Brainwave
Parbode-redacteur Iwan Brave laat zijn gedachten golven
De grootste roofoverval
Ik was verwikkeld geraakt in een persoonlijk polemiek met vriend en columnist Henry Carbière Falls van de Ware Tijd. ‘Een marron die in de stad rooft, moord of verkracht, veroorzaakt niet alleen materiële en emotionele schade bij zijn slachtoffers, maar rooft en verkracht ook de reputatie van zijn broeders en zusters.’ Aldus schreef Carbière Falls. Mijns inziens is het niet zozeer een relatief kleine groep (rovers) die het verpest voor de gehele ‘eigen groep’. Het zijn de ‘slachtoffers’ die de gehele groep (Marrons) over één kam scheren. Dat is menselijk en bij traumatische gebeurtenissen als overvallen en verkrachtingen zelfs heel begrijpelijk. Maar we moeten waken voor veralgemenisering en stigmatisering. Laten we in een multiraciale samenleving fenomenen in het juiste sociaal-maatschappelijke perspectief blijven bezien en niet een complete groep afbranden.
Maar goed. Het gaat mij er hier niet om dit probleem van rovende marronjongeren aan te kaarten, maar wel het fenomeen ‘roofoverval’. De grootste gewapende roofoverval in de recente Surinaamse geschiedenis werd gepleegd op 25 februari 1980. In december 1982 ging die zelfs over in een minimaal vijftienvoudige roofmoord. De gehele bende loopt nog steeds straffeloos rond en de leider ervan is zelfs beloond met het huidige presidentschap. Dus we kunnen wel mooie moralistische analyses houden over die kleine marronrovers, maar kijkend naar onze president, denken zij: gewapende roofmoorden lonen rijkelijk.
De ‘Bende van 1980’ zet het roven van gemeenschapsbezit en nationale symbolen onverminderd voort. Neem bijvoorbeeld het ‘vlaggenplein’ op het Onafhankelijkheidsplein, waar zoveel om te doen is geweest. Ik ben het volledig eens met de visie dat het oude vlaggenplein niet langer voldeed. Dus die uitbreiding met alle vlaggen van de Caricomlanden is heel plausibel. Persoonlijk ben ik er niet vies van als er beweging in de tent is en stadsvernieuwing staat voor dynamiek. En natuurlijk, als je voorzitter bent van de Caricom, dan mag je best pico bello voor de dag komen. In dat opzicht vind ik het geen verkwisting. Maar dat je dan dat nieuwe vlaggenplein uitgerekend op 25 februari ‘overdraagt’, dan heb je het daarmee toch weer je eigen feestclubje toegëeigend.
Op dezelfde wijze is ook de nieuw te bouwen raffinaderij voor Staatsolie weggekaapt. De eerste paal werd geslagen door president Bouterse op – jawel – 25 februari. Zogenaamd was dat gepland op 24 februari, maar ‘de agenda van de president was overvol’. Eigenlijk is de 25ste een nationale vrije dag, maar voor die eerste paal maken we een uitzondering. En zo wordt Staatsolie geraffineerd van haar nationale imago ontdaan en tot roofspeeltje gemaakt.
Om al deze staatkundige berovingen te legitimeren, was president Teodoro Obiang Nguema Mbasongo van Equatoriaal Guinea op staatsbezoek. Die pleegde in 1979 zijn staatsroofmoord en liet daarbij zijn oom, die president was, executeren. Obiang was ook bij het heien van de eerste paal voor de Staatsolie-raffinaderij. Voor zijn record van straffeloosheid werd hij door onze president benoemd tot Grootmeester in de Ere Orde van de Gele Ster, de hoogste onderscheiding van de Republiek Suriname. Daarnaast kreeg Obiang ook een ‘gouden sleutel’ van Paramaribo. Hij mag op elk gewenst moment het land binnen komen vallen. Een
coup blanche dus. Zo werden twee belangrijke nationale symbolen beroofd van hun waardigheid. Een onderdrukker is er vandoor met de gouden sleutel van onze stad!
Velen vinden dat met de recente herinrichting het Onafhankelijkheidsplein ‘beroofd is van zijn historisch uitzicht’. Het plein heeft in de loop van de geschiedenis veel namen gehad. Naast officiële namen, zoals ‘Oranjeplein’ en ‘Gouvernmentsplein’, werd het daarvoor in de volksmond ook ‘exercitieplein’ of ‘paradeplein’ genoemd. Laten we maar hopen dat we niet op een dag wakker worden en zien dat het van zijn huidige naam is beroofd en omgedoopt tot ‘Plein van 25 februari’. Ik zal deze gedachte maar niet hardop uitspreken, want je moet rovers nooit op ideeën brengen.