Boeken & Zo
Paramaribo SPAN
Over het project ‘Paramaribo SPAN’ is al geschreven in Parbode 47, waarbij de gelijknamige tentoonstelling en de totstandkoming daarvan zijn besproken. ‘Paramaribo SPAN’ is het prachtige kind van een verrassend ouderpaar: een uitwisselingsproject van beeldende kunstenaars uit Rotterdam en Paramaribo (ArtRoPa), en het 145-jarige bestaan van De Surinaamse Bank (DSB). De bank is al langer actief als promotor van de hedendaagse Surinaamse kunst; zij koopt veel werken aan.
Vier jaar geleden startte ArtRoPa op initiatief van het Centrum Beeldende Kunst (CBK) uit Rotterdam. Wat is nu mooier dan het resultaat van ArtRoPa samenhangend te exposeren én met een boek te begeleiden? Thomas Meijer zu Schlochtern van het CBK legde het idee voor aan de directie van DSB, die wederom graag meedeed, financieel gesteund door de Mondriaan Stichting. Vandaar dat naast de helaas eindige expositie en de vluchtige blog paramaribospan.blogspot.com ook dit boek is uitgebracht, als blijvende mijlpaal in het Surinaamse kunstleven. Want het boek is geen simpele catalogus.
Het beschrijft vanuit een groot aantal verschillende gezichtspunten de geschiedenis en vooral de stand van zaken van de beeldende kunst in Suriname, afgewisseld door heel uiteenlopende gedichten. Het is bovendien ook in het Engels en het Portugees verschenen. Zo beschrijft CBK-medewerker Siebe Thissen de kunst in de openbare ruimte in Paramaribo. Hij wijst op het forse aantal standbeelden dat er is neergezet, maar ook naar het wegzagen van het beeld van voormalig koningin Wilhelmina in 1975; op haar sokkel staat nu Jopie Pengel in brons. Bijzondere aandacht gaat uit naar Jozef Klas, maker van het Kwakoe-standbeeld uit 1963. Maar ook naar de Kleine Jongen in de Palmentuin: Klas’ eigen zoontje Ruben, in 1966 gestikt in een dichtgevallen koelkast. De hoofdmoot echter, die de helft van het boek beslaat, is een serie interviews met de 27 Nederlandse en Surinaamse kunstenaars die aan het uitwisselingsproject hebben meegedaan.
Die nationaliteit is overigens nog niet zo simpel te scheiden, er zijn ook ‘Nederlandse’ kunstenaars bij die in Suriname zijn geboren…
Hun werken zijn daarbij uiteraard ook afgebeeld, maar het meeste steken we op van wat die kunstenaars te vertellen hebben over hun ervaringen en hun inspiratie.
BERT STEINMETZ
Paramaribo SPAN, Thomas Meijer zu Schlochtern en Christopher Cozier (red.), 2010, KIT Publishers, ISBN 9789460220579
Gesignaleerd: met het oog op 2010
Hardeo Ramadhin en Soewarto Moestadja, beiden politieke analisten, zeggen met hun werk het politieke bewustzijn van de bevolking te willen vergroten. Aan de hand van tabellen en diagrammen geven ze een analyse van de afgelopen drie verkiezingen en een vooruitblik op die van deze maand. Daarbij worden de kiesdistricten afzonderlijk bekeken en verschillende partijen tegen het licht gehouden. Met een duidelijke tekst en vele illustraties proberen ze de kiezers te prikkelen om niet etnisch, maar weldoordacht hun stem uit te brengen.
Met het oog op 2010, Hardeo Ramadhin en Soewarto Moestadja, 2009, M-Foundation, ISBN 9789991470153
Kind aan de ketting
In een behoorlijk hoog tempo verschijnen studies naar allerlei onderdelen van de Nederlandse koloniale geschiedenis. Zo heeft het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) in Amsterdam een groot project opgezet over kindslaven.
In maart vorig jaar opende in het NiNsee de tentoonstelling ‘Kind aan de ketting – Opgroeien in slavernij’, een kleine maar indrukwekkende expositie, die daar nog tot augustus te zien is. En nu, een jaar na de opening, is het project uitgemond in een lijvig boek met dezelfde titel.
Onder redactie van dr. Aspha Bijnaar, Surinaamse van geboorte en onderzoekster bij het NiNsee, beschrijft een keur aan deskundigen diverse aspecten van kinderen in de slavernij. Het is geen vlot leesboek geworden, maar een diepgravend en gedegen overzicht, met een indrukwekkende hoeveelheid bronnenmateriaal en noten.
Nu niet meteen denken: geen aantrekkelijk boek dus. Om te beginnen staat de uitgever, KIT Publishers, er zoals gebruikelijk borg voor dat het rijk is geïllustreerd en toegankelijk vormgegeven. Bovendien is het brede scala aan onderwerpen allesbehalve saai gepresenteerd. Wat betreft het slavernijverleden hebben de verschillende auteurs royaal geput uit de schat aan documenten, beschrijvingen en afbeeldingen die er uit de achttiende en negentiende eeuw zijn bewaard. En anderen doen verslag van hun eigen ervaringen met kindslaven in de huidige tijd, want het fenomeen blijkt nog springlevend.
