Boeken&Zo
Bouterse aan de macht
Ruim twee jaar geleden kozen de Surinamers voor een drastische ommezwaai; op 25 mei 2010 door de Mega Combinatie van Desi Bouterse de meeste stemmen te schenken en op 19 juli door diezelfde Bouterse tot president te kiezen. Sindsdien is het landsbestuur in Suriname ingrijpend veranderd. Hoe dat allemaal kon gebeuren, is gedetailleerd vastgelegd door de journalisten Ivo Evers en Pieter Van Maele. Zij werkten allebei in 2010 voor de Ware Tijd; Evers vertrok eind 2011 terug naar Nederland, terwijl de Belg Van Maele als freelancer in Paramaribo bleef. Beiden zijn voor de lezers van Parbode geen onbekenden. Zij hebben grondig werk verricht. Hoewel zij zelf memoreren dat in Suriname feiten, geruchten, verzinsels en halve waarheden nogal eens door elkaar gehaald worden, hebben zij hun uiterste best gedaan een zo gefundeerd mogelijk relaas te noteren. Om iedereen die het niet met hen eens is meteen de pas af te snijden, mondt hun boek uit in vele pagina’s notenapparaat en bronnenoverzicht. Zo’n verdedigingswal kan geen kwaad in de kleine Surinaamse gemeenschap, waar achterdocht intens wordt gekoesterd. Wat te denken van Ronnie Brunswijk, die bij de geheime stemming over de presidentskandidaten van zijn mensen eist dat zij met hun mobieltje een foto maken van hun stembriefje… In de eerste helft van het boek beschrijven Evers en Van Maele vooral de aanloop naar de verkiezing van Bouterse tot president. Zij beginnen uiteraard bij de staatsgreep van 1980 en de Decembermoorden van 1982 (maar het drugsverleden van Bouterse komt nauwelijks aan de orde). Al het gekonkel van politieke kopstukken, het geflirt en het beentjelichten van alle partijen – het wordt allemaal zeer gedetailleerd uit de doeken gedaan. Té gedetailleerd; hier wreekt zich wellicht dat de twee auteurs er toen voor hun krant dag aan dag met hun neus bovenop hebben gestaan. Het is leuk (en af en toe zelfs gênant) om te lezen, dat wel, maar dit deel van het boek stijgt daardoor niet uit boven een bundeling van journalistiek werk. Het ontbreekt aan samenhang, context en analyse. Dat wordt in het tweede deel van het boek goedgemaakt. Bij het beschrijven van het presidentschap van Bouterse graven Evers en Van Maele meteen een stuk dieper. De internationale positie van Suriname komt aan bod, vooral de grote tegenstelling tussen de stekelige Nederlandse benadering van Bouterse en de goodwill die de president elders in de wereld ontmoet. Het meest interessant is de waarneming dat Bouterse een verfrissende daadkracht vertoont en de financiële positie van Suriname versterkt, maar dat alleen kan doen door zijn ministers en het parlement te passeren. Dat levert een boeiend dilemma op: Bouterse die zijn land opstoot, maar tegelijkertijd de rechtsstaat opzij schuift. Evers en Van Maele zitten er duidelijk mee: ‘In ons rommelt de wanhoop’.
