Boeken&Zo
Sarnami Hindostani
Het is een zonder meer imposante studie geworden, de geschiedschrijving van de Hindostanen in Suriname. Met ruim 670 pagina’s, inclusief uitgebreid notenapparaat en bronnenoverzicht, is het pas het eerste deel van dit standaardwerk – want dat wordt het ongetwijfeld.
En dan beschrijft Sarnami Hindostani 1920-1960 (Hindostaans voor: Surinaamse Hindostanen) nog maar een beperkte periode, vanaf het einde van de contractarbeid tot 1960. Het is ondoenlijk het totale tijdperk van 140 jaar te beschrijven, is de verklaring van de auteurs, Chan en Gharietje Choenni. Wie ziet hoeveel zij al over deze veertig jaar hebben gevonden, kan zich dat voorstellen. Chandersen E.S. Choenni is bijzonder hoogleraar Hindostaanse migratie aan de Lalla Rookh-leerstoel aan de Vrije Universiteit in Amsterdam; zijn zus, Gharietje Gharghiwatie Choenni, is andragologisch onderzoekster. Gedurende de jaren dat de contractarbeiders uit India werden overgevaren – tussen 1873 en 1921 – was er nauwelijks sprake van een Hindostaanse gemeenschap, betogen de auteurs. En na 1960, toen de laatste contractarbeiders waren overleden, ging ook veel van de hechte Hindostaanse gemeenschapsbanden verloren. Van de ruim 34.000 Hindostanen die naar Suriname zijn verscheept, de meesten uit Noord-India, zijn er ongeveer 12.000 naar hun land teruggekeerd. Maar na 1920 groeide het aantal Hindostanen in Suriname sneller dan de totale bevolking, tot ruim 140.000 in 1970, veertig procent van de bevolking, meer dan de Creoolse bevolkingsgroep. Op dit moment wonen er ruim 135.000 Hindostanen in Suriname en ongeveer 160.000 in Nederland. Chan en Gharietje Choenni hebben het wel en wee van de Hindostanen in een reeks hoofdstukken gegroepeerd. In dit eerste deel komen vooral de materiële aspecten aan bod: hun vestiging en worteling, hun spreiding over het land, hun werk, hun wonen, gezondheidszorg en sociale omstandigheden, hun onderwijs en hun familieleven. In het tweede deel, dat volgend jaar verschijnt, gaat het om meer immateriële zaken: het culturele en sociale leven en de religie, de positie van de vrouw, de invloed van de Tweede Wereldoorlog en de emancipatie van het Hindostaanse volksdeel. De auteurs hebben ervoor gekozen een groot aantal mensen aan het woord te laten die de beschreven periode zelf hebben meegemaakt en daarvan een levendig beeld schetsen. Dit geeft hun boek een meerwaarde, en dat is ook wel nodig, want broer en zus Choenni mogen wetenschappelijk zeer gedegen zijn, echt meeslepende schrijvers zijn zij niet. Het bewaken van de historische kwaliteit en de uitputtendheid van hun beschrijvingen, maken dat het resultaat niet bepaald voor een brede kring een soepel leesbaar boek is geworden. En dat is heel jammer, want het onderwerp (en de gedegenheid van hun studie) rechtvaardigt een voor velen toegankelijk naslagwerk. Wellicht kunnen zij met behulp van een op dat terrein meer bedreven auteur nog een eenvoudiger en beknopter versie publiceren.
Bert Steinmetz
Sarnami Hindostani 1920-1960, Worteling, identiteit en gemeenschapsvorming in Suriname, Gharietje G. Choenni en Chan E.S. Choenni, 2012, KIT Publishers, ISBN 9789460222184
Flying on trusted wings
Jubileumboeken zijn niet zelden saai, alleen leuk voor ingewijden. Met een droge opsomming van gebeurtenissen door de jaren heen, hier en daar opgevrolijkt met een anekdote. Maar Flying on trusted wings,over het vijftigjarig bestaanvan de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM), is allesbehalve saai en droog, het is zelfs verrassend aardig om te lezen. Hoewel de omslag een beetje cliché is (twee opstijgende vliegtuigen van ‘toen’ en ‘nu’, valt de inhoud in een paar woorden samen te vatten: oerdegelijk en leerzaam. Dat mag ook niet anders worden verwacht met een auteur als Peter Sanchez, een oude rot in het journalistieke vak. Vooral de ontstaansgeschiedenis van de SLM boeit de lezer van begin tot het eind. De tegenwerking die grondlegger Rudi Kappel heeft moeten doorstaan, vooral van het koloniale bewind, om een echte Surinaamse maatschappij op te zetten die uiteindelijk de SLM zou worden, is tot in details beschreven. De geschiedenis van de SLM bestrijkt eigenlijk een tijdperk dat uitgestrekter is dan vijftig jaar. Al in januari 1955 was de SLM in oprichting (i.o) een feit, maar pas op 30 augustus 1962 verdween het ‘i.o.’ en werd en kwam de maatschappij volledig in handen van de overheid. Kappel maakte dat niet meer mee: hij verongelukte drie jaar eerder tijdens een vlucht naar het binnenland. Het is niet de enige tegenslag die de SLM in de afgelopen decennia heeft meegemaakt. Sterker nog, tot eind jaren tachtig gebeurden er opvallend vaak ongelukjes en ongelukken, met als verreweg de meest gitzwarte bladzijde de vliegramp op 7 juni 1989 met de Anthony Nesty op Zanderij. Daar wordt in het boek maar magertjes aandacht aan besteed, waarmee geen recht wordt gedaan aan het drama dat tot op de dag van vandaag nog vele families van de 176 slachtoffers in rouw dompelt. Bovendien wordt om de schuldvraag heengedraaid en zou vooral de SLM niet verantwoordelijk zijn geweest. ‘Hoewel werd gespeculeerd dat tekortschietend onderhoud de oorzaak van de ramp zou zijn geweest, bleek tijdens het onderzoek dat volgde dat het ging om een inschattingsfout van de Amerikaanse gezagvoerder’. Dat laatste klopt, maar vergeten wordt te vermelden dat diezelfde gezagvoerder totaal ongeschikt was om de kist te besturen en de SLM zelf eindverantwoordelijk was voor wie ze in de cockpit het leven van de passagiers in handen gaven. De moeizame strijd om het vertrouwen van reizigers na de ramp weer terug te winnen, komt wel uitgebreid aan bod. Een strijd die het bedrijftegen alle verwachtingen in heeft overleefd en heeft gemaakt tot wat het nu is: een luchtvaartmaatschappij waar Surinamers trots op kunnen zijn. De rijke illustraties en de verhalen van (oud-) directeuren en -medewerkers maken dat de SLM een boek heeft waar men al even trots op mag zijn.
Armand Snijders
Flying on trusted wings, vijftig jaar Surinam Airways, Peter Sanches, 2012, KIT Publishers, ISBN 9789460222054