Bori Tori: Weggelopen…! – Parbode Sneak Peek
Het gezin Hensen was een kleine familie: man, vrouw en dochtertje. Vader was een gerespecteerde boekhouder en moeder was onderwijzeres. Ze hielden ook echte huiskippen waarvan ze soms eentje slachtten om in het weekeind ervan te genieten. Dochtertje Cherise hield een flinke, grote hen als huisdier die Boutilda heette. Papa en mama waren beiden hardwerkend, zuinig en konden om de paar jaren zelfs naar Curaçao of Belém gaan. En toen kwamen de jaren 90.
Door Christa Sluisdom
Nadat de ontwikkelingshulp was stopgezet in de jaren 80 en nog heel wat akelige dingen waren gebeurd, gingen alle prijzen in de winkels met vele honderden procenten omhoog. Het was toen, begin jaren 90, nog veel en veel erger dan nu. Met je hele salaris kon je op den duur niet eens meer een maandvoorraad rijst van 25 kilo, die 3000 gulden kostte, kopen, en een pakje havermout was luxe, want dat kostte 500 Surinaamse gulden, een derde of de helft van je maandsalaris. Ook de familie Hensen wist niet meer hoe ze de eindjes aan elkaar moest knopen. Op de markt kon je nog een pondje suiker kopen of een halve liter olie, want een kilo suiker of een liter olie was onbetaalbaar geworden. Maar zelfs dat was ‘tricky’, want vaak zat er scherpzand in de suiker en je merkte het pas als je het onder in je kop thee zag zitten. Maar olie kopen op de markt, dat was pas een kans nemen. Soms was erin geürineerd om die meer te maken. En als je die naar binnen had gekregen, kwam je daar niet zo gauw overheen. Vele mensen kregen wat geld van kinderen of zussen en broers in Nederland, maar de familie Hensen had niemand die hen hielp.
Toen de Hensens op een dag aan het slachten waren, keek meneer Hensen zijn vrouw aan en zei: ‘Vrouw, we gaan wat kippen moeten verkopen, want we werken hard, maar we hebben toch niet genoeg te eten’.
Lees het verhaal verder in het aprilnummer van Parbode, nu in de winkel
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Kijk op www.parbode.com/abonneren