Boulanger met garnalen
Oorsprong
Boulangers worden met uitzondering van Suriname elders in de wereld aubergines genoemd. Ze vinden hun oorsprong, zo gaat het verhaal, in India. De Arabieren introduceerden de vrucht van de eierplant echter al in de dertiende eeuw in Europa. We noemen het wel een groente, maar in werkelijkheid is boulanger een zogeheten vruchtgroente. Want eigenlijk is het, met het eetbare omhulsel van de zaden van een plant, gewoon een vrucht, alleen in culinair opzicht behandelen we het in de keuken als groente. Zoals we dat trouwens ook doen met bijvoorbeeld sperziebonen en erwten. Boulangers hebben bij gebruik een vervelende eigenschap: ze zuigen olie (of boter) letterlijk op. Dit is gedeeltelijk tegen te gaan door de stukjes met (niet teveel!) zout te bestrooien.
Benodigdheden (voor 4 personen)
4 boulangers
250 gram verse garnalen
2 bouillonblokjes
1 ui
2 teentjes knoflook
2 tomaten
3 eetlepels olie
zout naar smaak
mespuntje zwarte peper
rijst of aardappelen
Bereidingswijze
De boulangers goed wassen, schillen en in kleine blokjes snijden. Even in water laten weken. De vochtige groenten samen met de verse, gewassen garnalen in een braadpan of wok met de verhitte olie doen. De bouillonblokjes versnipperen en toevoegen, evenals de fijngesneden knoflook, ui en in stukjes gesneden tomaten. Een beetje zout en zwarte peper toevoegen, het geheel goed roeren en gedurende twintig minuten laten sudderen op niet al te hoog vuur. Serveren met rijst of aardappelen.