Bert Steinmetz
Bouterse aan de macht, Ivo Evers en Pieter Van Maele, 2012, De Bezige Bij, ISBN 9789023472933
De geschiedenis van Suriname
Als een boek de titel draagt De geschiedenis van Suriname, en dat bovendien een kleine zeshonderd bladzijden dik is, belooft het wat. Wel, dit boek van Hans Buddingh’, redacteur van NRC Handelsblad, stelt geen moment teleur. Het is een door en door gedegen historische studie, maar dan verre van dor opgeschreven – altijd een voordeel als een journalist zich wijdt aan een meer wetenschappelijke opdracht. Strikt gesproken is het geen nieuw boek. Buddingh’ schreef De geschiedenis van Suriname al in 1995, met vier jaar later een aangepaste tweede druk. Maar sindsdien hebben de ontwikkelingen in Suriname en de rest van de wereld niet bepaald stilgestaan. Dus was er alle aanleiding het boek bij zijn vierde druk te actualiseren en aan te vullen met een nieuw hoofdstuk over de laatste twintig jaar. Dat maakt des te meer dat we hier van een standaardwerk mogen spreken. Buddingh’ beschrijft niet alleen de geschiedenis van het land, van begin zestiende eeuw tot nu, maar plaatst die steeds in een internationale context. Daarbij volgt hij niet alleen de chronologie, maar zet hij de gebeurtenissen ook in een sociaal-cultureel licht. Van groot belang is in het bijzonder de nadruk op de economische ontwikkeling van het land door al die eeuwen heen. Twee belangrijke factoren spelen een hoofdrol: de slavernij en alle gevolgen die deze heeft gehad voor de bevolkingssamenstelling en de economie van Suriname, en het gebrekkige bestuur, zowel in de koloniale tijd als na de onafhankelijkheid van 1975. De kracht van Buddingh’ is dat hij de samenhang tussen al deze aspecten van de Surinaamse geschiedenis indringend en meeslepend weet te schilderen. De oorsprong en de geschiedenis van Suriname tot aan de afschaffing van de slavernij, pas in 1863, nemen de eerste tweehonderd bladzijden van dit boek in beslag. Met grote kennis van zaken en oog voor opmerkelijke details weet Buddingh’ deze voor Suriname zo belangrijke periode te beschrijven. Pas rond bladzijde driehonderd komt Buddingh’ aan de onafhankelijkheid van Suriname toe. De staatsgreep van 1980 en de Decembermoorden van 1982 spelen daarbij uiteraard een belangrijke rol, maar evenzeer de Binnenlandse Oorlog van 1986 tot 1990 en het afglijden van Suriname naar een ‘narcocratie’, met de veroordelingen bij verstek in Nederland van zowel Desi Bouterse als zijn aartsvijand (toen althans nog) Ronnie Brunswijk wegens drugshandel. De laatste honderd pagina’s zijn gewijd aan de jongste ontwikkelingen, de laatste twintig jaar, die culmineerden in de verkiezingen van couppleger, veroordeelde en terechtstaande (wegens de Decembermoorden) Desi Bouterse tot president van de republiek Suriname. Ook daarover dist Buddingh’ vele sappige details op, waarbij hij graag ‘het goed geïnformeerde magazine Parbode’ citeert.
Bert Steinmetz
De geschiedenis van Suriname, Hans Buddingh’, 2012, Nieuw Amsterdam, ISBN 9789046811030
Laat mij niet alleen
Wikash is al twee weken op een nieuwe school, maar ook hier wil niemand met hem spelen. Wikash heeft aids, gaat het gerucht. Dat vinden de kinderen van de klas maar eng en ze blijven daarom liever uit zijn buurt. Een meisje zoekt uit medelijden contact met hem, maar daar wordt Wikash boos over. Als hij begint te schreeuwen: ‘Wie denk je wel dat je bent, ga weg en laat me met rust!’, en Keelie begint te huilen, besluit de juf dat het hoog tijd wordt het probleem bespreekbaar te maken in de klas. Laat mij niet alleen is een educatief boek, dat duidelijke en betrouwbare informatie verschaft over de hiv/aidsproblematiek. Het is prettig te lezen, al doet de conversatie tussen de twee kinderen een beetje geforceerd aan: de dialoog wordt te veel gebruikt om de beginsituatie duidelijk te maken. Maar Juf Lucy is een juffrouw die goed weet uit te leggen. Gaandeweg wordt de spreektaal veel natuurlijker. En voor de kinderen die het niet allemaal begrijpen, doet ze het nog een tweede keer en wat eenvoudiger. Het is een genoegen de dialogen tussen de juf en haar leerlingen te lezen, die ze goed in de hand heeft. Tussendoor mogen de wijsneusjes kwijt wat ze weten. De bijdehante kinderen maken met hun ondeugende opmerkingen de klas aan het lachen. Helaas heeft illustratrice Tapasia Daryanani moeite gehad om de kinderen en de juf goed uit te beelden: ze zijn een beetje houterig weergegeven. Ook zijn de drie illustraties in het boekje niet erg verschillend. Op alle drie de tekeningen een groepje kinderen met blokjesbloesjes, al dan niet met juf. Op de voorkaft staan zelfs storende fouten: in het midden zijn vier kinderen in normale proporties getekend, dan links een meisje met naar verhouding een behoorlijk groot hoofd. Het armpje waarmee ze haar kin vasthoudt is toch echt te kort. Wikash heeft in verhouding een nog groter hoofd, een schouderpartij die geen volume heeft en tussen zijn haren zit wel een héél vreemd oor aan het hoofd geplakt. Het zou goed zijn wanneer minder sterke tekenaars hun illustraties eerst laten screenen, zoals ook een tekst meermalen gescreend wordt op fouten voor het ter perse gaat. Desondanks leent het boekje zich er goed voor om te worden voorgelezen in de hogere klassen van de basisschool. Het is ook uitstekend geschikt als leesboek voor grotere kinderen. Bovendien is het een aanwinst voor het onderwijzend personeel, dat ideeën op kan doen over hoe de hiv/aids-problematiek aangepakt zou kunnen worden in de klas. Kinderen in Kwamalasemutu hebben het verhaal al kunnen lezen en maakten naar aanleiding daarvan aangrijpende tekeningen. Ze illustreerden daarmee tegelijk de waarde van het boek.
