Boekrecensie: Uit de klei van Saramacca. Een Surinaamse familiegeschiedenis
Dál en bhát, maar ook popsicles van Fernandes, khissá’s en Bonanza, armoede, maar ook een ministerschap, kortom in Uit de klei van Saramacca schetst K.R. Sing de gevarieerde geschiedenis van zijn Hindostaanse familie. Vader Nandoe en moeder Trees staan centraal in dit concrete en boeiende verhaal.
K.R. Sing is de schrijversnaam van oud-minister Stanley Raghoebarsing. Zijn vader noemde zich ook al Sing en had een kleermakerij aan de Prinsenstraat. Toch geeft dat pseudoniem Sing junior mede de ruimte om open en vrijuit te schrijven over zijn naaste familie: met liefde, maar zonder blad voor de mond. Huwelijken, scheidingen, ruzies en alcoholgebruik, het komt allemaal langs. K.R. Sing schrijft pakkend en soepel, met veel beeldende passages. In de loop van de tijd wordt het privaat op het erf vervangen door een watercloset in huis, een Renault Dauphine brengt rijkdom en mobiliteit, een Creoolse revolutionair dreigt Hindostanen zoutvlees te laten eten. Juist de details maken dit verhaal boeiend.
Een Surinaamse familiegeschiedenis, luidt de ondertitel van dit boek, passender kan het bijna niet. De familie Raghoebarsing is een Surinaamse familie, al kwamen de voorouders pas eind negentiende eeuw naar het land. Hun nieuwe thuis is vrijwel meteen hun vaderland en ze blijven, anders dan veel migranten elders, niet hangen in het verleden. Hier een toekomst opbouwen, dat is het devies. Vader Nandoe en moeder Trees groeien op in armoede en ontworstelen zich eraan. Hij vooral door hard te werken, zij ook door te leren. ‘Een diploma is je eerste man’, wordt de meisjes voorgehouden. Hun eigen kinderen ronden allen hun opleiding af, als Stanley in Nederland een universitaire graad haalt, is de ijat, de eer van de familie, geschraagd.
Uit de klei van Saramacca is een verhaal van emancipatie. Van arme mensen, van vrouwen, van een bevolkingsgroep, van een land. Onder de kolonisator mochten hindoes lange tijd hun doden niet verbranden, de Onafhankelijkheid kwam, zoals bekend, met vallen en opstaan. Vader Nandoe geeft zijn kinderen verlichte normen en waarden mee (zo wordt een geestelijke die een lagere kaste kleineert fijntjes op zijn plaats gezet), de zoon wil deze toepassen in de politiek. Het boek wordt daardoor af en toe een beetje prekerig (en een citaat van vijf bladzijden van Jagernath Lachmon is in een familiegeschiedenis wat veel van het goede), maar ook hier laten concrete anekdotes de balans naar de goede kant doorslaan.
Dit boek geeft een kijkje in een wereld die veel mensen (in Suriname en ook in Nederland) onbekend is. Dat maakt het een relevant geschrift en je zou willen dat ook uit bijvoorbeeld Libanees-Surinaamse of Chinees-Surinaamse hoek een dergelijke familiegeschiedenis zou verschijnen. Uit de klei van Saramacca kan toekomstige auteurs alvast een uitstekend voorbeeld bieden.
VIER STERREN
Peter Douma
Uit de klei van Saramacca. Een Surinaamse familiegeschiedenis, K.R. Sing, 2019, Uitgeverij Boom, ISBN 9789024427116