Brainwave
Parbode-hoofdredacteur Iwan Brave
laat zijn gedachten golven
Ik heb altijd al iets gehad met het woord ‘meer’. Niet omdat ik per se maar meer wil, maar dat woord fascineert mij gewoon. Vanwege zijn verschillende betekenissen: vermeerdering en een uitgestrekte watervlakte. Wat mij zo fascineert aan deze vorm van ‘polysemie’ is dat de context meteen duidelijk is, zonder dat je een nanoseconde hoeft te schakelen. Als iemand zegt: ‘Ik wil meer’, dan sta je op en hervult zijn glas. Maar als hij zegt: ‘Ik wil naar het meer’, dan sta je op en wandelt met hem mee. Twee totaal verschillende dingen. Alhoewel. Iemand die hunkert naar een ‘meer aan liefde’, wil beide.
Zo heb ik nog meer met meer. Het is flauw, maar ik kan het niet laten rond Nieuwjaar als goede voornemen te zeggen: ‘Ik ga niet meer roken… maar ook niet minder!’ Vandaar dat ik redacteuren op pad stuurde om Surinamers niet alleen te vragen wat ze als goede voornemens ‘niet meer’ gaan doen, maar ook ‘niet minder’. Zoals ik niet meer te veel achter mijn bureau wil doorbrengen, maar tegelijkertijd beslist ook niet minder wil schrijven. Daarvoor liggen nog te veel mooie verhalen buiten. Vandaar dat Armand het hoofdredactionele stokje weer overneemt van mij, opdat ik veel meer kan gaan schrijven. Parbode moet nog veel beter worden en als team bekijken we of er ‘niet (nog) meer’ uit onszelf te halen valt. Schrijven is mijn passie en achter mijn bureau bloed ik dood. Afgelopen drie jaar kom ik er steeds meer achter wat ik beslist niet meer wil. Ik hou de tijd haast niet meer bij. Het is alweer zeven jaar geleden dat ik me uit de letterlijke onderwereld van harddrugsverslaving naar boven heb geworsteld. Nog lichtelijk paranoïde dat hele bovenwereld tegen mij was, durfde ik me te melden bij de Nederlandse ambassade en bij de poort kwam ik een vriendin, Tessa, die er werkt tegen. Alsof ze haarfijn doorgrondde dat ik de macabere variant van ‘Alice in Wonderland’ had doorlopen, zei ze als een opwachtende engel: ‘Ja, het is belangrijk dat je jezelf in balans houdt, uit liefde voor de mensen die om je geven.’ Het was alsof ik eindelijk na veertig jaar, met als bizarre climax mijn totale neergang, ineens doorhad waar het leven om ging. Die woorden van haar, daar draait het precies in het leven om. We zijn hier op aarde om onszelf te behouden uit liefde voor de anderen die om je geven. Inderdaad, liefde aan anderen begint met liefde voor jezelf. Wie niet van zichzelf houdt, kan geen liefde geven, ook al verkeert hij in die waan. En verwar liefde voor jezelf niet met voeden van je onverzadigbare ego, dat almaar naar meer hunkert. Ik dacht altijd dat ik van mezelf hield, vanwege zelfverwennerij met genotsmiddelen, maar ik was gewoon egoïstisch. Verslaafd raken – jagen naar nog meer zelfgenot – is de meest flagrante vorm van egoïsme. Hoe kan je een kindje van een jaar hebben en dan verslaafd zijn? Ik weet nog dat ik letterlijk zei: ‘Kom op Iwan, je hebt genoeg gefeest en gebeest; je kinderen hebben je nodig.’ En het zou een te slecht verhaal voor ze zijn, als ze op latere leeftijd zouden horen: ‘O, die vader van je, die is ergens met een overdosis in de goot geëindigd.’ Waar ik dacht dat iedereen tegen me was, kwam ik in mijn geestelijk traject van ‘totaal herstel’ erachter dat menigeen om mij had gehuild. Ik had ze pijn gedaan, door iemand van wie ze hielden te gronde te richten. Dus zeg niet loos: ‘Ik hou van mijn land.’ Als een ieder voldoende doet aan zelfliefde, dan komt het goed met onze maatschappij. Zelfbehoud. Dat is onze deeltaak in dit scheppende universum. Niet meer, niet minder. Niet als voornemen. Maar doen.