Boeken&Zo
Hecht en sterk
Er zullen weinig dichtbundels worden gepubliceerd waarin je vijf talen tegenkomt: naast Nederlands, Sarnámi, Hindi, Sranantongo en Papiamentu. De dichter is Shrinivási (dat ‘edele bewoner van Suriname’ betekent), pseudoniem van Martinus H. Lutchman, die op 12-12-’12 de leeftijd van 86 jaar bereikte. Hecht en Sterk (de naam van een plantage in Commewijne, het district waar Shrinivási opgroeide) bestaat uit 44 gedichten, is opgedragen aan twee overleden broers en een zuster, en is opgebouwd uit vijf delen. Elk deel is voorzien van een motto, het eerste van Albert Helman over eenzaamheid, vervolgens van Trefossa over de waarde van kleine dingen, van de Curaçaose dichter Luis H. Daal over de wens te ontdekken wat diep in alles leeft, en ten slotte, van de in 2011 overleden Ton Wolf, dichter en leraar in Suriname, over verleden en toekomst. De gedichten spelen zich afwisselend in Suriname en op Curaçao af; in 2007 ging de dichter (weer) op dit eiland wonen.
Het titelgedicht beschrijft een herinnering uit 1930 en begint zo: ‘De vlieger / eindelijk / dankzij het opfluiten van de wind / en tovenaar oom Bob / zoekt het luchtruim op’. En eindigt aldus: ‘ik als kind / geloofde vast / dat God het zou ontvangen / en kind / gebleven ben ik’. De bundel is een mooie combinatie van jeugdherinneringen en poëzie over het naderende einde, zoals hier: ‘en het is een enkele blik / een gouden zin / een vriendelijke groet / een glimlach / die mij gerust doet slapen en ontwaken / en die mij moed schenkt / te leven nog de dagen / die mijn tijd vol zullen maken / en die ik niet meer tel’. Of bij het ziekbed van een broer: ‘Even knipte zijn linkeroog / een teken van begrip / we verstonden elkaar / zonder spreken / voor de laatste maal’. De meeste bundels van Shrinivási werden in eigen beheer uitgegeven. Daarna verscheen, in 1991, zijn tot nu toe laatste bundel Sangam; een zestal gedichten hieruit werd ook in Hecht en Sterk opgenomen. In 1984 stelde Geert Koefoed voor uitgeverij In de Knipscheer de bloemlezing Een weinig van het Andere samen. Dezelfde Koefoed zorgde ook voor het informatieve nawoord in deze bundel, waarin hij onder meer constateert: ‘Shrinivási beleeft situaties als veellagig, meerdimensionaal, vol kleine of grote wonderen.’ Een mooie, zorgvuldig uitgegeven, aanbevolen poëziebundel. Het slotgedicht Een bruine zandweg is op de muur van de bibliotheek in Nieuw Nickerie aangebracht en is, zo stelt Koefoed ‘al op weg een evergreen te worden’. Terecht, zou ik eraan toe willen voegen. Het laatste woord is aan de dichter: ‘(leven) / misschien dit: / een eeuwig leeg zijn / oneindig maal gevuld / met de verwachting / een steeds on- / tijdig ebben / opdat dit leven / ergens rust vindt’.
KO VAN GEeMERT
Hecht en Sterk, Shrinivási, 2013
UitgeverIJ In de Knipscheer,
ISBN 978-90-6265-819-0
Pikin Kodjo in sollicitatie gesprek met De Bijbe
Pikin Kodjo is een jonge marron die na zijn mbo-opleiding elektrotechniek twee jaar werkervaring in Nederland gaat opdoen. Hij is opgegroeid in het Tapanahonygebied en kent zijn eigen cultuur van binnen en buiten. Na een kerkbezoek ontvangt hij een Bijbel en wat volgt, is een discussie tussen Kodjo en de Bijbel over het christelijk geloof, winti, het koloniale verleden, Afrika, de Surinaamse politiek en zelfs Hitler komt langs. Kodjo dreigt de Bijbel voor het gerecht te slepen. So far, so good. Dit klinkt interessant. Een stevige clash tussen twee werelden die zo ver van elkaar af staan, is per definitie interessant om te lezen. Helemaal als dit verder gaat dan alleen een clash en ook oorzaak en gevolg bespreekt. Met de vertaling van deze briljante gedachte naar het daadwerkelijk schrijven van het boek heeft Glenn Pinas helaas de plank volledig misgeslagen. Pikin Kodjo is een oppervlakkige, niet uitgewerkte persoonlijkheid die puur gebruikt wordt om de tirade van Pinas zelf te verwoorden. Kodjo spreekt zichzelf voortdurend