Boekrecensie: Bloed in de rivier
Marjoleine Kars, historicus en professor aan de Universiteit van Maryland (VS), won in december 2021 de Cundill History Prize voor haar boek Bloed in de rivier – Het onbekende verhaal van de massale slavenopstand in een Nederlandse kolonie. Deze prijs wordt jaarlijks toegekend aan het boek dat behalve historische wetenschap, ook originaliteit omvat.
Het boek vertelt over de ontwikkelingen rondom een grote slavenopstand in Berbice (Guyana), een Nederlandse kolonie in de periode 1627-1815. Die opstand brak uit aan het begin van wat het tijdperk van revoluties wordt genoemd. Eerst was er de zevenjarige oorlog tot 1763, waarna nog de Amerikaanse Vrijheidsoorlog, de Franse Revolutie en de Haïtiaanse Revolutie volgden. Deze bloedige opstand van duizenden tot slaafgemaakte mensen die van de ene plantage naar de andere oversloeg, vond plaats in 1763. Het was de grootste slavenopstand in het Caribisch Gebied, onder leiding van Coffij. De reden was de slechte behandeling van slaafgemaakten door de plantage-eigenaren. Zo was op plantage Peereboom een groot bloedbad aangericht dat het bewijs leverde dat de Nederlandse defensie zwak was. Deze opstand zaaide paniek en angst onder de kolonisten in Berbice, en veel Europeanen en een onbekend aantal slaafgemaakten vluchtten weg. Overigens, het valt op dat de kolonisten in Berbice christenen werden genoemd. Een ander gevolg was dat het gezag van de gouverneur en de raad van commissarissen werd ondermijnd. Uiteindelijk kreeg gouverneur Van Hoogenheim hulp van militairen uit de kolonie Suriname (en later uit St. Eustatius) en werd een samenwerking aangegaan met de inheemsen. Uit vrees voor een dergelijke opstand en dat vrijheidsstrijders van Berbice zouden proberen een verbond aan te gaan met de marrons in de grensgebieden, werden vredesverdragen door de Surinaamse gouverneur Crommelin met diverse marrongroepen ondertekend.
Kars probeert in de eerste hoofdstukken de reconstructie verhalend, net een roman, op te schrijven. Vermeldenswaard is dat de opstanden van de slaafgemaakten door Kars rebellie wordt genoemd en de leiders rebellen of soms vrijheidsstrijders. Rebellie is vanuit de hedendaagse geschiedschrijving negatief en eurocentrisch benaderd. Ze heeft een lijvig onderzoek gepleegd om de reconstructie te maken, waarbij ze zelf is getogen naar Guyana om een indruk te krijgen van onder andere de locatie, het landschap. Ze trof sporen aan die driehonderd jaar oud waren.
Kars legt regelmatig verbanden met Suriname dat eveneens een Nederlandse kolonie was, bijvoorbeeld met betrekking tot marronage. Ter illustratie: in Suriname kon de helft van alle slaafgemaakten die individueel vluchtten, het uiteindelijk niet volhouden.
Grotere groepen hadden problemen met de bevoorrading en verplaatsing door de jungle, maar een collectief had meer kansen. Toch was dat niet absoluut. In haar boek vertelt Kars dat de Nederlanders net als Europeanen elders in de koloniën, gebruikmaakten van ‘diplomatie en handel om een wig te drijven tussen de inheemsen en Afrikanen’. Wij noemen dat hun verdeel- en heerspolitiek.
Bloed in de rivier vertelt een minder bekend verhaal over de grootste slavenopstand in het Caribisch Gebied. De onderzoeker heeft een degelijke reconstructie kunnen maken van de gebeurtenissen, waarbij ze niet alleen het verhaal van de Europese kolonisten heeft opgeschreven, maar ook getracht heeft het te benaderen vanuit de positie van de onderste laag van de maatschappij, namelijk de tot slaafgemaakte mensen.
4 STERREN
Kavita Kalyan-Jiawan
Bloed in de rivier – Het onbekende verhaal van de massale slavenopstand in een Nederlandse kolonie, Marjoleine Kars, 2021, Atlas Contact, ISBN 9789045041926
Gepubliceerd in het juninummer van de Parbode
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Klik op www.parbode.com/abonneren