Boekrecensie: De wilde vaart
‘De boot waarmee we op zoek zouden gaan naar een oude versie van onszelf was een houten garnalenboot’. Dit is de sterke openingszin van De wilde vaart, ondertitel: Op zoek naar de veerkracht van Suriname, de vijfde roman van Tessa Leuwsha (1967). Ze debuteerde in 2005 met De Parbo-blues.
Leuwsha werd in Nederland geboren, maar woont al vele jaren in Suriname, samen met beeldend kunstenaar, fotograaf en toeristisch ondernemer Sirano Zalman. Op een gegeven moment worden zij eigenaar van het Danpaati resort en Plantage Frederiksdorp, twee grote toeristische projecten die al hun geld en aandacht opeisen. Maar dan steekt corona een spaak in het wiel. Wat te doen?
‘En toen gebeurde het: alsof in mijn hoofd raderen in elkaar haakten, die beweging op gang brachten. We moeten weer gaan varen, bedacht ik. Het besef was ongelooflijk helder. We moesten ons weer laten leiden door de wetten van het water, door eb en vloed, en door onze voorbeelden […]; zij die ons op onze route altijd hadden geïnspireerd, door wie we ons bewust of onbewust hadden laten leiden’.
Tijdens deze reis ontmoet de lezer een lange stoet figuren, dode en levende, onder anderen: de Surinaamse vader van Tessa en haar grootmoeder Fansi, de bewoners van Plantage Alliance en Plantage Bakkie, Frits de Gids, de marronleiders Boni en Broos. Leuwsha is op haar best als ze kan vertellen over de geschiedenis van Suriname, feitelijk én betrokken.
Tijdens de reis heeft ze ook haar twijfels:
‘Ineens verlangde ik met een pijnlijke steek naar ons oude leven, naar de dagelijkse dosis adrenaline’.
Was de hele tocht misschien wel mislukt? ‘Ik begon de gedachte toe te laten dat […] onze reis een vergissing was, een gril; en dat we met die teleurstelling de weg terug zouden moeten afleggen, terug naar onze bureaus en schulden’. Maar ze zetten door en belanden uiteindelijk weer in Frederiksdorp.
Jammer is dat aan het eind van het boek nergens expliciet duidelijk wordt of deze reis nu aan de verwachtingen van Tessa heeft voldaan. En hoe denkt Sirano daarover? Aangezien de tocht zo verbonden wordt met het oplossen van de ontstane problemen, wil je weten of deze ‘vlucht’ die oplossing ook heeft gebracht.
De lezer moet het echter doen met algemene aanwijzingen als ‘Dat was het kenmerk van leven; hoe dan ook, het ging altijd door’.
Wellicht is de duidelijkste nog deze:
‘Misschien moesten Sirano en ik het onheil gewoon trotseren, er niet voor weglopen. Het zou overwaaien, een andere vorm aannemen. Zoals alles uiteindelijk’.
Maar afgezien van dit mogelijk wat onbevredigende einde: De wilde vaart is een mooi boek, boeiend en bij tijd en wijle ook ontroerend. En leerzaam, ook dat nog.
4 STERREN
Ko van Geemert
De wilde vaart: Op zoek naar de veerkracht van Suriname, Tessa Leuwsha, 2022, Uitgeverij Atlas Contact, ISBN 9789045044187
Gepubliceerd in het juninummer van de Parbode
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Klik op www.parbode.com/abonneren