Boiti
In Suriname kun je op vrije dagen alle kanten op om ontspanning, vertier en avontuur te zoeken en vinden. Of je nu op zoek bent naar water, jungle of gewoon naar een rustig plekje om in de hangmat te liggen, er zijn oorden genoeg waar je je hart kan ophalen. Parbode helpt een handje bij de zoektocht en beschrijft iedere maand een bestemming.
Deze keer: Warappakreek
“Hier gaan we even aan land”, zegt de gids. We stappen met z’n allen uit de smalle boot en schuifelen over planken de jungle in. Een pad is er amper, je moet goed opletten waar je loopt. Als we bij een bruggetje komen vertelt de gids: “Hieronder stroomt een kreek, alleen is deze niet uitgegraven. De Warappakreek was net zo dichtgegroeid als deze, kun je nagaan hoeveel werk het heeft gekost om die kreek vrij te maken.”
We lopen verder en komen bij de historische restanten van een stoomsuikerfabriek, waar we al veel over gehoord hebben. Een oude suikerrietpers ligt tussen de bamboebomen en een stoommachine ligt verscholen achter takken en modder. Het ligt er verlaten bij. De overblijfselen van de suikerfabriek stammen uit 1830, uit de slavernijtijd. In Bakkie, een plantage aan de Commewijne rivier waar we begonnen met de tocht, zijn nog meer vondsten te zien uit de Warappakreek. Oude pistolen, kaarten en kettingen met kogel die de slaven om hun benen hadden, liggen naast elkaar. Het contrast is sterk met de kopieën van de originele documenten van de afschaffing van de slavernij, getekend door Willem de Derde. Aan de historische waarde van de Warappakreek ontkom je niet.
Terug in de smalle boot, na de suikerfabriek gezien te hebben, varen we de Warappakreek verder af. De smalle kreek en de bochtjes maken de boottrip amusant, af en toe wiebelt de boot, daar moet je tegen kunnen. “Hier aan de zijkanten waren ook plantages”, vertelt de gids ons. “Als je die kant op kijkt, zie je een poort, die is van de plantage Frederikslust, dit was één van de rijkste plantages. Ook varen we langs de voormalige plantage Kerkshoven, waar de loods heeft gestaan die nu op Peperpot staat en langs plantage Anna’s Zorg. De kerk die hier stond, staat nu in de Rust en Vredestraat.”
Als we verder varen, zien we rijen cactussen staan. Ze vormden een heg en moesten de slaven vroeger van vluchten weerhouden. Het beeld van de tijd van de slavernij wordt steeds duidelijker. Onderweg zien we ook veel vogels en dieren. Richting horizon zien we rode vlekken: rode ibissen vliegen met hun nog bruine jongen. “We zijn bezig met het bouwen van een vogelobservatiehut”, zegt de gids. “Hij komt aan de kust te staan.” Het museum, de plekken waar je de suikerfabriek kan bekijken en het strand zijn eigen terrein van de ontwikkelaar van het resort Warappakreek; hij heeft op eigen houtje de kreek uitgegraven.
Naarmate we de kust naderen (de Warappakreek mondt uit in de Atlantische Oceaan) verandert het landschap. De groene omheining verdwijnt en de smalle kreek wordt langzaam breder. Dorre kale bomen in dikke slibachtige modder vormen het uitzicht. “De bomen zijn kaal doordat het zoute water hier is blijven staan”, legt de gids uit. Bij de kust stappen we uit en pauzeren we op het strand. Als je langs de kustlijn loopt, kan je oude aangespoelde stukken Delfts Blauw vinden, maar ook liggen er veel dode vissen. Op de terugweg blijkt het water opmerkelijk gestegen te zijn, de boomwortels zie je niet meer boven het water uitsteken en takken raken het dak van de boot. Een ervaren bootsman is dan ook noodzakelijk om de Warappakreek te bevaren, want het getij van het water bepaalt de openingstijden van de kreek.
Marlijn Meijer
Voor meer informatie:
08962927 of 08654130