Met veel belangstelling hebben we de hoofdstukken over kindslaven in Suriname gelezen. Dat waren er nogal wat; één op de vijf slaven die vanuit Afrika werden verscheept, was een jongen of meisje tussen twaalf en vijftien jaar.
Daarnaast werden ook kinderen geboren bij slavinnen op de plantages. Historicus prof. Alex van Stipriaan Luïscius beschrijft dat door de slechte behandeling het aantal slaven van jaar op jaar daalde; er stierven er meer dan er geboren werden. Planters hadden ook niets aan pasgeboren kinderen: ze kostten maar geld en leverden niets op. Aanvoer van verse slaven was voordeliger.
In andere hoofdstukken wordt op soortgelijke wijze aandacht geschonken aan de positie van slavenkinderen op Curaçao en Aruba. En het boek besluit met drie hoofdstukken over kindslaven in onze tijd: in de cacao-industrie in Afrika bijvoorbeeld. Zoveel zijn we dus nog niet opgeschoten.
Bert Steinmetz
Kind aan de ketting – Opgroeien in slavernij toen en nu, Aspha Bijnaar (red.), 2010, KIT Publishers, ISBN 9789460220616
Gesignaleerd: Curaçao, Religions, Rituals & traditions
Fotografe Sinaya Wolfert, met haar roots op Curaçao, probeerde de afgelopen twee jaar de mens en zijn religie, rituelen en tradities op dit Caribische eiland vast te leggen in beeld. Het eiland kent een lange geschiedenis van vrijheid van godsdienst, tolerantie, wederzijds respect en maatschappelijke acceptatie. Sommige beelden laten een verhaal zien, waarvan zelfs de lokale bevolking nauwelijks weet heeft, maar dat door de eeuwen heen bewaard is gebleven. Kortom, een bijzonder boek met foto’s die je niet vaak onder ogen krijgt. Korte Engelstalige teksten lichten de foto’s toe.
Curaçao, Religions, Rituals & Traditions, Sinaya Wolfert, 2009, KIT Publishers, ISBN 9789460220463
Jack en Mia achter het rookgordijn
Dit boek kun je met een gerust hart overlaten aan de kleintjes. ‘Jack en Mia achter het rookgordijn’ is namelijk niet alleen amuserend, maar vooral erg leerzaam. Zij is een gezellige meid met paarse strikjes in haar krulletjeshaar en een knalrode jurk, hij is een stoere jongen met een hanenkam. Hoewel ze elkaar eerst in de haren vliegen, vergeten ze hun ruzie al snel wanneer oom Roy hun een stoffige oude kaart laat zien, waarop de schat van Fort Zeelandia staat aangegeven.
Na een lange zoektocht vindt Mia onder een bemoste baksteen het dagboek van John Scott, een Engelse soldaat. Hij maakte de tweede Engels-Nederlandse oorlog van 1666-1667 mee en schreef alles wat hij beleefde op in zijn dagboek. Mia en Jack nestelen zich naast oom Roy op één van de bastions, waarna de oude man hen voorleest uit het bijzondere boek. De vriendjes leren er heel veel van. Over de gigantische vloot van Nederlandse oorlogsschepen, de vredige oorlog en de overwinning van de Zeeuwen.
Het boek is vooral geschikt voor kinderen tussen negen en twaalf jaar en werd geschreven door WWF-medewerker Jerrel Pinas. Samen met zijn vrouw werkt hij aan educatieve boeken voor kinderen in Suriname. Na dit eerste deel volgen nog twee verhalen over Fort Nieuw Amsterdam en Fort Buku.
‘Jack en Mia achter het rookgordijn’ is vooral de moeite waard dankzij de originele illustraties. Brigitte Küchler tekende op echte foto’s kleurrijke cartoons. De foto’s zijn gemaakt van herkenbare plaatsen en staan dicht bij de belevingswereld van kinderen. Zo zien we Jack en Mia spelen op het Onafhankelijkheidsplein en zoekend tussen de bakstenen van Fort Zeelandia. De prenten zijn een geslaagde mix tussen fantasie en realiteit.
De tekst laat voor een kinderboek wat te wensen over. De verhaallijn is kinderlijk, maar de citaten van de Engelse soldaat John Scott zijn behoorlijk ingewikkeld voor kleintjes. De overdaad aan jaartallen en ‘grote-mensen-woorden’ maken het er niet eenvoudiger op. Alleen knappe kinderkoppen begrijpen de woorden ‘fregatten’, ‘onder bewind stellen’ en ‘raadspensionaris’. Maar wie daarover heen leest, beleeft zeker een spannend avontuur.
