Boekrecensie: Anangsieh tories – Verhalen van de spin uit Suriname
Anansi (op verschillende manieren gespeld) is een mythische spin uit volksverhalen. De oorspronkelijke Anansiverhalen komen uit Ghana in West-Afrika. ‘Anansi’ betekent ‘spin’ in de taal van de Ghanese bevolkingsgroep Akan. Met de slaventransporten gingen de Anansiverhalen naar de andere kant van de wereld.
Op de plantages, waar deze tot slaaf gemaakte mensen moesten gaan werken, waren uitingen van hun eigen cultuur verboden, maar deze verhalen konden overal stiekem doorverteld worden. Op deze wijze gaven ze troost in een situatie van onderdrukking en kregen zo een nieuwe functie: die van protest.
Kenmerkend voor de Anansiverhalen is dat Anansi zijn tegenstanders steeds te slim af is. In zijn karakter heeft hij zowel elementen van de schurk als de egoïst: hij heeft er geen probleem mee om zijn vrouw Akuba of een van zijn vele kinderen te bedonderen, wanneer hij daar zelf voordeel van heeft (en meestal is dat voordeel: meer eten).
In Suriname worden de Anansiverhalen Anansitori genoemd. Op de voormalige Nederlandse Antillen heet de spin Nanzi, ook wel: Kompa Nanzi, kameraad Nanzi.
In 2020 publiceerde uitgeverij Querido een schitterende uitgave van de Anansiverhalen van Johan Ferrier (1910-2010), de eerste president van Suriname en een rasverteller, prachtig geïllustreerd door Noni Lichtveld (1929-2017), dochter van schrijver Lou Lichtveld / Albert Helman.
Onlangs verscheen bij Atlas Contact Anangsieh tories – Verhalen van de spin uit Suriname, geschreven door Anton de Kom (1898-1945), schrijver en verzetsstrijder, met illustraties van Brian Elstak (1980).
Een verschil dat direct opvalt tussen dit boek en Het grote Anansiboek van Ferrier, is het formaat en de omvang. Ferriers boek telt 25 verhalen en heeft een A4-formaat, De Koms boek, overigens wel zorgvuldig vormgegeven, is qua formaat de helft daarvan en biedt de lezer slechts vijf verhalen. Als je het inleidende tekstje en het verhaal van De Koms grootmoeder ervan aftrekt, blijven er maar drie Anansiverhaaltjes van Anton de Kom zelf over.
Het voorwoord is van Gerda Lenten-Havertong: ‘Zijn verhalen ademen de drang om de schoonheid van de Surinaamse natuur en cultuur uit te dragen. […] De Anangsieh van Anton de Kom vervult een rol die altijd tot doel heeft het saamhorigheidsgevoel om zich heen te bevorderen’.
De verhalen van De Kom, geschreven tussen 1933 en 1937, zijn getiteld: Asihmah de bloeddrinker: ‘Wie was hij? Hoe zag hij eruit? Kon hij lopen, of kruipen? Was hij een dier, boom of bloem? Of was hij misschien een mens?’. Het tweede heet: Purperhart en de rode mier: ‘Waarom pakken jullie met zijn allen Purperhart niet aan?’, vroeg Ba Anangsieh. ‘Ach, dat komt doordat we een beetje bang voor hem zijn’, antwoordde Rode Mier. ‘Gekheid! Probeer het maar, dan zal je wel zien’. En het derde heeft als titel: Ontiehmangh, Ba Anangsieh en de slang, over een jager, de spin en een slang.
Journalist en schrijver Raoul de Jong tekent voor het nawoord: ‘Anton is veel meer dan een schrijver. Hij is een schrijver die kan toveren. Hij deed het tijdens zijn leven en hij doet het nu nog, lang na zijn dood’.
Een klein, mooi boekje.
Ko van Geemert
4 STERREN
Anangsieh tories – Verhalen van de spin uit Suriname, Anton de Kom (Illustraties van Brian Elstak), 2022, Uitgeverij Atlas Contact, ISBN 9789045045887
Gepubliceerd in het augustusnummer van de Parbode
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Klik op www.parbode.com/abonneren