Boeken & Zo
Verliefd op Suriname
De oud-Trissers noemen het zelf het Surinamevirus: de vele soldaten die na hun diensttijd bleven of na enkele jaren terugkeerden naar Suriname. De Troepenmacht in Suriname, ofwel TRIS, is al jaren niet meer actief. In 2003 werd de Stichting Triskontakten/Trismonumenten opgericht om de herinnering aan de Tris-tijd niet te vergeten.
De troepenmacht was in Suriname gevestigd om het Nederlandse grondgebied te verdedigen. Bij de onafhankelijkheid in 1975 werden de soldaten naar huis gestuurd. Maar niet iedereen ging; tijdens hun diensttijd waren ze verliefd geworden op het tropische land, de gastvrijheid, het klimaat en het rustige leven. De oudgedienden spreken in ‘Verliefd op Suriname’ over hun diensttijd en waarom ze niet meer terug wilden naar Nederland. Een boek vol interviews, dat tevens het vervolg is op de uitgave ‘Soldaat in Suriname’. Verhalen over tochten door het oerwoud, de binnenlandse oorlog en over de huidige levens van de oudgedienden in Suriname. Een ieder heeft zo zijn ervaring, zijn eigen verhaal over de diensttijd en over Suriname.
Voor oudgedienden is dit boek waarschijnlijk niet alleen leuk om te lezen, maar ook een herinnering aan vroeger. Voor hen die niet zoveel te maken hebben met de Tris, is het boek geen aanwinst. Enige kennis van de hiërarchie in het leger en van militaire termen is nodig om de verhalen goed te kunnen begrijpen. Daarnaast schept de indeling van de bladzijdes enige verwarring. Een interview neemt enkele pagina’s in beslag. De opmaak van een interview is echter wel verwarrend. Naast de tekst staat links en rechts een kolom met een ander verhaal. Door de opmaak lijkt het bij het interview te horen, maar dat is niet het geval. Je denkt dus het verhaal verder te lezen en zit dan opeens in een ander verhaal. Storend is ook het overmatige gebruik van uitroeptekens. Achter elke inleiding en kop staat er een. Het buitensporige gebruik bereikt daardoor het tegenovergestelde, zinnen zonder uitroepteken worden juist benadrukt.
De vorige uitgave ging voornamelijk over de diensttijd van 1947 tot de onafhankelijkheid in 1975. De verhalen in ‘Verliefd op Suriname’ lopen van 1947 tot 2009. Voor de lezer die weinig op heeft met de Troepenmacht in Suriname is het overigens wel de moeite waard om het boek door te bladeren. Al was het alleen maar voor de foto’s. Beelden van karren met ezels die door de stad trekken, de aanleg van het stuwmeer of zwart-wit beelden van de binnenstad van Paramaribo.
Marit Horstmanshof
Verliefd op Suriname, 2009, Uitgeverij Triskontakten, ISBN 9789081471916
De Chinese migranten die in de jaren negentig naar Suriname zijn gekomen, verschillen van de Surinaams-Chinese inwoners die het land al bevolkten. Het boek gaat in op de verschillen tussen de twee groepen. De eerste migrantengroep participeerde in de politiek en velen begonnen een eigen onderneming. Dit in contrast met de nieuwe lichting Chinezen die te maken kreeg met een negatieve opvatting richting immigranten. In het boek komen de verschillen tussen beide groepen aan bod.
Chinese New Migrants in Suriname, The Inevitability of Ethnic Performing, Tjon Sie Fat, P, 2009, Amsterdam University press, ISBN 9789056295981
Energiepotentieel
Johan Geeraert was directeur bij Toegepast Technologisch Onderzoek van de ADEK, maar werkt tegenwoordig als consultant in Suriname. ‘Hernieuwbaar energiepotentieel van Suriname’ is meer een studieboek. Toch is het goed leesbaar en je hoeft niet elke verwijzing of tabel te lezen. Al hoppend blijkt het een belangwekkend boek, zeker nu duidelijk is dat het broeikaseffect grote gevolgen heeft voor het leven op aarde. Ook voor een klein land als Suriname is het dan interessant te weten wat haalbaar is op het gebied van ‘duurzame energie’(met ‘hernieuwbaar energiepotentieel’ onthult de schrijver zijn Vlaamse achtergrond).
