Boeler
Schrijver en columnist RAPPA legt iedere maand
de Surinaamse samenleving op de pijnbank
Boeler
Waarschuwing: spreek dit woord niethardop uit als u dit artikel leest,zeker niet als u tussen Surinamers staat,maakt niet uit of ze zwart, lichtzwart,grijs, bruin, bruingrijs, geel, rood (hebje ook) of blank zijn. Oké, als u ergensin Timboektoe staat en u twijfelt ofeen manspersoon van Surinaamseafkomst is, en het is op dat moment vanlevensbelang voor u om dat te weten, ja, toe maar, zegtdan duidelijk tegen hem: ‘Jo boeler!’ Zorg wel voor allezekerheid een vluchtweg vrij te hebben.In het Woordenboek Surinaams-Nederlands(Donselaar, J. van, 1989) wordt dit woorduitgelegd als ’homoseksuele man’ en worden tweegebruiksmogelijkheden vermeld. Tevens haalt VanDonselaar de beroemde passage uit Bea Vianensklassieke boek Strafhok aan, waar de figuur Raymondwordt uitgescholden voor ‘boeler’, als men door heeftdat hij gay is. Hij kan deze schande niet aan en pleegtlater zelfmoord met een ijsbreker.Het werkwoord dat bij bovenstaand woord hoortis, hoe kan ook anders, boelen, met als vervoegingen:boel, boelde, geboeld. Het woord is waarschijnlijkafkomstig van het oud-Nederlandse woord ‘boeleren’(Woordenboek Nederlandse Taal, 1902), hetgeen zoveelbetekende als ‘buitenechtelijk seksueel verkeer hebben’.Aangezien het woord behalve als synoniem voor hetveel vriendelijker klinkende ‘gay’, ook als scheldwoordwordt gebruikt, is het aan te raden voorzichtig te zijnmet het gebruik hiervan. Iemand in het openbaar metdit woord uitschelden, leidt geheid tot heftige ruzie enkan zelfs tot een handgemeen leiden.Jaren geleden kwam er een nieuwe leerkracht, eenvlotte jongeman, lesgeven op de middelbare schoolwaar ik lesgaf. Ik kende zijn oudere broer goed, dusbroertje en ik trokken al gauw met elkaar op en ikmaakte hem wegwijs in de schoolcultuur. Ik merkte weldat er gaandeweg opvallend veel giechelende meisjesnaar ons keken als we in de pauze al babbelend op degang liepen. Niet lang daarna nam een vrouwelijkecollega me apart en zei: ‘Ik zie dat jegoed kan opschieten met Raoul’.‘Ja’, zei ik, ‘ik vind hem een intelligentejongeman en hij praat echt verstandelijken vol humor.’‘Ow, wat leuk’, zei ze, en toen boog zijzich naar me toe en zei fluisterend: ‘maarpas op, hij boelt; hij heeft het zelf aaneen paar leerlingen gezegd’.Er ging een lichte schok door me heen. Nu begreepik die giecheltjes op de gang. Ik besloot, echt ietsvoor mij, wat olie op het vuur te gooien en zei evensamenzweerderig terug: ‘Ik heb het ook gehoord.Maar ja, misschien heb ik na al die jaren ‘gevrouwd’te hebben ook wel eens zin in een lekkere jongeman’.Ik zal haar reactie nooit vergeten: ze sperde haar ogenwijd open en deinsde met een blik van opperst afgrijzenterug. En hoewel ik haar meteen zei dat het een grapwas, heeft ze me vanaf die dag gemeden. Ik heb nooitbegrepen waarom. Als het waar was wat ik had gezegd,zou ze toch niets van me te duchten hebben? En als hetniet waar was, hoefde ze me toch niet te mijden als depest?Laatst kwam ik dit woord weer tegen, nog wel opeen frontpaginafoto in de krant. Vandalen hadden deeigenaar van een particuliere bus met de dood bedreigddoor op het plastic aan de achterkant van een zittingmet witte verf te kladden: ‘Als je komt rijen, chef, wobos a ruit, boeler. Wo kier yoe, dagoe.’ Dat was niet mals;‘chef’ is de aanspreektitel van een buschauffeur; een ruitbossen, wil zeggen de grote voor- of achterruit van debus aan diggelen gooien. ‘Wo’ is een samentrekking van‘wi e sa go’ oftewel ‘we zullen’ en ‘kier’ komt van ‘kiri’en dat wil zeggen ‘doden, vermoorden’. En ‘dagoe’ ishond. Erbij dient vermeld te worden dat deze chauffeurnieuw op de desbetreffende buslijn was. Daags daarnawerd de achterruit van de bus werkelijk kapot gegooid.Zover gaan we meestal niet. Schuilt er meer hierachter?Misschien een boel dingen.