Bori Tori: Lostu – Parbode Sneak Peek
Dat was al de derde ochtend dat Tamara ontwaakte met die bitterzoutige smaak in haar mond. Niet onaangenaam, lekker zelfs. Een vertrouwelijk gevoel kreeg ze ervan, terwijl ze helemaal niet van zulk eten hield. Duidelijk de smaak van bepaalde groenten die ze altijd links liet liggen. Liever zoete pompoen en tayerblad, hoewel dat laatste onbetaalbaar was geworden. “Misschien houd jij zo van bitter”, vroeg Tamara, terwijl ze over haar buik streelde. Ze voelde een beweging als antwoord. Tamara sjorde zich rechtop. Haar rug deed pijn, maar door dat extatische van die droom was het of ze zweefde. De herinnering bleef doorzinderen. “Tamara! Je blijft veel te lang liggen. Kom, ik heb je een stevig ontbijt gemaakt.” Waggelend kwam Tamara de slaapkamer uit. “Goedemorgen, ma.” Op tafel stond een dampend bord. Behoedzaam ging ze zitten, pakte de lepel naast het bord en proefde. “Bah, zo zoet!” Ze kreeg meteen lik op stuk: “Hoezo zoet, voor jou zit nooit ergens genoeg suiker in, alles is duur en toch zet ik extra voor je!” Gelijk had Tamara spijt. Haar moeder deed haar best om het haar naar de zin te maken, hoewel ze Tamara zo had gezegd om op te passen: ‘Doe niet wat ik deed. Je weet waarom ik mijn school niet heb afgemaakt. Je oma gaf mij dezelfde waarschuwing…’. Dan luisterde Tamara al niet meer; ze voelde zich bijna schuldig dat haar het levenslicht was gegund. Ma hield het gezin staande met drie banen en Tamara kon niet veel in haar toestand. Een diploma halen om het beter te hebben dan haar moeder leek nu ver buiten bereik. Met tegenzin werkte ze de mierzoete havermoutpap naar binnen. Haar blik op de versleten bloemetjesjurk van haar moeder, die in de deuropening met gebogen rug kouseband zat te snijden. “Ma, als ik pedagogiek ga studeren…” Tamara wilde een goed salaris om haar moeder en broertjes en zusjes te helpen. “Meisje, begin jij eerst maar te leren hoe je jóuw kind moet verzorgen, in plaats van die van anderen.” Er volgde een onverstaanbaar gefoeter. Tamara wist waarover: ik had je toch gezegd, spreid je benen niet voor die nietsnut, straks afgelopen, dan zit jij te kijken, nog lang geen tijd voor deze dingens, je oma heeft het mij ook gezegd, en haar moeder ook aan haar… Tamara tuitte haar lippen, maar slikte de tyuri die daar kriebelde weer in. Ze was onvoorzichtig geweest, had ma’s wijze woorden in de wind geslagen. Voorouderlijke wijsheid. Want oma en oma’s moeder… Tamara spoelde met de mok thee die naast haar bord stond de zoete papsmaak van haar papillen. Daar was dat bitterzoutige weer waarmee ze steeds wakker werd. Plotseling zei ze, alsof iemand anders haar mond bewoog: “Ma, ik heb toch zo’n trek in antruwa met zoutvlees.” Met een ruk schoot haar moeder recht. “Wát zeg je daar? Sowtmeti! Zijn we miljonair ofzo! Nauwelijks een pond voor 300 SRD! Dan had je toch echt eerder geboren moeten worden. In je oma’s tijd konden we zoutvlees te eten. Maar nu, in 2040!” Pruttelend over Tamara’s peperdure lostu verdween ma naar het erf om kleren te wassen. Tamara bleef peinzend aan tafel. Ze had nooit zoutvlees geproefd, alleen erover gehoord. Van oma. Maar die was toch arm geweest? Weer die smaak. Ze hield het niet meer uit, ze móest die antruwa met zoutvlees eten. Wel eigenaardig, antruwa die ze normaal niet lustte, en zoutvlees, ze wist niet eens hoe dat smaakte. Hoe kon ze daar dan zo hevig naar verlangen? Tamara liep naar de slaapkamer, trok de klerenkast open en groef onder haar ondergoed. Maandenlang had ze van allerlei klusjes biljetten opgespaard om babykleertjes te kopen. Terwijl ma de was ophing sloop Tamara naar buiten. Bij de slager ontdekte ze tussen de pakjes voorverpakt vleesbeleg de plastic zakjes. Zou eentje genoeg zijn? Bij de kassa overhandigde ze een flinke hap uit haar spaargeld. Op straat kocht ze voor SRD 100 een hoopje antruwa. Toen Tamara thuiskwam was haar moeder gelukkig al weg. Tamara keek naar de boodschappen die ze op het aanrecht had gelegd. En nu? Zou het recept op internet staan? Ach, ze had al weken geen beltegoed en was haar geld op! En toch weer dat rustgevende gevoel. Ze rook deze keer ook een vertrouwelijke geur, iets van kokosolie en alcolade. Van ver maar duidelijk drong de stem van oma Pien door: ‘Schatje, je denkt dat je groot bent om grotemensedinges te doen, yu mma ben warskow yu. Nu moet je op jezelf leren passen. Pak een pot, zet water erin…’
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode