat ze hebben afgeleverd is echt slecht, slechter kan je het niet treffen. Ik vind dat ik dat mag schrijven. Ze klagen dat ze in hun naam en goede eer worden aangetast. Dat kan, maar dan hadden ze maar beter moeten presteren. Wat ik eis is teruggave van mijn geld of het afbouwen van de woning door vakbekwame bouwvakkers en dan wel volgens afspraak en de bouwtekening. Zij denken een gouden haan te hebben gevonden.”
Misnoegen
De advertenties in de Ware Tijd kosten Pocorni aardig wat geld. “Ik plaats die advertenties om mijn misnoegen te uiten. Misschien kunnen anderen hier lering uit trekken en worden ze behoed voor zo’n situatie. Zulke dingen gebeuren geregeld in Suriname en niemand die wat doet. Als je niets zegt, word je ook niet gehoord.
Ik heb de tekst die ik volgens hen zou moeten plaatsen aangepast. Overal waar ‘niet’ stond ‘wel’ van gemaakt en andersom. Ik zou moeten zeggen: ‘alles is een leugen’ dan heb ik er van gemaakt ‘niets hiervan is gelogen’ en dat heb ik in de krant gezet.”, vertelt Pocorni. “Er zijn twee bouwkundige rapporten die boekdelen spreken. Ik heb aangeboden om een onafhankelijke commissie te vormen, ik stel een bouwkundige aan, de aannemers ook een en dan die twee die weer een derde onafhankelijke aanwijzen. Maar daar wordt door de heren Slamat en Ramkhelawan niet op ingegaan. Het enige waar ze op uit zijn is om geld, waar zij geen recht op hebben, van mij los te krijgen.”
Prutswerk
“Ik ben niet echt naïef geweest met het in zee gaan met deze mensen. Maar het ging om een pilotproject en je verwacht dat een ondernemer graag voor een aantal jaar safe zit. Ze hadden nog heel veel voor me kunnen bouwen, als ze dat eerste huis goed hadden opgeleverd. Dan laat je toch zien wat je kunt en stel je je opdrachtgever tevreden? Maar dit zijn geen ondernemers. Deze mannen hebben geen verstand, het zijn naar mijn mening twee idioten die geld hebben geroken en die denken dat zij met een gek te doen hebben.”
Pocorni vertelt het verhaal rustig en bijna met een glimlach om zijn mond. Maar het tegendeel is waar. “Ik ben zeker verbeten. En vooral geïrriteerd. Ik kan niet in mijn huis en moet iedere dag tegen dat prutswerk aankijken. Ik wil rust en ik wil verder met het project. Maar zolang er nog geen uitspraak is, moet dit huis blijven staan en kan ik niks. Als ik dit van te voren zou weten, was ik niet zonder meer aan de bouw begonnen. Met zaken doen in Suriname moet je op je hoede zijn, bijna iedereen hoopt en denkt jou te kunnen plukken. Je moet heel veel obstakels overbruggen om iets te bereiken.”
De advertenties trekken veel aandacht en leveren veel respons op. Pocorni: “Ik hoor de ervaringen van anderen aan en adviseer waar nodig, ik heb inmiddels een leger van deskundigen om mij heen gevormd en zal in de toekomst alle opgedane ervaring zeker met anderen delen. Want dit gun je je ergste vijand niet, maar door schade en schande word je wijs. Andere gedupeerden vragen vaak of ik niet bang ben voor represailles. Maar je leeft maar één keer. Niemand laat ooit wat horen. Ik laat me niet bestelen.”
Pocorni is strijdvaardig. “Ik blijf procederen tot het einde. Ik laat me geen dertigduizend euro uit mijn zak stelen. Het kan heel lang gaan duren, maar ik ga door. Als het moet tot het internationaal gerechtshof. Deze neger buigt voor niemand.”