tegen. Het ene moment heeft hij alleen een mbo-opleiding; het andere moment spreekt hij over de universiteit. Het lijkt net of Pinas zijn eigen verhaallijnen vergeet. Vertelt hij net hoe het christelijk geloof alleen bij blauwe ogen hoort, begint hij plotsklaps over de grondwet. Het beste wat je kunt doen als lezer is de houding aannemen van een luisteraar bij een stand-up comedian. Je gaat hem niet kunnen volgen, maar sit back and relax: lachen zul je. Lachen met kiespijn in dit geval. Het boek staat bol van de taalfouten, zelfs in de titel. Glenn Pinas begrijpt niet wat een sollicitatiegesprek is. Dit boek is meer een monoloog van Pinas over alles en nog wat. Op het eind komen er nog wat gedichten langs en een ontboezeming. Tien pagina’s voor het einde staat er tussen haakjes een bronvermelding: Wikipedia. Het onder andere lukraak refereren aan het boek Mein Kampf van Hitler en het maken van christelijke en wintigetinte opmerkingen doet vermoeden dat Pinas’ onderzoek alleen gebaseerd is op een kort Wikipedia-bezoek. Ga liever zelf even googelen en houd een goed gesprek met je vrienden. Je hebt dan ongetwijfeld een veel leukere tijd dan wanneer je dit boek gaat lezen. Maike Veltman
Pikin Kodjo in sollicitatie gesprek met De Bijbel, Glenn Pinas, 2012,
Uitgeverij Boekenbent,
ISBN 9789462031234
Tula
Velen zullen het verhaal van Tula kennen. Op 17 augustus 1795 breekt er op Curaçao, op de plantage Kenepa (Knip), een slavenopstand uit. Een van de leiders is Tula, die vernomen heeft dat de Franse slaven op Haïti de vrijheid hadden gekregen. Hij trekt daaruit de conclusie dat de slaven op Curaçao ook vrijgelaten zouden moeten worden. Nederland was immers op dat moment in Franse handen. Tula en zijn makkers komen in verzet, verliezen hun ongelijke strijd echter en worden op onaangename wijze op 3 oktober publiekelijk ter dood gebracht. Deze opstand wordt wel gezien als de start van een lange en moeilijke weg naar de emancipatie van de Curaçaose bevolking. In Willemstad werd een standbeeld ter ere van hen opgericht, overigens op een tamelijk afgelegen plek. In Tula – Verloren Vrijheid heeft Jeroen Leinders, onder meer regisseur van een documentaire over de verdwijning van Natalee Holloway op Aruba (2008), getracht van dit gegeven een ‘historische roman over de aanvoerder van de grote Curaçaose slavenopstand van 1795’ te schrijven, zoals op de cover staat vermeld. Wat hierop overigens ook te lezen valt, is dat het hier om de ‘Film editie’ gaat, daarmee suggererend dat er ook nog een andere editie bestaat; dat is niet het geval. Leinders, in 1964 in Amsterdam geboren, bracht een deel van zijn jeugd door op Curaçao. Hij is naast de schrijver van dit boek, ook de maker van het filmscript en de regisseur van de film die in de loop van dit jaar zal worden uitgebracht. Er zijn twee hoofdbezwaren tegen dit boek. In de eerste plaats dat Leinders geen (roman)schrijver is. Zijn stijl is van een grote onbeholpenheid. We slaan een willekeurige bladzijde op: ‘Er is maar één straf voor verraders zoals jij,’ sist hij.’ En op de volgende pagina: ‘’Tula, oh Tula,’ Speransa huilt met lange uithalen. Sablica weet zich geen houding te geven en staat er onhandig naast. ’Ik moet naar hem toe,’ snikt Speransa.’ Het is voortdurend of je een kinderboek uit de jaren vijftig van de vorige eeuw aan het lezen bent. Een tweede hoofdbezwaar is dat Tula zo’n geweldige, eendimensionale held is geworden, dat het je tegen gaat staan. Edel, dapper, rechtvaardig, eerlijk, intelligent, je wordt doodmoe van zoveel goedheid. Zeker het eerste bezwaar hoeft een geslaagde verfilming niet in de weg te staan, maar als roman is Tula – Verloren Vrijheid mislukt. Jeroen Leinders heeft een matig kinderboek geschreven; hopelijk kunnen we binnenkort zeggen: de film was beter dan het boek.
Ko van Geemert
Tula, Verloren Vrijheid, Jeroen Leinders, 3e druk filmeditie 2012,
Uitgeverij Conserve,
ISBN 9789054293408