Uit het boek blijkt bijvoorbeeld dat zonne-energie voor elektriciteitsopwekking hier moeilijker is dan men op het eerste gezicht zou denken (teveel bewolking geeft diffuus licht). Zonnewarmte omzetten in warm water (zonneboilers) is wel eenvoudig en zal in Suriname een grote vlucht nemen. De schrijver is optimistisch over nieuwe technieken, zoals airco’s op zonnewarmte; een enorme verbetering, want airco’s zijn grote stroomvreters. Over windenergie in Suriname is de schrijver echter pessimistisch. Het waait niet hard genoeg, maar kleinschalig zijn er zeker mogelijkheden. Diezelfde kleinschaligheid geldt voor energie uit biomassa, zoals houtafval en rijstkaf. Voor een kubieke meter gezaagd hout is gemiddeld vier kuub rondhout nodig. Daarom liggen er bergen houtafval bij houtzagerijen. Het probleem is vooral hoe je alles op de juiste plaats krijgt. Logistiek handiger zijn de recente plannen van Staatsolie om bij Wageningen een plantage van 12.000 hectare op te zetten voor biobrandstoffen. Toch meer waterkracht dan? Er wordt in Suriname gesproken over het vergroten van de toevoer naar het bestaande stuwmeer vanuit de Tapanahony. Ook wordt de bouw van nieuwe stuwmeren in West-Suriname overwogen. Maar al die plannen worden moeilijker door protesten van plaatselijke bewoners. Transmigratie is niet meer simpel door te drukken en zal kostbaar zijn. De schrijver wijst overigens verrassend op de grensrivieren Marowijne en Corantijn, die een grote waterafvoer hebben. Dat twee landen hun grensrivier afdammen, is vaker vertoond in Zuid-Amerika (Brazilië en Paraguay). Punt bij kostbare projecten is dat de verkoop van de opgewekte elektriciteit gegarandeerd moet zijn, omdat anders niemand wil financieren. Bij het eerste stuwmeer in Suriname was dat geregeld, want de bauxietindustrie betaalde de dam. De rol van de politiek wordt door Johan Geeraert onderbelicht, wel verstandig je als consultant neutraal op te stellen. Er moeten inderdaad moeilijke beslissingen genomen worden, maar dan graag op basis van wetenschappelijke inzichten, overzichtelijk gepresenteerd in dit boek.
Jaap Hoogendam
Hernieuwbaar energiepotentieel van Suriname, Johan Geeraert, 2009
Wakaman, wat letterlijk ‘lopende man’ betekent, maakt deel uit van een project dat tot doel heeft om meer aandacht te besteden en erkenning te geven aan de kunstenaars van Suriname. En om deze internationaal gezien op de kaart te zetten. In dit boek worden werken die Surinaamse kunstenaars woonachtig in Suriname en Nederland afgelopen jaren gemaakt hebben, gebundeld. Het boek bevat ook informatie over het leven van iedere kunstenaar.
Wakaman Drawing lines – Connecting dots, Gillion Grantsaan en Remy Jungerman, 2010, ISBN 9789077966525
Zeeschildpadden van Suriname
‘Verplichte literatuur voor iedere bezoeker aan de zeeschildpadden!’ Dat was het eerste wat ik dacht toen ik de ‘Gids voor uw bezoek aan de zeeschildpadden van Suriname’ uit had. Beknopt en helder geeft schrijver Auke Hielkema niet alleen de historische en geografische achtergronden van zeeschildpadden en hun stranden weer, maar ook hun (nest)gedrag en het gedrag dat bezoekers van de stranden in acht moeten nemen.
En bovenal (misschien wel het belangrijkste) komen de gevaren aan bod die de zeeschildpadden bedreigen. Wellicht is Hielkema op dit stukje wat te beknopt, want hier kan mijns inziens niet genoeg op gehamerd worden. Want terwijl de overheid en organisaties de mond vol hebben over bescherming van de schildpadden en het toeristische en ecologische belang hiervan, leeft menigeen hier niet naar. Zo was ik er zelf getuige van dat op Galibi de handel in eieren welig tierde en dat zelfs LBB-medewerkers hier actief aan deelnemen. Ook de heimelijke verkoop van zeeschildpadeieren in de straten van Blauwgrond en onder tafel op de zondagsmarkt aan de Jozef Israelstraat zijn het bewijs dat de beschermende maatregelen onvoldoende zijn.
Het gebrek aan maatregelen en controle heeft vooral te maken met desinteresse en incompetentie van de beheerder van de stranden, Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu), wat door Hielkema fijntjes ‘gebrek aan personeel’ wordt genoemd. En niet te vergeten het ‘kantoorbeleid’ van het merendeel van de ecologische internationale organisaties, gevoegd bij het de facto ‘free for all’ toegang- en jachtbeleid in de verschillende ‘beschermde’ gebieden. Deze zaken maken de toekomst van de zeeschildpadden er niet rooskleuriger op (om nog maar te zwijgen van het opgestapelde vuil op de legstranden en de afgeketste poging van Somohardjo om Matapica in te pikken). In de gids van Hielkema lees je weinig over de misstanden en oorzaken. Maar dat is voor de lezers ook niet nodig. ‘Gids voor uw bezoek aan de zeeschildpadden van Suriname’ is vooral een handig en compleet boekje over hoe het wèl moet. Met leuke wetenswaardigheden en handige tips. Niet alleen noodzakelijke literatuur voor toeristen (zelfs voor zij die de stranden niet bezoeken), maar vooral voor beleidsmakers, natuurgidsen en medewerkers van organisaties zoals Stinasu. Hopelijk houden wij er ons allemaal aan.