Anne Kroon
Jack en Mia achter het rookgordijn – De Schat van Fort Zeelandia, Jerrel Pinas, 2010, Uitgever Bioslogos, ISBN 9879991470375
Gesignaleerd: max en marc naar het apeneiland
Slingeren tussen de touwen, balanceren op een smalle paal en boompje klimmen. De kwatta-apen in de Paramaribo Zoo zijn echte acrobaten. Vriendjes Max en Marc gaan er samen met hun ouders naar toe en kijken hun ogen uit.
Dit kinderboek van Wim Veer, die in het verleden al zeer informatieve boeken heeft geschreven over Surinaamse vruchten, heeft een stevige kaft en staat vol kleurrijke foto’s van de broertjes en natuurlijk de kwatta-apen. Het verhaal is dankzij haar eenvoud en het grote lettertype geschikt voor kinderen die net beginnen met lezen.
Max en Marc naar het Apeneiland, Wim Veer, 2010, Quick Offset Print, ISBN 9789991451015
Die Millionen von Surinam
In de categorie ‘obscure boeken uit de Surinaamse bibliotheek’ verdient deze titel zeker een plaatsje in de top tien. Het is bij mijn weten het enige Surinamica-boek dat werd opgedragen aan Adolf Hitler en koningin Wilhelmina. De auteur, Adolf Schmalix (1890-1957), was uitgever van een weekblad maar bovenal een antisemitische demagoog en voorman van Hitlers NSDAP. In dit in eigen beheer uitgegeven boek staat de erfeniskwestie van de familie Schaap centraal. Vele bewijsstukken, zoals notariële aktes, worden in dit boek opgevoerd. Schmalix probeerde door het vervalsen van documenten deze nalatenschap naar zich toe te trekken. Timmerman Caspar Schäfer (1681-1735), vertrok in 1714 vanuit Duitsland naar Suriname. Zijn vrouw en kinderen liet hij achter. In korte tijd wist hij behoorlijk wat fortuin te vergaren in Suriname. Toen zijn vrouw en dochter in 1716 overleden, volgde zijn zoon Johann hem naar Suriname. De familienaam werd verhollandst tot Schaap. Johann Heinrich Schäfer werd geboren in 1707 in Nordhausen. Toen hij in 1764 overleed liet hij een miljoenenerfenis na. In zijn testament werden genoemd: verschillende woonhuizen aan de Watermolenstraat, de Kromme Elleboogstraat, aan de Gravenstraat, een magazijn gelegen aan de rivier bij De Waag en één vlakbij de Steiger. Bij elk huis hoorden tien of meer huisslaven,.
Daarnaast bezat hij de suikerplantage La Liberté, Schaap, Karmelk, De Goede Vriendschap, De Guineesche Vriendschap, Schaapstede en nog andere plantages waarvan het merendeel meer dan tweehonderd slaven en slavinnen telde. De totale waarde van zijn bezittingen werd getaxeerd op fl. 6.908.409, een voor die tijd onvoorstelbaar vermogen.
Johann Schaap bleef ongehuwd en had, voor zover bekend, geen kinderen. Zijn testament was in verschillende opzichten opmerkelijk. Allereerst liet hij aan de vrije Nannoe, ongetwijfeld zijn concubine, een groot stuk grond na. Daarnaast mocht zij drie slaven uitkiezen van de plantage Schaapstede en kreeg zij jaarlijks driehonderd gulden. De rest van zijn bezittingen werd nagelaten aan bloedverwanten inNordhausen. Voorwaarde was dat deze verplicht werden naar Suriname te komen en er minstens drie jaar te wonen. De verdeeldheid onder de erfgenamen mondde uit in landurige processen. Tot op de dag van vandaag is deze erfeniskwestie onopgelost.
Carl Haarnack
Die Millionen von Surinam und ihre Erben: Eine Beweis- und Rechtfertigungsschrift, Adolf Schmalix, Erfurt, Selbstverlag der Schäferschen Erbengemeinschaft, 1936
Elisabeth Samson
Elisabeth Samson (Paramaribo 1715-1771) is zonder twijfel de meest bekende vrije zwarte vrouw uit Suriname. Dankzij Cynthia McLeod weten we veel over haar. Elisabeth had verschillende koffieplantages, slaven en enkele huizen. De waarde van haar bezittingen werd geschat op ruim een miljoen gulden. In april 1771 stierf Elisabeth Samson in Paramaribo, 55 jaar oud. Zij was een tijdgenote van de vrije Nannoe, die een fortuin erfde van Johann Schaap. Het lijkt aannemelijk dat beiden elkaar gekend hebben. In 2001 verscheen een historische roman van McLeod: De vrije negerin Elisabeth.
Elisabeth Samson. Een vrije zwarte vrouw in het achttiende-eeuwse Suriname, Cynthia McLeod-Ferrier, 1993, Uitgeverij Conserve