Bodil de la Parra: ‘Ik heb kleur te bieden’ – Parbode Sneak Peek
Bodil de la Parra (1963) is actrice en toneelschrijfster. Ze woont en werkt in Nederland. De naam De la Parra is bij grote delen van onze samenleving bekend, dankzij vader Pim. Ook dochter Bodil is allang geen onbekende meer. Zij schreef toneelstukken als Orgeade Overzee, Ouwe Pinda’s en Onder Vrouwen. Van het laatste stuk schreef ze ook een Surinaamse versie met Surinaamse actrices, geregisseerd door Helen Kamperveen en geproduceerd door Ann Hermelijn.
In het begin van dit jaar was Bodil weer in ons land met een nieuwe voorstelling Het verbrande huis, herinneringen aan het leven van de familie De la Parra aan de Zwartenhovenbrugstraat. Het huis werd getroffen door de grote brand van oktober 2012. Haar Nederlandse producent, Marie-Anne Rudolphi, is deze keer met een hele theaterdelegatie gekomen. Er zijn plannen voor een uitwisseling, onder andere met On Stage.
Bodil staat volgens afspraak op ons te wachten bij het zwembad van Torarica. Welke Torarica? De gewone of Royal? ‘Nee, hoor de gewone! Royal, stel je voor’, had ze door de telefoon geantwoord. Dit is haar eerste vrije dag na tien dagen hard werken. Ze praat in een rap tempo, is duidelijk vermoeid, schudt regelmatig met haar been. Om de vermoeidheid uit te drijven?
De jeugd
Vanaf haar zesde jaar bezoekt Bodil samen met haar ouders regelmatig de familie in Suriname. Bodil: “Kijk, ik ben niet in Suriname geboren en getogen, daar ben ik heel open over. Ik ben in Nederland opgegroeid, het land van de vrijheid van meningsuiting. Er kan van alles, zeker als je in Amsterdam woont. Je moet die vrijheid niet voor lief nemen.”
Na het gymnasium doet Bodil toelatingsexamen voor Academie voor Kleinkunst, met succes. “Ze vonden me denk ik een leuk mens.” Zingen kan ze wel, alleen de techniek ontbreekt nog. Dansen gaat minder. Bodil: “Ik had een onmogelijk lijf. Het was ‘Hop Marjanneke stroop in het kanneke’. Dat was echt zo. De hele klas danste de ene kant op en ik ging als enige richting andere kant.”
Gelukkig had ze een inspirerende lerares voor dans. Bodil: “Daar was ik heel dankbaar voor. Ik ging gewoon mijn gang en dacht nou ja, als het niet helemaal precies is, maakt niet uit, ik heb tenminste plezier.”Na het eindexamen doet ze nog een jaar toneelschool, voor het ‘grote’ toneel: Shakespeare en Brecht. “Dat kreeg je op de kleinkunstacademie niet mee. Na een jaar zeiden ze, ga jij nu maar werken.”
En werken gaat Bodil. Ze speelt in het theater, soms in film en op televisie (KLEM 1 & 2). In 1995 schrijft ze haar eerste stuk Orgeade Overzee. Met succes. ‘Ze was in 1996 laureate, samen met Carolina Mout, van de Mr. H.G. van der Vies-prijs voor Orgeade Overzee’, staat er heel chic op Wikipedia. Genoemde prijs wordt eens in de drie jaar uitgereikt aan de auteur van het beste Nederlandse toneelwerk’. Bodil: “Er ging bij mij een dekseltje open. Ik dacht, hé, ik kan dus ook schrijven. Daarna kreeg ik opdrachten. Ik heb veel geschreven, ook voor jeugdtheater.”
De brand en de verhalen
Het is maandag 15 oktober 2012, vijf uur in de ochtend. Brand in de Zwartenhovenbrugstraat! Naarmate het lichter wordt, krijgen de tientallen omstanders een duidelijker beeld van de geruïneerde panden, waaronder Moussi Issa, Rudisa Travel en apotheek, drogisterij annex woonhuis van de familie De la Parra. De schade loopt in de miljoenen dollars.
Bodil: “Toen ik het bericht kreeg, zat ik in Istanbul. Alsof ik daar zo vaak kom. Ik verzorgde op uitnodiging een workshop theater schrijven. Het was een leuke dag geweest.” Aan het eind van de dag klapt ze haar laptop open. “En toen regende het berichten uit Nederland. Allemaal paniekmailtjes. Brand in de Zwartenhovenbrugstraat nummer 140. Maar ja, ik wist eerst niet om welk huis het ging. Ik ken de plek, nummer 140 zei me niet zoveel.”
Het is op dat moment al laat in Turkije. Hoe laat zou het nu zijn in Nederland, hoe laat in Suriname? Bodil is ‘helemaal van de kaart’. De volgende ochtend dringt de harde werkelijkheid tot haar door. Het huis waar ze sinds haar jonge jaren regelmatig kwam, is er niet meer. “Ik realiseerde me, het is echt waar. Ik kon het niet geloven.” Ruim een jaar later gaat ze naar de plek waar ooit het huis stond. “Ik had theaterwerk in Nederland. Dan kun je niet zomaar weg.” Op de plek waar ooit de apotheek en het huis stonden, ziet ze een groot grasveld. “Toen voelde ik het in mijn buik.”