JosÉ Kamps
Laat mij niet alleen, Indra Hu, illustraties Tapasia Daryanani, 2012, ISBN 9789991463056
Savanne Educatie centrum Colakreek
Mets heeft een brochure uitgegeven ten behoeve van haar klanten, in het bijzonder de bezoekers van Colakreek. In de brochure, formaat half A4, staat informatie over het Midden- Paragebied, te weten het gebied dat ligt tussen de Surinamerivier en de Saramaccarivier, met uitzondering van de ressorten Bigi Poika en Carolina. In het omschreven gebied treffen we maar liefst vijftien verschillende ecosystemen aan, variërend van hoog drooglandbos tot laag savannebos, van kleisavanne tot bruinzandsavanne, van zwampbos tot kreekbos en van witwater- tot zwartwaterkreken. De brochure is niet alleen bedoeld voor de bezoekers van het vakantieoord Colakreek, maar ook voor natuurliefhebbers, leerkrachten en mediatheken. In nog geen dertig pagina’s behandelen de samenstellers naast de genoemde ecosystemen diverse andere onderwerpen, waaronder een beknopt stukje geschiedenis van de eerste bewoners van ons land en de geschiedenis van de plantages. Ook de Lawa-spoorbaan die in het verleden Paramaribo verbond met het dorp Dam krijgt aandacht, zo ook het ‘Bureau Boschwezen’ en de houtvesterijen die in het begin van de vorige eeuw zorgden voor het beheer van de bossen. Daarnaast krijgt de lezer een wandelroute en een fietsroute aangeboden, plus een plattegrond van Colakreek. Aan de meeste onderwerpen besteden de schrijvers slechts één pagina tekst en ze ontkomen daarbij niet aan een korte schetsmatige behandeling. Onze culturele diversiteit krijgt twee pagina’s, gewijd aan de eerste bewoners van Para, de Inheemsen, en de huidige bewoners van dit district, de Para-Creolen (of Para–Krioro) en de Boslandcreolen (of Marrons). De brochure is van kleurrijk beeldmateriaal voorzien en geeft een goed overzicht van de rijke flora en fauna in het Midden-Paragebied. Na het zien van de raaf tere, de savannemispel, de savanne bromki, de savannegentiaan, de watra bebe, de zonnedauw of de didibri toli, om maar eens een paar bloeiende planten en lianen te noemen, wil je ze graag eens in de natuur aanschouwen. Foto’s zijn er ook van de witkopaap, de ocelot, de mopskopleguaan en de roodpoot landschildpad. Helaas zijn niet alle foto’s even duidelijk. Hoewel de brochure over het geheel genomen toegankelijk is geschreven, verdienen woorden als epifyten, saprofyten en pegasse nadere uitleg. Deze begrippen zijn niet voor iedereen dagelijkse kost. Voor de gemiddelde toerist zijn de beschrijvingen meer dan voldoende en wie meer wil weten of een scriptie moet schrijven op VOJ- of VOS-niveau, vindt een overvloed aan aanknopingspunten voor verder onderzoek. En wie eindelijk eens wil weten waarom het water van de Colakreek bruin is, leze pagina twaalf. De kwaliteit van het papier, vooral van de kaft, had iets beter gekund. Als de organisatie zoveel tijd, energie en geld besteedt aan een brochure, dan had er misschien ook wel iets meer geld beschikbaar gesteld kunnen worden voor een wat stevigere omslag
Anne Huits
Savanne Educatiecentrum Colakreek, Pieter en Siela Teunissen, 2012, N.V. Mets