Verplichte kost dus!
Frans Voortman
Gids voor uw bezoek aan de zeeschildpadden van Suriname, Auke J. Hielkema, 2009, Uitgever Groenhart Produkties , 2009, ISBN 9789991470030
Dat in Suriname zeeschildpadden voorkomen, is algemeen bekend. Maar dat er ook zeekoeien leven, weet niet iedereen. Anders dan hun naam doet vermoeden, leven ze vooral in grote rivieren en zwampgebieden. In 1997 verscheen daarover een flinterdun boekje (iets meer dan dertig pagina’s), uitgegeven door het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen. Slecht in elkaar gezet en klungelig vormgegeven en gedrukt, maar inhoudelijk valt er wat de verstrekte informatie betreft niets op af te dingen: het is verrassend leerzaam.
Zeekoeien van Suriname, W. Wassink, 1997, uitgave Afdeling Natuurbeheer/Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen
Het district Nickerie
Ik begin mijzelf misschien te herhalen maar ik kan het niet genoeg benadrukken: vooroorlogse boeken die in Paramaribo gedrukt zijn per definitie zeldzaam. Dit boekje kwam ik in de afgelopen dertig jaar slechts twee keer tegen. Adolf Albert van Heckers (Paramaribo 1856-1939) was van 1890 tot 1899 hoofd van de Openbare School op de hoek van Oranje Nassaustraat en de Westkanaalstraat in Nickerie. Hij wilde als jongeman onderwijzer worden maar daar bestond toen geen opleiding voor. Door zelfstudie en privé-lessen moest hij zich op examens voorbereiden. In 1899 opende hij in Paramaribo een nieuwe openbare school (de Oranje-school) waar aan hij tot zijn pensionering in 1926 verbonden zou blijven. Van Heckers was ook een voortreffelijk muzikant. Hij speelde viool in het orkest van Helstone. Hij trouwde met Jane Elisabeth Frances Wilson en kreeg met haar drie kinderen. Over Nickerie is maar weinig geschreven. Van Heckers gaf zijn boek uit onder de naam A.A. Heckers (‘van’ liet hij achterwege).
Nickerie verdient een grotere plek in de geschiedenis van Suriname, zo schrijft Van Heckers in zijn voorwoord. Met veel liefde voor de streek schrijft hij over de natuurlijke gesteldheid, de oorsprong van de naam Nickerie en haar geschiedenis. Kort nadat Suriname onder Engels protectoraat was gekomen trokken rond 1800 Engelse en Schotse planters uit Grenada, Berbice en Barbados, met hun slaven, naar Nickerie. Daar werden koffie- en katoenplantages aangelegd. Over de slaven schrijft de auteur dat zij beter behandeld worden dan de slaven in ‘de Oude Kolonie’ (Suriname). Zij bezaten ‘eene zekere mate van beschaving’. Van Heckers haalt een aantal voorbeelden aan van de ‘goede gezindheid van de planters van Nickerie jegens hunne slaven’. Zoals James Balfour, eigenaar van drie mooie plantages en meer dan 700 slaven. Toen hij overleed had hij zijn nalatenschap in vele legaten onder zijn slaven verdeeld. Zijn dochter, een mulattin, die hij bij één van zijn slavinnen had verwekt, kreeg een aanzienlijk vermogen.
Van Heckers’ boek geeft een interessant inkijkje in de geschiedenis van Nickerie. Hij is een geboren onderwijzer die ons streng maar liefdevol bij de hand neemt om ons ‘het eigene’ te leren waarderen. Van Heckers is één van de eerste Creoolse geschiedschrijvers die Suriname heeft voortgebracht en alleen daarom al verdient hij een plekje in onze geschiedenisboeken.
Carl Haarnack
Het district Nickerie. Geographische aantekeningen en geschiedkundig overzicht. Met kaarten, door A.A. Heckers, hoofd eener openbare school te Paramaribo, 1923, Stoomdrukkerij H. van Ommeren, Paramaribo
Gelukkig werd het boek van Van Heckers tijdens het eeuwfeest van Nieuw-Nickerie in 1979 opnieuw uitgegeven. In deze heruitgave vinden we een aantal interessante biografische gegevens. Volgens de inleiding bestaat er nog een manuscript met de titel ‘Nederlands Guyana of Suriname’ van zijn hand. Ik hoop dat dit stuk, in handen van de familie, eens voor een groter publiek beschikbaar gemaakt kan worden. Dat zou een mooi eerbetoon zijn aan Adolf Albert van Heckers. Daar kan geen standbeeld tegen op.
Het district Nickerie. Geographische aantekeningen en geschiedkundig overzicht. A.A. van Heckers, hoofd eener openbare school te Paramaribo. 1979, opnieuw uitgegeven door het Bestuur van het Cultureel Centrum Nickerie in het kader van het eeuwfeest van Nieuw Nickerie, 1979